Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De martelaren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XCII.

MAURIS VAN DALEN.

Te Sommergem in Vlaanderen was in April 1573 eene kruiskerk, bij welke Mauris van Dalen ouderling was. Hoe lang hij dat ambt toen reeds bekleed had weten wij niet, want wij ontmoeten hem eerst met kennis, als hij gevangen genomen en naar Gent gebracht was, op bevel van den opperschout. Nauwelijks was deze gebeurtenis ter kennisse gekomen van de geestelijken, of zij kwamen met den opperschout den gevangene in den kerker opzoeken en aangaande zijn geloof ondervragen. »Zijt gij getrouwd, " was een der eerste vragen. Hierop deelde Van Dalen mede, dat hij zijne vrouw een jaar geleden verloren had door den dood en zelf begraven, zonder daarbij natuurlijk cenen priester te noodigen, om de gebeden voor de dooden te doen. Dit vonden de ondervragers niet veel beter dan de begrafenis van een dier. Daarop kwam het gesprek op den doop des gevangenen. Ondanks zijne belijdenis dat hij niet tot de wederdoopers behoorde, hielden zijne vijanden toch vol, dat hij de bisschop der wederdoopers was, aangezien dit door de »bijslaapster der priesters, Maye van Bilk, " achter hem was beweerd. »Wat is dan de doop, " vroegen de geestelijken, waarop Van Dalen antwoordde, »dat het een zegel was van de begraving van den ouden mensch der zonden, die vroeger gedood is in het bloed van onzen Heere Jezus Christus." »Dat is juist de leer van Calvijn, " riepen toen de priesters. Hierna kwam het tot de bespreking van het sacrament des Avondmaals. Dit alles schreef de martelaar aan zijne broeders in den Heere, hen tegelijk vragende: »Bidt toch den Heere voor mij, om mij in deze mijne moeielijke gevangenschap te troosten met zijnen Heiligen Geest, zooals Hij in mij begonnen is."

Vijf weken lang bleef de martelaar in den kerker en in dien tijd had hij' veel te verduren van zijn vervolgers.

Nadat hij aan den wereldlijken rechter was overgeleverd om met hem te doen als met een onverbeterlijken ketter, werd hij veroordeeld »om buiten de stad met het koord aan een paal geworgd en daarna verbrand te worden." Wetende dat, als zijn aardsche tabernakel zou afgebroken zijn, hij een huis zou hebben bij den Heere in den hemelj nam de martelaar zijn doodvonnis aan.

Op een wagen gebonden werd hij naar de strafplaats geleid, terwijl hij tot het hem omringende volk zeide: «Vreest toch niet, lieve vrienden, hen, die het lichaam dooden, maar Hem, die beide ziel en lichaam kan verderven in de hel"'.

Op de gerechtsplaats gekomen, werd hij aan een paal gebonden. Nog eens bad hij: »0, Vader, in uwe handen beveel ik mijnen geest", toen trok de beul de koorden nauwer aan. De martelaar stierf en het vuur verteerde zijn lichaam.

Dit geschiedde den 3isten Mei 1573 te Gent.

LIEVEN VAN DER NEERN.

Lieven van der Meern was een man van godzaligen wandel in de kerk van Gent. Daarom riep deze hem tot den dienst des ouderlingschaps, waarin hij met allen ijver werkzaam was, Op zekeren tijd reisde hij van Gent naar Honscaten en Vuren, ten einde in eenige zalen dienst te verrichten, toen hij onderweg door de speurhonden van Alva en zijn bloedraad werd opgemerkt en als ketter gevangen genomen.

Het bleek in den kerker, dat de handlangers der inquisitie goed gezien hadden. Lieven van der Meern was een Christen en wel zulk een, die God loofde en dankte, dat Hij hem waardig gemaakt had door zijne genade om een getuige der waarheid te zijn. Uit zijne gevangenis gedacht de martelaar zijne vrouw en kinderen, aan wie hij schreef: »Acht het toch voor eene groote blijdschap, als ons de goede God bezoekt met kruis en lijden, en dat om zijns Heiligen naams wil, want dit is een zeker bewijs, dat wij tot zijne lieve kinderen en uitverkorenen behooren, want die Hij liefheeft kastijdt Hij tot hunne zaligheid, zooals een goed vader zijn kinderen doet. Wat is toch de kastijding des Heeren, als Hij ons bezoekt met armoede, vervolging, gevangenschap, pijnigingen, dooden en dergelijke, anders dan een teeken zijner bijzondere liefde tot ons? "

De gevangenschap van Lieven van der Meern werd verzwaard door de pijnigingen welke zijne vervolgers hem aandeden, om van hem dingen te weten, waarvan hij niets wist. Smartelijk was voor hem ook de tijding, dat het gemeenteboek, de namen van de leden der kerk bevattende, in de handen der vijanden was gevallen. Gelukkig verried hij zelf echter niemand.

Dat de Satan ook den martelaar niet met ruste liet, was licht te begrijpen, maar de Heere leide hem langs de moeielijkste wegen veilig voort.

Toen de geestelijkheid niets op Lieven vermocht, leverde zij hem der wereldlijke overheid over. Daar werd hij ter dood veroordeeld. Hij "zou verbrand worden. Toen hij naar de gevangenis geleid werd, riep hij den Heere aan: »Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstroomen enz. (Ps. 42). Vervolgens naar de gerechtplaats gebracht, gaf hij zijn lichaam aan het vuur over en zijne ziel den Heere.

Dit geschiedde den i5en Oct. 1573 te Veurne. Gelijk met lieven zat te Gent gevangen Johannes Gijs, die te Sandwich (Engeland) leeraar was, maar juist in die dagen in de Nederlanden vertoefde. Hij werd gevangen genomen en zeker zou het met hem niet anders als op het schavot geëindigd zijn, indien niet de invloed van zijnen broeder Willem Gijs, procureur van het Hof van Vlaanderen, hem uit den kerker verlost had. Dit was in overeenstemming met de belofte, die hij gekregen had van God, dat hij niet moest vreezen, aangezien hij hier in Vlaanderen niet zou sterven. Na eenige weken gevangenschap verliet hij de gevangenis, zonder dat het minste onderzoek naar zijn geloof plaats had gehad.

DE GAAY FORTMAN.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 april 1892

De Heraut | 4 Pagina's

De martelaren

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 april 1892

De Heraut | 4 Pagina's