Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pantheïme.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pantheïme.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De, Daubanton heeft de verschilleiide artikelen, waarin hij een recensie gaf van Dr, Kuypers Encyclapaedie, thans in een boekdeel vereenigd, afzonderlijk uitgegeven bij Kern'iïk en Zoon te ü'recht.

Ons blad is er geen blad naar, om op deze recqpsie in te gaan.

Slechts wenschen we te constateeren, hoe deze recensie in menig opzicht een model mag heeten, ook wat betreft den waardeerenden geest en toon.

Voor een Synodaal predikant, en die beslist Ethisch is, behoorde er zekere moed toe, om in een tijdschrift uit zijn eigen hoek, een werk van Dr, Kuypers hand zoo hoog aan te slaan. Een moed, dien ook wel Ds. Ulfers te Rotterdam onlangs in het Rotterdamsch Predikbeurtenblad had, en toonde hoe de Chineesche muur van kerkelijke bitterheid allengs gaatjes krijgt. Maar een moed die toch nog steeds mag gesignaleerd.

Dr. Daubanton is bovendien op de hoogte van het onderwerp, thuis in de literatuur, en daardoor in staat hier en daar doeltreffende critiek te leveren, waarvan bij latere uitgave ongetwijfeld profijt zal worden getrokken.

Thans wijzen we slechts op ééne > redesnede, " gelijk men weer zeggen gaat, die voorkomt op blz, 191, en handelt over Dr. Kuypers Pantheïsme.

Ook Dr, Daubanton is namelijk van oordeel, dat er in het stellen van den Christus, als »het subject der herboren menschheid, " metterdaad eenig gevaar van dien kant schuilt.

Ziehier hoe hij zich uitlaat:

Daar Dr. K. het subject der wetenschap in het algemeen streng realistisch construeerde, moet hij evenzoo doen met het subject der wetenschap in den kring der palingenesie beoefend, en evenzoo doen met het subject bepaaldelijk der Theologie. »De wetenschap der Theologie is die logische actie van het generale subiect der herboren menschheid, waardoor het, s bij het licht des Heiligen Geestes, de geopenbaarde kennisse Gods in zijn bewustzijn opneemt en uit zijn bewustzijn reflecteert". Wat is, wie is het generale subject der herboren menschheid ? Is het wel realistiesch gedacht, maar dan toch als in de menschheid inhaerent, naar het bekende »universale in re" ? Dat schijnt in menigen passage zoo te zijn. Maar elders verklaart K. uitdrukkelijk: »Christus is dit generale subject in centralen zin", jQhristus is het centrale subiect". Zoo wordt, ni fallor, de apostolische leer van Christus als het Hoofd der Gemeente in een haar vreemde omgeving ÏLgedragen. Christus wordt hier niet voorgesteld als subject der Theologia unionis, maar als centraal subject der Theologia Viatorum , ... iets wat, zoover ik weet, eenig is in de geschiedenis der gereformeerde Theologie, Ik zie niet hoe bij een consequent doortrekken van de hier aangegeven lijnen de wezenlijke onderscheiding tusschen Christus en de herboren menschheid te behouden is. Of het »ik" van Christus wordt gehandhaafd — maar diin is de herboren menschheid, op zich zelf beschouwd, een bewustlooze grootheid, zij heeft geen nk" dan Christus' nk". Of het reahstisch geconstrueerde ik-bewustzijn der herboren menschheid wordt gehandhaafd — maar dAn is er geen plaats in haar voor een persoonlijken Christus als haar generaal subject. Alleen op pantheïstischen weg is er aan het dilemma te ontkomen. Maar tot wat prijs! Christus staat als een soort natura naturans tegenover de herboren menschheid als een soort natura naturata. In wezenlijkheid echter verhest zich die onderscheiding in het ro iv y.mi ro wnv. Er gingen dan ook reeds stemmen op in onze theologische waereld die Dr. K. van pantheïsme beschuldigden. Men zij hiermede voorzichtig. Van bedoeld, van gewild pantheïsme kan, k priori geredeneerd, geen sprake zijn bij een denker, die zoo beslist opkomt voor het theïsme van Schrift en Belijdenis. Zijn er in de wijsgeerige constructiën van zulk een man momenten, die bij logische ontwikkeling tot pantheïsme leiden, dan moeten ze als indringers gebrandmerkt worden en verwijderd door de stuwkracht van het theïstiesch beginsel. Een vonnis ter veroordeeling der geheele constructie leest er niet uit saam, wie gevoelde, wat raadsel het is, bij dieper indenken van de dingen, tot monisme te komen met behoud van de ethische grootheden, van de persoonlijkheid in God en mensch. Toch wachten wij van den theoloog, al treedt hij als encyklopaedoloog op het gebied der Wijsbegeerte, dat hij meer dan voor het eerste, voor het laatste interesse wake.

Mag hier nu niet van model sprake zijn ? D. w. z. van een voorbeeld, hoe men, zulk een bedenking op het hart hebbende, die het publiek kan voordragen, ter broederlijke waarschuwing, zonder dat er van verdachtmaking of kvvetsende uitlating ook maar sprake is.

Natuurlijk gaan we in ons weekblad op dit geding niet in.

Om met vrucht dit vraagstuk te bespreken, zou eerst dienen vast te staan, wat Pantheïsme is, in welke verhouding de ujiiversalia tot de res staan, d. w. z. de algemeene waarheden tot de verschijningen waarin ze uitkomen, en het subject in een organisch geheel tot de subjecten in zijn ledematen; en zooveel meer.

Zoolang dit alles niet haarfijn bepaald is, spreekt men bij zulk een discussie in het honderd.

Wat we daarom alleen willen doen, is op practisch enbijbelschc wijze, het belang aangeven van Dr. Kuypers voorstelling.

In tal van eeuwen zijn er in tal van landen allerlei theologen geweest, die gearbeid en gezwoegd hebben, zonder van elkaar af te weten. Toch blijkt daarna van achteren, dat uit aller verstrooiden arbeid allengs zeker geheel te voorschijn komt. Zekere bouw, die een fundament heeft, ca vaste lijnen vertoont.

Die eenheid van fundament, die vaste lijnen moeten een oorzaak hebben. Die oorzaak kan alleen in een bewust wezen liggen. Waar een bouw te zien is schuilt een bouwmeester.

Die bouwmeester nu is het cenhcids-subject dat den arbeid van de onderscheidene opperlieden, zonder dat zij het zelvea wisten, beheerschte, niet alleen ^op het gebied der theologie, maar ook der wetenschap.

Hij nu die, buiten zonde gerekend, deze eenheid in aller denken en arbeid tot stand brengt, is op algemeen wetenschappelijk gebied God de Heere.

Hij vsclit aller g.xng, leidt aller studiën, schiep aller aatiki; ', liüssierade alkr levesislot.

God de Heere, als de Opperste Wijsheid, ea ia aller denken de Goddelijke Denker, die hea als instrument gebruikt.

Is het nu zoo buiten zonde, dan blijft het in hoofdzaak alzoo ook in de herboren inenschheid, en dus ook op het erf der Theologie.

Alleen maar die herboren menschheid vormt één Lichaam, met den Christus als het Hoofd, en aan dien Christus zijn van den Vader overgegeven alle dingen, zoodat de Vader niets werkt in die herboren menschheid dan door den Heere Jezus Christus.

iWij hebben éénen God en Vader, uitwien alle dingen zijn, en éénen Heere Jezus Christus, door wien alle dingen zijn"

Zal men nu zeggen, dat ons heilig weten, dat onze studie van het heilige hiervan is uitgezonderd ?

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 mei 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Pantheïme.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 mei 1896

De Heraut | 4 Pagina's