Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

EENE REIS IN DE MIDDELEEUWEN.

X.

WIJS EN DWAAS.

Het blijkt uit de verhalen van Marco Polo, dat E e Groot-Khan zorgde steeds van alles wat in in ijn ontzaglijk groot rijk plaats vond, op de oogte te blijven - • wel te verstaan voor zoover , ' 't van belang voor hem was. Dit zou in onzen tijd al niet zoo gemakkelijk zijn voor iemand, die over heel een werelddeel gebiedt, maar hoeveel te meer in dagen toen men noch stoombooten of ook stoomwagens, evenmin als telegrafen en dergelijke inrichtingen kende.

Toch was het uitvoerbaar. En wat we er van lezen doet ons denken aan wat we lezen in Esther 3:12 en 15:

sToen werden de schrijvers des konings geroepen, in de eerste maand, op den dertienden dag daarvan, en er werd geschreven, naar alles wat_ Hdman beval, aan de stadhouders des konings, en aan de landvoogden, die over elk landschap waren, en, aan de vorsten van elk volk; elk landschap naar zijn schrift, en elk volk naar zijne sprake. Er werd geschreven in den naam des konings Ahasvéros, en het werd met des konings ring verzegeld. De loopers gingen uit, voortgedrongen zijnde door het woord des konings, en de wet werd uitgegeven in den burcht Siisan." En verder in Esther 8:10 en 14:

»En men schreef in den naam vim den koning Ahasvéros, en men verzegelde het met des konings ring, en men zond de brieven door de hand der loopers te paard, rijdende op snelle kemelen, op muilen, van merriën geteeld. De loopers, die op snelle kemelen reden en de muilen, togen snellijk uit, aangedreven zijnde door het woord des konings. Deze wet nu werd gegeven op den burcht Siisan."

't Was in het rijk van Dsjenges-Khan, gelijk ik reeds vroeger zei, ongeveer op dezelfde wijs ingericht als in dat van Ahasvéros, 'twelk echter kleiner was, schoon nog zeer groot, daar het zich - uitstrekte van Indië tot Moorenland, dus over een deel van Azië en Afrika. De Khan had een flink ingerichten postdienst en koeriers of boden in heel zijn rijk. Met sfabelachtge snelheid"^ vernam hij steeds door die boden, van welke altijd een aantal op reis was, wat er in de wereld omging. En die snelheid, zegt Polo zeer terecht, is altijd de gezellin der zegepraal. De veldtochten o. a. van Prins Maurits hebben dat ook bewezen.

Zoo kon Koeblai, die steeds een bijzonder sterk leger op de been had, dadelijk heen trekken naar plaatsen waar te vechten viel. Nu eens tegen vreemde volken, maar ook wel tegen vroegere vrienden, of die althans zoo geheeten hadden, 't Waren namelijk stadhouders die, over verre gewesten heerschend, dachten: de Khan zit heel in Peking; wij kunnen wel doen wat wij willen en onafhankelijk regeeren. Dit kwam in die groote Oostersche landen veel voor. Denk o. a. aan koning Zedekia, die wel geen stadhouder was, maar toch een leenman des konings van Babel, van welken hij afviel. Zulke heden echter rekenden onder Koeblai buiten den waard of hever buiten den Khan. Want eer zij 't vermoedden, wierp hij zich met zijn Tartaren op hen, versloeg hen en maakte aan hun gezag een eind. Ge begrijpt nu wel waarom zulk een postdienst hoog noodig was, en misschien herinnert ge u ook nog wel wat ik vroeger vertelde over de snelle loopers of boden in China. Dit was ook een deel van Koeblai's rijk.'

Als Marco Polo van zijn vreedzame reizen of ook wel van de krijgstochten en veroveringen die hij had bijgewoond, terugkeerde, was het doel zijner reis steeds de beroemde, bloeiende hoofdstad van het groote wereldrijk. De hoofdstad heette toen Khan-bahgh, door Marco Polo Kambaloe genoemd en tegenwoordig Peking. Toen de Khan Koeblai eenmaal het noorden van China had veroverd, had hij deze stad tot zijn voornaamste woonplaats verheven en er door groote bouwwerken een schitterend verbliji van gemaakt voor zijn hof. Natuurlijk dacht hij er vele jaren te wonen. Doch wat gebeurt?

Nog zeer kort woonde Koeblai te Peking, toen de sterrenwichelaars, van welke hij er vele aan zijn hof had, hem vertelden, dat de stad Peking tegen hem in opstand zou komen. Koeblai-Khan echter besloot den waarzeggers te slim te wezen. Wat deed hij daartoe? Wel, hij liet eenvoudig vlak tegenover de oude stad een nieuwe bouwen! Deze nieuwe hoofdstad had niet dan rechte straten, getrokken als de lijnen op een dambord. Elk vierkant had .wachttorens, uit welke men 't geheel gemakkelijk overzien kon. De stad Peking ziet er thans nog zoo uit. Toen de nieuwe stad klaar was, moest al 't volk uit de oude zijn boeltje pakken en naar de nieuwe gaan verhuizen; dat ging vrij wel, maar dat alles op den verhuisdag ; , zoo goed afliep, durf ik niet zeggen.

Gij ziet, vrienden, op welk een wijs zulk een Aziatisch vorst te werk ging. Om een enkele dwaze gedachte van hem moesten miUioenen menschen een andere woonplaats zoeken. Tevens echter bemerkt gij, hoe die groote Khan toch recht ongelukkig was, wijl hij, gelijk zoovele heidensche vorsten, afhing van de sterrenkijkers en guichelaars. Of hij nu hun woord volkomen geloofde of niet, moet gij, na 'tgeen ik u heb meegedeeld, maar zelf eens uitmaken. Denkt echter eerst goed na! Wat de voorspelling betreft, ik weet niet dat daar iets van gebeurd is. Misschien wel, wijl het nu niet meer kon.

Peking was niet de eenige stad in het groote rijk rijk der Tartaren, die meer dan een millioen inwoners telde. Het was in dat rijk alles leven en beweging. Er werden allerlei ambachten beoefend; er was veel verkeer en een zeer levendige handel. Die laatste werd zeer bevorderd door het aanleggen van een net kanalen en vaarten. Vooral merkwaardig is het groote, beroemde »Keizerkanaal", dat Koeblai liet graven en 'twelk nog bestaat. Het is, gelijk de groote Chineesche niuur, een waar reuzenwerk. Het vormt een verbinding tusschen de steden Peking en Nangking en de twee groote rivieren, de Hwangko en de Jangtsekiang (of voor wie dat niet kan uitspreken. Gele en Blauwe rivier) en van daar over Soetsjui-foe met Hang'tsjui-foe en de groote zee. Op de kaart moet gij dit kanaal eens zoeken, en meteenjzien welk een grooten weg men met behulp van dit kanaal, dwars door het land, te ater kan afleggen. Van aardrijkskunde en kaarenteekenen evenals van waterbouwkunde moeen die Mongolen ook goed verstand hebben ehad. Zulk een onderneming uit te voeren was chter slechts mogelijk voor een machtig heercher, die over milüoenen werklieden kon bechikken. f d e

De stad Hang-tsjui-foe was destijds zeker de ijkste en grootste ter wereld, veel grooter dan arijs of Londen; Amsterdam bestond toen nog er iiatiwernood. Marco Polo, die veel te Hangsjui-foe kwam, geeft vin haar een beschrijving ie doet denken aan een groote wereldstad in nropa uit onzen tijd, en niet aan een uit de iddeleeuwen achter in Azië. Men vond er b.v. ngeveer alle openbare inrichtingen die nu een roote stad heeft (telegraafkantoren en stoomabrieken natuurlijk uitgezonderd). De stad had verdekte markten, ' groote slachthuizen, een brandeer, prachtige schouwburgen, badhuizen, plaaten om zich te vermaken, ja ook zelf iets als at men bij ons den ^burgerlijken stand" noemt. erst s eeuwen later werd Amsterdam zulk een richting rijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 februari 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 februari 1896

De Heraut | 4 Pagina's