Vrije Universiteit.

Eerstdaags zal aan de Stedelijke Universiteit te Amsterdam van Roomsche zijde optreden de nieuw benoemde hoogleeraar Da Groot, om college te geven in de wijsbegeerte van Thomas Aquinas.

Gebruik makende van het recht, hun bij de wet op hetHooger Onderwijs verleend, hebben de Roomsch-Katholieken dit professoraat in het leven geroepen, waarvan de onkosten natuurlijk ook door hen geheel worden gedragen, ten einde den Roomschen studenten een tegengift te bieden tegen al de invloeden van het ongeloof, waaraan zij voortdurend blootstaan. Namurlijk kan men deze daad slechts billijken, en voegt het ons niet iemand daarover hard te vallen. Dat onze Roomsche land- en stadgenooten gebruik maken van een wettelijk recht; dat ook Curatoren der Amsterdamsche Universiteit dezen hoogleeraar — even goed als vroeger den ongeloovigen Hervormden hoogleeraar Knappert — het recht geven in de bank der overige hoogleeraren te zitten, wie ter wereld kan daarop eenige aanmerking maken?

En toch heeft men van Hervormde zijde dit gedaan, en het doen voorkomen, alsof het een hulde ware, van protestantsche zijde aan Rome gebracht. Het heeft er niets van. Op mij maakt die groote vrees voor Rome altijd den indruk van zwakheid. Wij, die sterk zijn in de wapenrusting van Gods Woord, vreezen Rome niet, Rome maakt vorderingen alleen dddr, waar dat Woord wordt ter zijde gesteld of verwaterd.' Daarom is het onze heilige roeping steeds de Banier van Gods Woord hoog te houden en met alle kracht te wederstaan hen, die er maar iets af zouden willen doen, hoe beminnelijk en vroom zij overigens mogen zijn.

Twee onzer hoogleeraren heeft de Heere met krankheid bezocht. Professor Kuyper schijnt op zijne reis eene zware verkoudheid te hebben opgedaan, die aanvankelijk eenige reden van bezorgdheid gaf en is te Brussel moeten blijven om te herstellen. Door Gods goedheid zijn de berichten gunstig en hoopt hij binnen niet vele dagen zijn werk te kunnen hervatten. Den Heere zij dank voor deze gunstige wending. Voorts is professor De Hartog reeds sedert eenige weken lijdende. Moge de rust hem naar lichaam en ziel weldoen en hij spoedig met nieuwen levensmoed en met versche olie overgoten zijn arbeid kunnen hervatten.

Een onzer hoogleeraren, prof. Fabius, genoot de eer op den verjaardag onzer jeugdige Koningin benoemd te worden tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw, Werd voor een paar jaren onzer Universiteit op deze wijze officieel hulde gebracht in hare theologische faculteit in den persoon van prof. Kuyper, thans viel der juridische die onderscheiding te beurt. Voor deze daad van koninklijke rechtvaardigheid en erkenning van verdiensten, brengen wij allen onzer geliefde Koningin-Regentesse onzen oprechten dank, Den hoogleeraar wenschen wij hartelijk geluk. W, HOVY,

In dank ontvangen : Voor de Vereeniging:

Aan Collecten:

(Voor de Theol, faculteit) van de Geref. kerk te Leiden A ƒ 28.95; ^a" iAtra te Oostburg ƒ 16.39I/2; van idem te Ede ƒ 6.06; van idem te Loosduinen ƒ 23.07; van idem te Bennekom ƒ 17.

Aan Schenkingen: Door den heer W, Hovy, van B, uit de schoolcollecte in de Geref, kerk te Amsterdam B,

Voor het Studiefonds: Bij Prof, Dr, A, H. de Hartog ingekomen: door den heer K. Dingemanse, te Grijpskerke, gevonden in de collecte der Geref. kerk ƒ 2.

Hilversum,

S. J, SEEFAT, Penningmeester.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen