Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerstfeest

Het Kerstfeest nadert en met het Kerstfeest de Kerstvreugde. AV^i^' ^^n feest is niet een oorzaak van droefenis, maar van blijdschap.

Er zijn niet weinig menschen en kinderen die dat laatste \ft\ gelooven en toestemmen, en dus zich op het feest wel verheugen, maar het eerste er al laten. sKerst" is 'tzelfde als sChristus." Wie zich cp het Christusfeest verheugen wil, moet dan ook verblijd zijn in en door Christus. Anders heeft zijn vreugd met dat feest niets te doen, en is een vreugd buiten Hem, ter gedachtenis en ter eere van wien dit feest wordt gevierd.

't Is het feest van de geboorte onzes Heeren. Nu lezen wij in de Schrift, dat zich over Zijn geboorte, toen die plaats had, velen verblijdden, engelen en menschen.

De engelen zongen een loflied Gode ter eere; zij verkondigden groote blijdschap aan de herders. En niet alleen deze mannen, ook Maria, de moeder des Heeren en de profetes Anna en de grijze Simeon en de wijzen uit het Oosten, ja wellicht nog velen meer, hebben zich verheugd toen het Kindeke was geboren, de Zaligmaker, welke is Christus.

Doch al hun vreugde was een blijdschap in den Heere. Maria zeide: sMijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker." Simeon was verheugd, omdat zijn oogen des Heeren zaligheid hadden gezien; de wijzen verblijdden zich toen zij de ster zagen, die hen tot Christus leidde; de herders toen zij naar het woord des Engels het Kindeken vonden, liggende in de kribbe.

Zie, dat was nu de ware Kerstvrengde. Er kan op het Kerstfeest heel veel vreugd zijn over gansch iets anders dan het feest ons herinnert. Dat is de blijdschap dergenen^ die God niet kennen, en hun heil niet in Christus zoeken.

Zij vieren ook feest, hebben het goed, gaan uit, eten en drinken smakelijk, versieren ook nog wel soms een Kerstboom of geven en ontvangen Kerstgeschenken, en nemen er eens eenige goede dagen van. Maar dit alles is geen Kerstfeest vieren. We lezen ook niet, dat degenen die zich verblijdden, toen onze Heere Christus geboren was, vroolijk waren over allerlei geschenken die ze kregen, of over uitgaan en pleizierige dagen, — neen, er was maar één zaak die hen verheugde, die heel hun hart vervulde met een onuitsprekelijke, heerlijke vreugd. Dat was de komst van Christus, den Heiland, den geboren Koning der Joden.

Dat is de ware blijdschap. Wie die heeft, kan, al heeft hij ook van het aardsche niet veel, toch zingen:

»Gij hebt meer vrengd me in 't hart gegeven Dan and'ren smaken."

Het is zeker heel goed en begrijpelijk dat gij, vrienden, u verblijdt over veel aangenaams, dat u 't Kerstfeest brengt. Er is vacantie, menigeen krijgt iets, weer een ander gaat een poosje naar familie of vrienden, anderen '^eer hebben gasten van buiten. Velen ook geven wat aan anderen die niet hebben, en zoo worden gevers en ontvangers blij gemaakt. Maar meent nu toch vooral niet, dat dit genoeg is. Ik weet, vele kinderen denken zoo, of liever, ze denken heelemaal niet, en zijn maar blij over al het goede dat zij wachten en verlangen er naar. Maar er is wat beters.

De blijdste boodschap, het heugeHjkste van alles, en het eenige dat blijft en wat beteekent, is 'tgeen ons beschreven staat in Lukas II.

0. Dat weet ik al, zeggen velen, en sommigen kunnen er bijvoegen: dat kennen we zelfs uit het hoofd.

Kostelijk ! Weest er niet trotsch op, maar dankbaar voor. Evenwel, 't is nog volstrekt niet genoeg. Ja, 't zal u weinig baten, vrienden, als ge niet verder komt. De herders hoorden dat Christus geboren was en zij verblijdden zich. Herodes hoorde het ook, en hij werd ontroerd. Ziet gij nu wel, dat het niet genoeg is 't alleen te weten? De vraag is maar: gaat het ons aan? Zijn we er bedroefd of verblijd om ? Tot dit laatste moet het komen, eii ieder bij wien het niet zoo is, doe als de wijzen. Hij moet gaan tot dit Kindeke en het aanbidden, opdat hij door het Kind van Bethlehem gezegend worde. En wie dit doet, die viert in waarheid Kerstfeest, het feest van Christus. Die dan niet alleen voor hem, maar ook in hem geboren is.

AAN VRAGERS.

Een lezer uit N.-Amerika zond ons vóór eenigen tijd een aantal vragen. Om hem, die zoo ver woont, niet al te lang te laten wachten, zullen we alvast met het antwoord beginnen op een tweetal, die de uitspraak betreffen:

1. Moet men de ch van 't woord s Christus" als cli of als k uitspreken ?

Deze ch is een Grieksche letter, die in vele woorden voorkomt, welke in onze taal zijn overgenomen, b. V. chronologie, christen, chroniek, chronometer, chrysanthemum, chrestomatie, archangel, monarch.

Nu is het, in 't algemeen gesproken, zeker goed die ch als k te laten klinken. In 't Fransch en Engelsch geschiedt dit dan ook altijd en in het Nederlandsch veelal. Zelfs schrijft men vaak k, als »in kroniek". Ook vindt men soms s/^ristelijk".

Staat echter de ch aan 't eind van een woord, zooals in monar^//, dan wordt zij in onze taal steeds ongeveer als g uitgesproken of liever gelijk in de echt Nederlandsche woorden recht, macht enz. Evenzeer waar is, dat men die uitspraak ook meermalen verneemt aan 't begin der Grieksche woorden b. v, in christelijk, chronometer e. a. Dit nu is, al verdient de uitspraak als k de voorkeur, evenmin bepaald verkeerd als wij er veel aan doen kunnen. Goed spreken we de Grieksche woorden toch zelden uif, als ze in onze taal zijn opgenomen.

In alle geval zouden we aan de uitspraak > kristelijk" enz., al schrijft men Ch, de voorkeur geven.

Hoe is de uitspraak van heirscharen, meiren, waereld, Balthasar Geraerds, en waarom?

De tweede letter in deze klanken ei en ae is hier 'tzelfde als de verdubbeling der eerste letter. Oudtijds deed men dit anders dan nu; ei is dus ee, ae = ae (Ileir, DuitschHeer. — Meir, thsiVis Meer. — Haar Eng. Hair). In »waereld" is eigenlijk een letter te veel.

Kort gezegd, raden we dit aan: Spreek ae altijd uit als aa (maar niet ao) d. i. in goed Nederlandsch zweemende naar ê, —; lees meiren als meeren; heir als hêr = om verwarring met heer (meester) te voorkomen, en swaereld" of »wereld" niet weereld, want zoo heeft het nooit geheeten, maar wereld (zooals men ook wel hoort in pèrel of 't Fransche père). Onze vaderen schreven soms swerrelt, " en die schrijfwijs was nog zoo slecht niet.

Uitvoeriger kunnen we hier moeilijk zijn ; we hopen echter dat het duidelijk is. '

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 december 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 december 1895

De Heraut | 4 Pagina's