Officiele Berichten.

Met verkorting uit het Kerkblad van 12 /uni 1896,

Classe Tiel, gehouden te Zaltbommel den izden Mei 1896.

Ds. W. J, de Haas is naar toerbeurt praeses.

De praeses stelt aan de orde de bespreking van de verschillende rapporten.

Het rapport van curatoren der Theologische School wordt toegelicht, maar niet besproken.

In zake de Zending wordt het volgende voorstel van Culemborg aangenomen:

In zake de Zending onder Heidenen en Mohammedanen besluite de Synode, bijaldien de tegenwoordige methode van werken, door de kerken vooralsnog gehandhaafd mocht worden :

a. dat het getal der tegenwoordige deputaten voor het vervolg tot tien zal teruggebracht worden.

1^, dat, te beginnen met de eerstvolgende Provinciale Synode na de Generale Synode te Middelburg, ieder der Synoden een deputaat voor de Zending aanwijze;

c. dat de deputaten gekozen zullen worden voor een Synodejaar;

d. dat deze deputaten ieder aan hun Provinciale Synode jaarlijks een breed en gedetailleerd rapport, de werkzaamheden der Zending betreffende, zullen overleggen.

Na bespreking van het rapport van deputaten van de kas voor Emeritische Predikanten, Predikants-Weduwen en - Weezen, nam de Classis de resolutie van de Classis Middelburg over.

Na breedvoerige behandeling van het rapport in zake de opleiding van aanstaande dienaren des Woords, besluit de Classis:

a. dat de Generale Synode het rapport, wat zijne algemeene strekking betreft, ter zijde legge;

b. dat het praeparatoir examen bij de Classis kome;

c. dat de Theologische Faculteit der Vrije Universiteit in nauwer verband tot de kerken kome dan in 1892 besloten is.

Omtrent het rapport van deputaten voor de Zending onder de Joden stelt de Classis voor, het voorstel van rapporteurs aan te nemen, indien zoodanig persoon in de Gereformeerde kerken gevonden kan worden,

Classe 's-Gravenhige, gehouden Dinsdag 19 Mei 1896,

In het moderamen nemen zitting Ds. Van Lummel als praeses; Ds, Koopmans als assessor, '

Op het schrijven, namens de Classe door deputaten, gericht aan de Gereformeerde kerk van le Pretoria, was antwoord ingekomen van de Algemeene vergadering der Gereformeerde kerken in de Zuid-Afrikaansche Republiek, In dit antwoord werd o, a, de groote behoefte uitgesproken aan Gereformeerde onderwijzers. Met het oog daarop wordt met algemeene stemmen het navolgende voorstel aangenomen: »De Classe '-Gravenhage, vergaderd 19 Mei 1896, besluit aan de vereenigde kerken in Transvaal te antwoorden, dat hare kerken gaarne bereid zijn gevolg te geven aan den in het schrijven harerzijds uitgesproken wensch. Daar het echter onze kerken niet duidelijk is, op welke wijze die hulp zou kunnen worden verstrekt, dragen zij aan de broeders Van der Valk, Sikkel en Van der Linden op de volgende vergadering dienaangaande te rapporteeren, waartoe zij ook inlichtingen zullen vragen aan de broeders in Transvaal; deze drie broeders tevens machtigende om, mocht de mogelijkheid daartoe reeds nu blijken te bestaan, een onderzoek in te stellen naar de uit te zenden onderwijzers en de uitzending van Gereformeerde onderwijzers zooveel mogelijk te bevorderen, "

's-Gravenhage B stelt voor een handeling te doen uitgaan van de Generale Synode tegen de officieele erkenning van den Neo-Malthusiaanschen bond.

Met algemeene stemmen wordt het voorstel aangenomen: »De Classe den Haag verzoekt de Proy, Synode van Zuid-Holland, aan de Generale Synode onzer kerken in overweging te geven de vraag, of het niet op haar weg ligt, om voor de eere Gods, den eisch van des Heeren Woord, de roeping der overheid en het heil onzes volks, zich te richten tot de Koningin-Regentes, naar aanleiding van de erkenning van den Neo-Malthusiaanschen bond als rechtspersoon.

De voorstellen van de deputaten voor de Zending onder de Joden worden onuitvoerbaar geacht; wel wordt door de Classe de wenschelijkheid uitgesproken, dat een persoon worde aangewezen om onder de Joden te arbeiden.

De aanneming van het voorstel van curatoren en de nota van de minderheid der deputaten wordt zeer wenschelijk geacht,

Classe Leiden, vergaderd te Leiden 20 Mei 1896.

Ds. J. Strijks is praeses.

Het iCuratoren-voorstel" wofdt, op eene enkele uizondering na, gunstig oiptvangen;

over het > Rapport Opleiding" wordt geoordeeld :

a. Het praeparatoir examen worde door de Prof. afgenomen.

b. 0.ntrent den studiegang niets te beslissen.

c. Het verband met de Theologische Faculteit der Vrije Universiteit aan te houden, zooals het is.

d. Het rapport geeft niet genoeg. Eenheid is goed, maar eenheid in opleiding wordt er in gemist.

Het rapport van de sEmerit. Kas" overwegende, leidt tot het algemeen oordeel, deze kas Provinciaal te maken.

Classe Zutfen, gehouden te Vorden, 20 en 21 Mei 1896.

Ds. J. N. Lindeboom is preases.

Het rapport van deputaten van de Generale kas ten behoeve van Emeriti predikanten enz. wordt besproken.

Verschillende gevoelens worden ten dezen uitgesproken.

Na breedvoerige bespreking wordt ten slotte een voorstel aangenomen, van dezen inhoud: de algemeene kas] voor] de pensioneering van van Emeriti predikanten enz. te behouden; vast te stellen een bepaald en voldoend pensioen voor een emeriti predikant., voor de weduwen en voor elk minderjarig kind; en het alzoo hiervoor be noodigd bedrag te verkrijgen, door een omslag over de Provincies, die dan de Classes kunnen opdragen elke kerk voor een zeker percent aan te slaan.

Het rapport Joden-zending wordt besproken : eerst in het algemeen in verband met enkele daarin voorkomende uitdrukkingen, en daarna in het bijzonder over de conclusiën van dat rapport.

Besloten wordt conclusie I aan te vullen, achter sbenoeme, " met: izoo nwgelijk^^ Conclusie II wordt verworpen; doch de Ille en IVe aangenomen.

De »Handelingen der Curatoren-vergadering 19 Sept. V. V. 1895." komt in bespreking.

De een zou gaarne enkele opmerkingen en amendementen op 't voorstel tot reorganisatie der Th. School maken; een ander wenscht, dat in Art. 14 van het reglement van de gymnasiale opleiding worde opgenomen, dat jkan" slaat op uitzonderingen^ zooals ontwikkeld is op pag, 31 v. v. van de bekende brochure »Theologie en Opleiding — enz. enz.

De deputaten Synodi kunnen hun winst met de gemaakte opmerking doen; een bepaald besluit wordt ten dezen niet genomen.

Het «rapport in zake de opleiding van a. s Dienaren des Woords enz." komt in bespreking. Naar aanleiding van dit rapport worden verschillende opmerkingen, vragen en antwoorden te berde gebracht, waaruit deputaten Synodi het gevoelen der Classis-vergadering kunnen afleiden; ook hierin wordt geen bepaald besluit genomen

Classe Klundert, op 2 Juni 1896 te Klundert.

Nadat over een aantal punten besloten is, gee^ nerlei nadere aanwijzing te geven, komen nu in behandeling het rapport van deputaten, in zake de Opleiding van aanstaande Bedienaren des Woords, het voorstel van curatoren, en het afwijkend voorstel van Prof. L. Lindeboom. Na lange discussie wordt in stemming gebracht de vraag, of in Kanapen splitsing behoort te komen tusschen Litterarische en Theologische opleiding? Met 9 tegen 3 stemmen wordt de wenschelijkheid van deze splitsing uitgesproken.

De tweede vraag loopt over Art. 14 van het Reglement voor het Gymnasium in het curatorenvoorstel. Hier staan de stemmen 6 tegen 6. De derde vraag geldt de aldaar in Art. 11 van het School-Reglement voorgestelde wijze van examineeren. De Classe verklaart zich hier voor met 8 tegen 4 stemmen.

Ter verklaring van deze drie stemmingen, moet hierbij gevoegd, dat vooraf een amendeering was voorgesteld van Art. i van het Reglement voor het Gymnasium, om de woorden s opleiding tol den Dienst des Woord" te veranderen in: «opleiding met het oog_ op den Dienst des Woords"; welke amendeering was venvorpen met 8 tegen 4 stemmen.

De vraag, of men Generale Synode-deputaten begeerde voor de praeparatoire examens of Classicale examina, bleef met 6 tegen 6 stemmen onbeslist. Voor het bestaande Curatorenexamen te Kampen pleitte niemand. Over de overige vragen in deze stukken sprak de Classis zich niet uit.

Bij de bespreking van het rapport van deputaten voor de Zending onder de Joden werd een woord van waardeering gesproken over dit rapport; en vervolgens eenparig besloten uit te spreken, dat deze zaak een zaak moest zijn van al de kerken gezamenlijk; dat men geen leerstoel in dezen begeerde, maar welde aanstelling van Broederen (opzettelijk voor dit doel gevormd ofte vormen) om onder leiding van deputaten dezen Zendingsarbeid te verrichten.

Aan de orde komt nu het rapport van deputaten tot de Zending onder Heidenen en Mohammedanen. De praeses spreekt ccn^ warm woord van dank en waardeering voor dit rapport, waarmede de vergadering instemt. Vervolgens worden de conclusiën in zake Batavia en Soerabaia eenparig aangenomen.

De Concept-Regeling voor de Zending wordt tegenover de afwijkende nota Wagenaar-De Gaay Fortman in stemming gebracht, en aangenomen met 9 tegen 2 stemmen. De vraag, of men ook liever kerkelijke vergaderingen gedeputeerd zag dan bepaalde personen, en of men ook uit elke Provincie een deputaat zou willen gekozen zien, worden eenparig ontkennend beantwoord.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen