Melkleverantie.

In zake de vraag of een zuivelfabriek op den Dag des Heeren op nonactiviteit kan worden gesteld, ontvingen we van den heer S, Sinnema, als deskundige, dit ingezonden stuk:

Garijp^ 2 April 1895.

Hooggeachte Redacteur!

In de Hermit van 24 Maart jl. trok onder meer het stuk sMelkleverantie" mijne aandacht. De vraag of op Zondag het melk leveren aan de fabriek evenzeer als dagelijks tnoet plaats hebben, zonder ze te laten bederven — wat volstrekt niet mag — wordt tweeërlei beantwoord. Tegenover het getuigenis van velen, die beweren, dat het voor den goeden gang der zaken noodzakelijk is, staat het gevoelen van weinigen, die zeggen, dat de fabriek des Zondags stil moet en kan staan. Ik schaar mij onder de laatsten en acht het niet ondienstig in dezen mijne . ervaring eens mede te deelen.

Sedert Mei 1893 ben ik als directeur werkzaam aan de fabriek voor zuivelbereiding te Garijp (Fiiesl.) Dagelijks wordt hier gemiddeld plm. 10.000 L. melk verwerkt, terwijl des Zondags de fabriek geheel stil staat. Dat dit laatste voor de consumtie schadelijk, is, kan ik ten sterkste tegenspreken. De bewijzen heb ik voorhanden, dat de boter zoowel als de kaas op de wereldmarkt kan wedijveren, zoo in kwaliteit als prijs.

Van schadelijke gevolgen door het rusten der fabriek op Zondag is in 't geheel geen sprake. Ik zou veeleer van een zegen spreken, ook in dezen gelegen in het heiligen van den Rustdag.

Indien bij hen, die zich vereenigen om eene zuivelfabriek op te richten, het beginsel voorzit: De Zondag is de Dag des Heeren., die daarom geheiligd moet worden, waarom ook de Zondagsrust zooveel mogelijk dient bevorderd; en zij zoeken daarbij een directeur, die hetzelfde beginsel belijdt, — dan geloof ik zullen er weinig fabrieken meer verrijzen, waar 's Zondags gewerkt wordt.

Waar ons Gereformeerde volk meent, dat het Oprichten eener zuivelfabriek noodig is, vereenige het zich om dit te doen, opdat het zich niet hebbe te beklagen, als het blijkt, dat de slieden der wereld" hen voor geweest zijn.

Dezen toch bekommeren zich weinig om de heiligheid van den Sabbath en gebruiken veelal het argument - uhet kan nief\ als er sprake is van het laten rusten der melkbereiding op Zondag.

Het spreekwoord zal ook hierin niet krachteloos blijken: Waar een wil is, is ook een K/< J-. Zij ons volk in het zelf oprichten van tabrieken niet langer achterlijk, maar sla het de hand aan den ploeg en zoeke het naar eisch van het 4e gebod ook in dezen te wandelen, dan zal de Heere ook dit pogen met zijnen zegen bekronen.

U, hooggeachte Redacteur, dankzeggende voor de plaatsing, noem ik mij,

Met heilbede,

Uw diensiw. dienaar.

Voor dit schrijven zijn we dankbaar, maar er niet door voldaan.

Als deskundige had de heer Sinnema het vraagstuk zelf nader moeten toelichten. Te zeggen: Naar mijn ondervinding kan het, — is wel iets, maar zegt niet genoeg.

De zaak moet duidelijk gemaakt.

Zondags levert men niet aan de fabriek. Uitnemend. Doch hoe handelt men dan met de melk, die elke boer thuishoudt? Levert die vele beschikbare melk, als niemand levert, geen bezwaar op?

We vragen dit, niet alsof wij er zelf zoo over dachten, maar om anderer bezwaar te zien afgesneden.

En zoo ook, wat de zuivelfabriek zelve betreft, betaalt zij voor zes dagen een vol loon als de andere fabriek in zeven dagen? Zoo ja, hoe verhaalt zij dit ? Zoo neen, ontvangen de arbeiders dan niet te weinig ? Of ook, zoo deze voor minder in dienst treden, zijn ze dan niet van rninder werkkracht? f

Ook wat den afzet van de fabriek aangaat, dient in het licht gesteld, ofdezesdaagsche arbeid in deu: afzet , geen storing teweegbrengt. - ii^fe*I^^^^^^^S='-

En voorts, opdat de broeders elders er zich naar regelen kunnen, dient uiteengezet, wat het minimum aantal liters per dag is, waarvoor, met kans op welslagen, een fabriek is op te richten, welk kapitaal daarvoor vereischt wordt, bij oprichting en om de zaak te drijven, enz.

Kortom, we zagen deze geheele zaak door een deskundige gaarne eens zoo van alle kanten in het licht gesteld, dat men er ook voor andere streken wat aan had, en er bij het vestigen van zijn oordeel op af kon gaan.

Immers nu worlt er ook op kerkelijke vergaderingen over deze zaak in louter algemeenheden gesproken, en de kennis der materie, waarop het toch in de eerste plaats aankomt, ontbreekt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen