Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tweede toelichting.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tweede toelichting.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook de heer Xzn Beeck Calkoen was zoo vriendelijk nota van ons schrijven te nemen, en zond ons dit stukske;

UTRECHT, 16 Nov. 1896.

Geachte Iledactie!

Eene zinsnede in Ve Heraut van 8 dezer vermeldde uwe voldoening over de verklaring van den heer Hovy, ten opzichte van de nederlegging zijner betrekking tot de Vrije Geref. Universiteit, en tever^s uwen wensch, om van mij eene verklaring te ontvangen omtrent mijn besluit om de betrekking van Curator neder te leggen.

Geheel te zwijgen op deze zijdelingsche oproeping tot eene openbare verantwoording, zou, al wensch ik de beteekenis van mijn besluit en het belang dat daarin door sommigen mocht worden gesteld niet te overschatten, tot verschillende beschouwing en tot min juiste gevolgtrekking kunnen leiden.

Maar het geven van een antwoord levert voor mij geen gering bezwaar op. Het nederleggen van het lidmaatschap van het Curatorium, waarvan ik deel uitmaakte sinds de oprichting der Stichting die mij lief was, en die ik naar de geringe mate mijner vermogens trouw diende, heeft mij moeite gekost; niet slechts deed het mij leed den arbeid ten haren dienste te staken, maar meer nog het verdwijnen van schoone verwachtingen, die ik gekoesterd had. Het zal den vader niet euvel worden geduid, wanneer hij bij die schoone verwachtingen voor een groot deel het oog had op het welzijn van den geliefden zoon, die kweekeling der Vrije Universiteit was.

Het is dus overbodig ie zeggen, dat ik tot dit besluit niet kwam zonder voor mij overwegende redenen. Die redenen kunnen in den kring der Vrije Universiteit genoegzaam bekend zijn, althans voor zooverre aandacht gewijd is aan mijne beschouwingen over het in den boezem der Stichting gerezen, thans zoo droevig geƫindigd, geschil; want ik ben niet in gebreke gebleven mijne meening in ondubbelzinnige termen uit te spreken.

Maar ik ben in geenen deele voornemens deze mijne meening in het openbaar te uiten Ik zal zelfs vermijden de oorzaak te zoeken waarom door u < eenige verklaring mijnerzijds wordt gewenscht. Ik zal er niet toe bijdragen dat vijandige lieden zich verheugen in onze, te kwader ure, openbaar geworden oneenigheid; want wanneer ik bedroefd ben, dan zie ik on^ gaarne, dat anderen zich in mijne droefheid verblijden. Evenmin stel ik mij eenig goed gevolg voor van eene verklaring mijner gevoelens tegenover hen die meenen, dat het mij aan het noodige doorzicht, om in dezen een juist oordeel te vellen, ontbreekt.

Is dit, in zijne bedoeling zacht en vergoelijkend, verdict rechtvaardig, dan bevat het een bevestigend antwoord op de vraag die ik mij van den aanvang af gesteld heb, of niet zoo ernstige taak als het toezicht op de handhaving van het zuivere beginsel, in de Vrije Universiteit, voor mij te zwaar was; eene vraag van welker beantwoording ik thans ben ontheven.

Ik heb gemeend mijn plicht te doen door mijn ambt neder te leggen. Ik meen niet, dat het mijn plicht is, van dien stap in het openbaar verantwoording te doen.

De genegenheid mijns harten, mijne hoop en mijne wenschen voor haar welzijn, blijven aan de schoone stichting verzekerd.

Met hoogachting.

Uw dienstw. dienaar A. W. VAN BEECK CALKOEN.

Natuurlijk eerbiedigt onze redactie dit standpunt.

Zeer terecht wijst voorts de geachte schrijver er op, dat het allmm discipulorum te duidelijk van zijn hartelijke sympathie voor de Vrije Universiteit getuigt, om niet te beseffen wat het nederleggen van zijn ambt hem gekost heeft.

Dat die sympathie aan de Vrije Universiteit verzekerd blijft, ook na de beslissing die te Leeuwarden in zake het beginsel viel, is ons een oorzaak van blijdschap.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 november 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Tweede toelichting.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 november 1896

De Heraut | 4 Pagina's