Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelaren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

CXCII.

DE GEZUSTERS RADEGONDE EN CLAUDE FOUCAULT.

De Bartholomeusnacht gaf de Roomsche kerk ruime stof tot roemen. Duizenden bij duizenden Hugenooten waren gevallen en vele anderen hadden de waarheid, die in Christus was, afgezworen en zich weer geworpen in de armen van den paus. Dit laatste smartte natuurlijk den geloovigen zeer. Daarom beproefden ze het uiterste, om de afvalligen te herwinnen voor den Heere. In die dagen verschenen verscheidene tractaatjes, waarin de afvalligen vermaand werden terug te keeren tot de gehoorzaamheid in Christus Jezus. Doch hoeveel reden Romes geestelijkheid kon hebben om te jubelen, de Hervorming in Frankrijk was door de gruwelen van den Bartholomeusnacht niet vernietigd. Straks hief zij fier haar hoofd op uit de stroomen bloeds, waarin men haar had willen verstikken.

Het koninkrijk Navarre was van den moord verschoond gebleven. Toen daar echter vernomen werd, wat den Hugenooten in Frankrijk was overkomen, werd er een vasten uitgeroepen en openbare bedestonden voorgeschreven. Dit gevoel met de vervolgden beviel den Franschen koning niet. Daarom zond hij zijnen afgevaardigde Grammont naar Beam met zijn edict, waarbij de Gereformeerde godsdienst in Navarre afgeschaft verklaard werd. Dit werd echter het sein tot het verzet, dat straks zich over geheel Frankrijk verspreidde en waarbij de zwaarden ontbloot werden. Zoo begon de 4e burgeroorlog in Frankrijk, die straks nog door andere gevolgd werd. In 1576 verkregen de Hugenooten bij den vrede van Beaulieu volledige godsdienstvrijheid in een groot aantal steden. Hendrik Guise kon niet wel dragen, dat deze voorrechten gegund waren. In gemeenschap met zijnen broeder Lodewijk, kardinaal en bisschop van Rheims en Karel Hertog van Moyenne stichtte hij de zoogenaamde heilige Ligue (verbond), waartoe ook de koning, Hendrik III, verplicht werd toe te treden.

De oorlog ontbrandde opnieuw en werd met telkens grooter verbittering gevoerd. In den achtsten burgeroorlog, die in 1584 begon, en van de zijde der Guisen niet alleen tegen de Hugenooten, maar ook tegen den koning, die de Hugenooten begunstigde, was gevoerd, werd deze laatste door het tractaat van Nimones verplicht, den Protestanten al hunne rechten te ontnemen. In den slag bij Coutras vernietigde Hendrik van Navarre, die zich aan het hoofd der Hugenooten gesteld had, het vijandelijke leger. Daar hij echter verzuimde, van het behaalde voordeel gebruik te maken, herstelden de Guisen zich weer en werden zelfs zoo overmoedig, dat zij Hendrik III onttroonen wilden. De koning redde zich door de beide oudste Guises te laten vermoorden, waarna hij zich in de armen der Hugenooten wierp. Doch hierdoor redde hij zich niet. Hij viel in de handen van den Dominicaan Clement. Vier jaren hierna beklom Hendrik IV den troon, onder wiens regeering de Hugenooten ruste genoten.

Onder Hendrik III bleef het martelbloed vloeien. Op bevel van den pauselijken legaat d'Armagnae werd de predikant la Haye, ter wille van zijne belijdenis, ter dood gebracht.

Ook de twee gezusters Foucault vielen als slachtoffers van Romes haat tegen de Gereformeerden. De eerste zuster heette Radegonde, dochter van den heer Jacques Foucault, procureur bij het parlement van Parijs, en we­ duwe van Jean Sucault. Zij was 40 jaren oud en hare zuster Claude 4 jaren jonger.

Beiden werden den zgen October 1587 gevangen genomen, de eene in het dorpje Pierrefitte, dicht bij Parijs, de andere in de voorstad St. Germain, omdat zij verklaard hadden, dat zij niet naar de mis terugkeeren wilden noch den waren godsdienst afzweeren. In de gevangenis van Chatelet werden zij gescheiden. Bij verschillende gelegenheden ondervroeg men haar over verschillende punten van den godsdienst, zooals het H. Avondmaal, de aanroeping der heiligen enz. Het oordeel harer ondervragers Johan Prevost en Christophle Aubry was, dat de gezusters stijfhoofdig haar gevoelen handhaafden en geen andere leer wilden gelooven, dan die van de Gereformeerde kerk. Daarna werden zij bij elkander geplaatst en beschuldigd, dat zij het gebod des konings weerstreefden, dat beval, om óf het rijk te verlaten, óf den Christus der H. Schriften af te zweren. Zij antwoordden, dat zij bereid waren Frankrijk te verlaten, als haar gelegenheid gegeven werd, om hare kleine benoodigdheden bijeen te brengen. Zonder op haar verzoek acht te geven, hield men haar gevangen tot den 7 en November, toen de advokaat en procureur des konings in Chatelet en een doctor van de Sorbonne met haar redetwistten, om ze van het ware geloof af te trekken. Doch de Geest des Heeren deed haar triumfeeren. Hierover verbitterd klaagden de vijanden de gezusters bij den koning aan. Geruimen tijd liet men de vrouwen in de gevangenis zitten, waar zij dikwijls gekweld werden door priesters en monniken, die haar van den weg der waarheid zochten af te brengen. Doch ook hier wederstonden de vrouwen hare aanvallers.

Vrijdag voor Paschen bezocht de koning in persoon de beide gevangenen en vroeg haar, waarom zij niet wilden terugkeeren in den schoot der Roomsche kerk. Hierop antwoordden zij bescheiden, dat zij dit niet konden doen, omdat Gods Woord het hun verbood: s Waarom hebt gij dan Frankrijk niet verlaten, zooals ik u bevolen had" vroeg de vorst. Hierop antwoordde de weduwe: sSire, ik heb drie jonge kinderen. Toen u den tijd van 6 maanden, den Gereformeerden toegestaan, verminderde tot 14 dagen, heb ik toch mijn uiterste best gedaan, om het mij toekomende geld te innen. Doch mijne schuldenaars wezen mij af en mijn wijngaardpachter te Pierrefitte beschuldigde mij van ketterij en liet mij en mijne zuster in deze gevangenis zetten. Doe u nu, sire, ons de kerkerdeuren openen, en wij zullen dadelijk Frankrijk verlaten." »'t Is nu te laat, " hernam de koning, > ik kan niets meer vooru doen, tenzij ge terugkeert tot de mis." Eenige doctoren der Sorbonne zochten met de vrouwen te redetwisten, doch de koning kwam tusschenbeide en zeide: sWij zijn hier niet gekomen om te twisten. Men sluite beide vrouwen op en late niemand met haar spreken. Een half uur later bezocht haar de hertog de Longeville, die ze aanried de mis bij te wonen. Doch zij antwoordden: jdat geen aardsche macht over haar gevoelen mocht heerschen."

Ook de Fransche koningin bezocht ze. Eenigen tijd daarna werden de gezusters door de rechters van Chatelet veroordeeld om opgehangen te worden. Zij kwamen in hooger beroep bij het parlement, doch dit bevestigde het vonnis. Omstreeks den namiddag van haar doodsdag, werden zij naar de strafplaats geleid, waar zij standvastig bleven bij de ware leer. Toen de weduwe boven aan de ladder kwam, wierp zij het houten kruis weg, dat men haar met kracht in de handen gebonden had. Hierover ontstak het volk zeer in toorn en wierp de vrouw met steenen. Toen sneed de beul haar af en viel zij half dood in het vuur, waar zij stierf. Dit geschiedde den 28sten Juni 1588.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 mei 1895

De Heraut | 4 Pagina's

De Martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 mei 1895

De Heraut | 4 Pagina's