Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van geachte zijde wordt ons gevraagd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van geachte zijde wordt ons gevraagd

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam., i Juli 1892.

Van geachte zijde wordt ons gevraagd, waarom thans achter de namen der kerke; i een A of B moet, en waarom deze bijvoeging nu niet kon uitblijven,

We zijn nu toch één. En bestendigt dan niet elke onderscheiding de nawerking der vorige gedeeldheid.'

Het antv/oord ovi deze vraag behoeft geen onzeker geluid te geven.

Door de Generale Synode is een lijst van de kerken aan de Regeering opgezonden. Op deze lijst s.aa': tij de meeste kerken niets; maar staat bij die kerken, die saam in éénzelfde stad of dorp bestaan, een A, B of C.

Duidelijkheidshalve zullen we hieronder een volledige lijst geven van die plaatsen, waar deze onde.scheiding noodig v/as.

In alle deze plaatsen moet de A, B of C er bij; maar in alle de overi^^e kerken bhjft - -alle - •' bijvoeging — weg. Men < -vcri„c ziet dus KciKcn dat het onderscheidingsteeken volstrekt geen regel, veeleer uitzondering is, en naarmate ' er in de opgenoemde plaatsen ineensmelting 1 tot stand komt, gaat ook voor die plaatsen de A en B weer weg.

Het einde moet dus zijn, dat alle A's en B's verdwijnen, maar nu kan dit nog niet.

En dat niet omdat de Generale Synode dit zoo wilkeur.'g bepaald heeft, maar omdat dit alzoo tiisschen de beide Synoden die ineenvloejden, overeen was gekomen.

Zie het niaar ia de nadere bepalifigen, die we een vorig maal afdrukten.

Daar stond uitdrukkelijk, dat in plaatsen v/aar meer dan één kerkfotmatie in ons kerkverband leeft, A, B en C, naar tijdsorde, deze kerken zou onderscheiden.

En dit was immers noodig.

Noodig om te weten welke van die beide kerken men bedoelt. Van welke kerk de collecte komt. Welke keik de attestatie afgaf. Bij welke kerk men beroepen is, enz.

Stel toch men beroept u bij de kerk

Hooigracht te Leiden, maar men zand u een beroepsbrlef waarin alleen stor.d: „De Gereformeerde kerk te Ltiden, " dan zoudt ge immers niet v/eten, of ge beroepen waart bij de kerk Hooigracht, de kerk Heerengracht of de kerk van 1886.

Een onderscheiding was dus onafwijsbaar noodzakelijk, en nu heeft mep, zeer wijselijk, die onderscheiding eenvoudig door een letter aangewezen, en de volgorde bepaald naar het jaar waarin men tot rsforrnatic was gekomen.

Niet een Ohr. en Ned, achter den naam. Dat zou de oude breuke bestendigd hebben, maar eenvoudig een A en B.

En is het nu zoo moeilijk zich hieraan te wennen.''

Van verreweg de meeste plaatsen, waar slechts ééne kerkfcrniatie is, zegt men eenvoudig: „De Gareformserde kerk te ...., " zonder eenige bijvoeging.

In die plaatsen, wair én in 1834 én in 1886 een reformatie tot stand kivam, zegt men van die van 1834: „De Ge reformeerde kerk te Amsterdam A, " en van die van 1886: „De Gereformeerde kerk te Amsterdam B."

Een regel v/aarop alleen uitzondering gemaaktlwordt voor de kerken te Leiden, D-ardrecht Haarlem, en Middelburg, omdat hier nog niet ineengesmolten kruiskerken bestaan. In die plaatsen heeten dan de beide kerkformatiën, die dusver | bij de „Christelijke Gereformeerden" waren, A en B, en heet de kerkformatie van 1886: De Gereformeerde kerk te Leiden, Dordrecht, Haarlem Middelburg G.

Gemakshalve kan men zulke formation natuurlijk ook naar de straat onderscheiden waar het kerkgebouw ligt, maar voor het groote publiek buitenaf gaat dit niet.

Dan is A, B, C veel eenvoudiger,

Etï bovendien in offïcieele stukken moet het zoo, want zóó en niet anders staan we nu bij de Regeering bekend.

De lijst der 700 kerken komt in het Kerkblad, die deelen we dus ditmaal niet mede.

Maar wel volgt hier een opgave van de 107 plaatsen in ons land, waar we nu twee kerken in ons kerkverband terzelfde plaatse hebben.

Ze zijn onder de Provinciale Synode van Groningen vier plaatsen:

Bedum. Wetsinge-Sauwert. | Groningen. | Spijk.

Onder die van Friesland veertien plaatsen:

St. Anna-Parochie. Bolsward. Beetgum. % Franeker. I-.eeu".varden. Harlingen. Dokkum. Makkum. Holwerd. Jutrijp. Drogeham. Sneek. Kollum. Lemmer.

Kollum. Lemmer.

Onder die van Drente drie plaatsen: Smilde. | Meppel.

Hoogeveen. I Onder die van 0/erijseI veertien plaatsen:

Zwolle. Hasselt. Kampen. Kamperveen. Steenwijk. AmbtVoUenhoven. Zwartsluis. Almeloo. Deventer. Enschedé. Dalfsen. Heernse. Lemelerveld. Nieuw Leusen.

Onder die van Gelderland ? zei««//'plaatsen:

Apeldoorn. Arnhem, ' Dieren. Nijmegen. Velp. Aalten. Doesburg. Winterswijk. Elburg. Harderwijk. Puften, Kuilenburg.

Onder die van Utrecht in tien plaatsen:

Lopik. Utrecht. Zeist. Amersfoort. Baarn. Bunschoten. Vecnendaal. Westbroek. Baambrugge Breukelen.

Onder die van Noord-Holland veertien

plaatsen: Amsterdam. Amstelveen. Hilversum. Huizen. Naarden. Ouderkerk. Weesp. Beverwijk. Haarlem. Haarlemmermeer Hoofddorp. Nieuw-Vennep. Alkmaar. Anna-Paulownapolder. Helder.

Onder die van Zuid-Holland zeven en twintig plaatsen:

Delft. Den Haag. Naaldwijk. Scheveningen» Maasland. Maassluis. Rotterdam. Schiedam. Vlaardingen. Boskoop. Hazerswoude. I..eiden. Noordwijk aan Zee. Bode graven. Woerden. Gouda. Schoonhoven, Giesendam. Gorincherc. Leerdam. Noordeloos. Alblasserdam. Barendrecht. Oud-Beierland. Dordrecht. Strijen. Rozenburg. v

o"j j-o-, , v

Griinskerk Onde die van Zeeland 0^w« plaatsen: Axel. Middelburg Z aam slag. Viissingen Bergen-op-Zoom. Tholen. En onder die van Noord-Brabant twee plaatsen: Werkendam. | Klundert.

Saam in heel het land:

Groningen 4 Friesland 14 Drente 3 Overijsel . . . . . . 14 Geldej-land 'z Utrecht 10 Noord-Holland . . . . 14 Zuid Holland 27 Zeeland 7 Noord-Brabant 2 In. . . . 107 plaatsen.

Ia deze 107 plaatsen zijn 214 kerken, die nu in correspondentie treden. De overige bijna 500 kerken zijn gevestigd in plaatsen waar geen andere kerkformatie er r; a st bestaat, en deze heeten dan nu alle eenvoudig Gereformeerde Kerken.

Terwijl in die 107 plaatsen de A en B de formatie van 1834 en 1886 onderscheidt.

Reeds vrij spoedig zullen de Classe nvan de Gereformeerde kerken moeten saamkomen. Immers yéór einde Juli. Half Juli zal dus wel het raadzaamst zijn.

Dan dagen omstreeks half Augustus de Provinciale Synoden en zullen door deze Synoden, m opdracht van de generale Synode, velerlei depulaten worden aangewezen, die dan natuurlijk deputaten niet van de Provinciale Synoden, maar van de Generale Synode zijn.

Aan werk zal het deze Classen en Provinciale Synoden ditmaal niet ontbreken.

Reeds op de Generale Synode is beider agendum voorgelezen.

Natuurlijk niet alsof dit agendum door de Generale Synode wierd opgelegd. Dat kon niet. Maar de meeste punten van dit agendum vloeien toch voort uit de genom.en besluiten, en wachten dus op afdoenirg'.

Misschien kan het goed zijn, dit agendum hier nog af te drukken.

Het luidde voor de Classen aldus:

Wat de CLASSEN van Juli iSpz in ieder geval te doen hebben.

Onderzoek der geloofsbrieven, onder leiding van de samenroepende Kerk of Kerken.

Keuze van een moderamen, en (zoo dit noodig geacht wordt) lijdelijke vaststelling van eenige bepalingen van orde voor de nu te houden vergadering.

Opteekening in de notulen (waarvoor een model gepubliceerd is) van de besluiten der Generale Synode: a. van de verandering van den naam der Kerken; b. van de vereeniging der Kerken; en c. van den overgang van den eigendom c. a., v/aar deze betrekking heeft op Classicalen eigendom.

Herinnering aan de Kerkeraden om in hunne notulen dezelfde opteekening te doen (waarvoor een model gepubliceerd is).

Bepaling omtrent de bewaring der beiderzijdsche notulenboeken en verdere archiefstukken, uit den tijd vóór de vereeniging.

Tijdelijke regeling van eenige belangen die terstond voorziening vereischen; als b. v. administratiën of verplichtingen, in zake ondersteuning van minvermogende studenten, of in zake pensioenen aan Emeriti, weduwen en weezen; enz.

Benoeming van Deputaten om bij de eerst volgende Classe eene concept-regeling voor de Classicale vergaderingen in te dienen (ook tot regeling van de voorziening in de kosten der Classe).

Behandeling van eventueele voorstellen aan de Provinciale Synode tot wijziging van de grenzen der Classe.

Benoeming van Deputaten om bij de eerstvolgende Classe eene concept regeling van é^ grenzen der plaatselijke Kerken (voor zoover daarover verschil is) in te dienen.

Benoeming van twee predikanten en twee ouderlingen als afgevaardigden naar de Prov. Synode van Augustus.

Benoeming van-Deputaten voor de hulpbehoevende Kerken der Classe (tot ontvangst van gelden en tot uitkeering van hetgeen de Classe nu reeds mocht toekennen, terwijl voorts hun mandaat in de boven bedoelde Classicale regeling nader te omschrijven is).

Benoeming van Deputaten voor de Kerkvisitatie (thans met het algemecne mandaat van art. 44 der Kerkenordening, dat voorts nader kan omschreven worden in de boven bedoelde Classicale regeling).

Benoeming (voor zoover dit noodig geacht wordt) van een Classicalen quaestor, actuarius, correspondent, of nog andere deputaten.,

Aanv/ijzing van consulenten voor de vacante Kerken.

Aanwijzing, met betrekking tot plaatsen waar nog geen Gereformeerde Kerkeraad is, van de Kerken welke voor die plaatsen te zorgen hebben.

De vragen van art. 41 der Kerkenordening.

Bepaling van tijd en plaats en samenroepende Kerk voor de eerstvolgende Classe (en voorziening voor het geval dat reeds vroeger eene buitengewone Classe mocht noodig zijn).

Ea voor de Provinciale Synoden was het van de/en inhoud:

IVut de PROVINCIALE SYNODEN van Augustus 1892 in ieder geval te doen hebben.

Onderzoek der geloofsbrieven, onder leiding van de samenroepende Kerk of Kerken,

Keuze van een moderamen, en (zoo dit noodig geacht wordt) tijdelijke vaststelling van eenige bepalingen van orde voor de nu te houden vergadering.

Opteekening in de notulen (waarvoor een model gepubliceerd is^ van de besluiten der Generale Synode: a. van de verandering van den naam der Kerken; b. van de vereeniging der Kerken; en c. van den overgang van den eigendom c. a., waar deze betrekking heeft op provincialen eigendom.

Voorloopige regeling van de kosten der Provinciale Synode, en van de bijdragen uit de provincie voor de eerstvolgende Generale Synode; en eventueel van andere belangen, die terstond voorziening vereischen.

Beslissing op eventueele voorstellen van de Classen tot wijziging van de regeling harer grenzen, en behandeling van eventueele voorstellen aan de Generale, Synode tot wijziging van de kerkelijke grenzen der provincie.

Benoeming van Deputaten voor de hulpbehoevende Kerken der provincie (met mandaat, om eene concept-regeling van hunnen arbeid op de eerstvolgende Piov. Synode in te dienen, en om inmiddels, bij gebleken dringende behoefte eener Classe, hulp voor haar te zoeken uit bijdragen van de meervermogende Classen der provincie, bij de Deputaten welke deze voor de hulpbehoevende Kerken hebben aangewezen).

Benoeming (ieder voor hare provincie) van één Deputaat voor de administratie van de Algemeene Kas voor hulpbehoevende Kerken.

Benoeming (ieder voor hare provincie) van één Deputaat voor de administratie van de Algemeene Kas voor Emerid, weduwen en weezen.

Benoeming (ieder voor hare provincie) van één Curator voor de Theologische school.

Benoeming van Deputaten voor de peremptoire examens in de provincie.

Bepaling van tijd en plaats voor de voegende Provinciale Synode, met aanwijzing van de Kerk, die, met goedvinden van hare Classe, lijd en plaats nader bepalen, en voorts de vergadering samenroepen zal (en voorziening in het geval, dat reeds vroeger eene buitengewone Prov. Synode mocht noodig zijn).

Werk genoeg dus voor den boeg.

Doch er is meer dan dit agendum af te werken.

Op elke Classe en in elke Provinciale Synode moet het in het klein een repetitie zijn van wat te Amsterdam doorleefd en genoten is.

Een eerste ontmoeting.

Esn eerste begroeting.

Een eerste verheuging der kerken in het gemeenschappelijk saamsijn.

Ongetwijfeld zal men dan ook daar behoefte gevoelen, om aan de vreugde zijns harten lacht te geven.

Een vergadering van kerken mag niet dor en droog zijn.

Er moet tinteling gevoeld v/orden van een vuur, dat door hooger vonk ontstoken is.

Van hoog belang is het, dat nu zoo spoedig mogelijk de correspondentie in alle plaatsen tot stand kome, waar twee of meer Kerkformatiën in het kerkverband zijn.

Hiertoe hebben de kerken bij de vereeniging wederzijds de verplichting op zich genomen.

Ze bepaalden daaromtrent:

ART. 3. Onder correspondentie wordt verstaan, dat zij i"' elkanders tucht erkennen; 2*. geen leden van elkander zonder vvederzijdsche bewilliging overnemen; 3". in aangelegenheden van gemeenschappelijken aard naar elkanders kerkeraadsvergaderingen deputeeren; 4". beproeven althans enkele malen eene gemeenschappelijke godsdienstoefening te houden; 5". over en weer haar Dienaren des Woords nu en dan laten optreden in elkanders Diensten, en 6". in alle zaken tegenover derden elkander steunen en bijstaan.

Doch hiervan worde dan nu ook werk gemaakt. Het biijve geen doode letter. Het worde van meet af uitgevoerd. En op de Classen informeere men er naar.

Nog een stille wensch zij hieraan toegevoegd.

Tegenover derden Z5U men elkaar steunen en bijstaan; maar dit eischt dan ook, dat men voor het publiek saam optrede, en dus met name saam zijn kerkelijke diensten en barichten aankondige.

Bij de aankondiging der Diensten behoeft zelfs de A en B er niet bij, overmits het kerkgebouw dit vanzelf aanwijst.

Men moet van elkaar afweten.

Men moet zich saam één tegenover de wereld gevoelen.

En daarom worde het regel, dat we onze Diensten niet meer aankondigen elk op eit; en gelegenheid, maar dat allerwegen onze Kerkboden boden van de Gereformeerde kerken zonder meer worden, en ia eenzelfde blad alle mededeeling bijeensta die gewenscht is.

Sommigen verkeeren in den waan, alsof uit plaatsen waar twee kerkformatiën in het kerkverband leven, thans slechts één ouderling naar de Classis moest gaan.

Dit is niet zoo.

Elke kerkeraad vaardigt één ouderling af, en alle predikanten van beide formatiën verschijnen met keurstem.

E? rst als het tot ineensmelting komt, verandert dit, overmits er dan maar ééne kerk is, en dus ook slechts één ouderling kan worden afgevaardigd.

ORTHODOX SYNODALE DORPSKERK.

5.) De hoofdzaak, het allereerste, het onmisbare om een ware kerk van Christus te zijn; bleek dus te ontbreken. De Synodale dorpskerk waarop we doelden, houdt niet Christus Jezus als het eeni^ Hoofd.

Di oitliodoxi gemeenteleden b; lijden den Heiland wel. De orthodoxe prediker pre­ dikt wel den Zaligmaker, De ouderlingen zoeken wel de verzoening hunner zonden in zijn bloed. En de diakenen beroemen zich jn hun Verlosser. Maar de kerk als kerk, wettig in haar kerkeraad gerepresenteerd, erkent niet Christus als het eenig Hoofd, als Koning, Wetgever en Rechter.

De kerkeraad, en dus de kerkformatie staat niet onder de wet Van Christus, d. i, zijn heilig Woord, maar onder de wet van de Synode, d. i, het Reglement.

Trouw moet gezworen, bij elke ambtsbetrekking, en bij elke belijdenis, niet aan Gods Woord, nsaar aan de Reglementen.

En dit nu ontneemt aan zulk een kerk ten eenemale alle karakter ea gestalte van een ware kerk van Christus; , tot op het oogenblik dat gemeente en ambtsdragers tot de gehoorzaamheid aan Koning Jezus terugkeeren.

Eigenlijk behoeft men dit punt dus niet vesder te onderzoeken. De zaak is door dat ééne alles beheerschende reeds uitgemaakt.

Een kerkregeering die den Koning niet huldigt, is reeds daardoor als ongerechtig en ongerechtigd geoordeeld, en een iegelijk, die hieraan deelneemt en er aan meewerkt, door benoeming, verkiezing of het doen van belofte bij de belijdenis, staat schuldig aan het vijfde Gebod, d. w. z. daaraan, dat hij ongehoorzaam is en mee doet aan oproerige daad tegen de van God over ons in de kerk gestelde Overheid.

Die Overheid toch is in de Kerk Christus Jezus. Niemard naast hem. Hij alleen. En allen die onder hem de kerk regeeren zijn geen Overheid, maar dienende instrumenten.

Doch natuurlijk ook in den Dienst des Woords en der Sacramenten en de bediening van de Tucht komt dit uit.

Van de Tucht merkt een ieder dit.

De kerkeraad, hoe orthodox ook in belijdenis van haaf personen, staat volkomen machteloos, als ze in zake de belijdenis van den Christus tucht wil uitoefenen.

Dat mag hij niet.

Hij moet de leugen naast de v, 7aarheid, de loochening naast de belijdenis dulden.

Komt er morgen den dag een burgemeester, notaris, herbergier, veldwachter of wie ook, die niet gelooft, mits hij een attestatie indient, moet de kerkeraad hem boeken en daarna mag hij hem niet onder censuur zetten.

De ingekomen persoon moet in deze orthodoxe Synodale dorpskerk vrij zijn, om den Christus te verloochenen. Ja hij kan atheïit zijn, dat de kerkeraad hem toch niets doen kan.

Als die ongeloovige nu straks den Doop voor zijn kind vraagt, moet de kerkeraad dat toestaan, of hij gaat naar buiten, en dati moet de kerkeraad zijn kind als gedoopt boeken.

Reeds hieraan merkt men dat niet alleen de Tucht, maar ook het Sacrament niet naar 'sHeeren wil heilig kan worden gehouden.

Wil toch zulk een ongeloovige aan het heilig Avondmaal gaan, de kerkeraad kan er niets aan doen. Hij moet dat toelaten. Om de leer der waarheid mag en kan bij niemand censureeren.

Ja, meer nog, hij moet den ongeloovige toegang tot het Avondmaal verschafienl Want wel kan hij het afnemen van belijdenis weigeren, maar dan gaat men naar buiten, en komt met bïwijs in, en dan moet tie kerkeraad boeken. En doet hij het niet, dan wordt hij afgezet.

Uit het feit zelf, dat er niemand meer wordt afgezet, en alles rustig blijft, blijkt dus zonneklaar, dat deze orthodoxe kerkeraden in de kerkregeering ook feitelijk tegen den wil des Heerert handelen, en al zulke boekingen eenvoudig doen^ om niet in moeite te komen.

Ze toonen dus den mensch meer dan God te vreezen; ze laten zijn Woord los, ora op het menschen woord acht te geven; en ontbinden daardoor hun ambt en hun ambtelijk gezag.

En wat nu den Dienst des Woords aanbelangt, staat vast d^t de meest gewenschte, godzalige man, b.v. een man als de overleden Dr, Van den Bergh, in zulk een dorp door den kerkeraad niet mocht en niet mag beroepen v/orden, terwijl het beroep van een man als Dr, Lieftinck aan eiken kerkeraad vrijstaat.

Staat vast, dat van deze leeraars niet en nergens gevergd wordt dat ze de belijdenis, laat staan de Dordsche artikelen, onderteekenen zullen.

Dat als ze morgen den dag Modern of Groningsch worden, niemand ze daarom af mag zetten.

En dat derhalve het orthodox-uitvallen van de preek niet uit de kerkformatie, noch uit den Dienst des Woord voortvloeit, maar geheel toevallig blijft. Heden zoo is, en morgen geheel anders kan zijn.

Ook staat vast, dat als er vacature of ziekte van den prediker komt, en de ring treedt op, de ongeloovige heeren uit den ring in denzelfden Dienst optreden, en dat het weer puur toevallig is zoo er in den ring enkel orthodoxen zijn.

En zoo blijkt dus, dat de Dienst zelf, gelijk hij in deze kerken ingezet is, geen Dienst des Woords, veel min een Dienst der zuivere predicatie is, maar dat deze Dienst als zoodanig alles, tot de stoutste Godloochenjng toelaat, en dat het enkel bijkomstige omstandigheden zijn, die maken, dat dit in uw dorp anders uitvalt.

Al zulke kerken houden dus niet Christus a!s het eenig Floofd. Ze leven niet onder de heerschappij van Gods Woord, maar van de Reglementen. Ze oefenen geen tucht in zike de waarheid en moqen dit zelfs ook niet doen. Ze mogen de Sacramenten niet heilig houden en kunnen dus de ontheiliging van Gods Verbond niet verhoeden.

En de Dienst des Woords disn ze hebben is geen Dienst des Woords, omdat er een ieder in kan optreden.

Ze missen dus ten eenemale alle kenteekenen, die de Belijdenis van een ware gestalte van Christus' kerk eischt.

En wat ze nog goeds hebben, dsnken ze niet aan hun kerkforraatie, maar aan geheel toevallige en bijkomstige omstandigheden, die bij het beoordeelen van de kerkformatie niets af-of toedoen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 juli 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Van geachte zijde wordt ons gevraagd

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 juli 1892

De Heraut | 4 Pagina's