Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerstfeest.

Er zijn veel »Kerstliederen" en nog meer sKerstverhalen", ja er komen ernog telkens bij.

Toch is er wel beschouwd maar één Kerstlied en één Kerstverhaal. Het eerste vindt ge in Lukas 2 en noemen wij gewoonlijk den »Engelenzang". Het tweede is te vinden in meer dan een Evangelieboek.

Dat Kerstverhaal hebben we allen vaak gehoord en gelezen, wat kostelijk is, wijl we het nooit te veel en te goed kunnen overdenken en in ons hart bewaren. Zoo weten we dan ook hoe, toen de Heere Christus geboren was, tot Hem kwamen wijzen uit het land van het Oosten, en Hem |aanbaden en Hem geschenken kwamen brengen, goud, wierook en mirre, gaven die voor een Koning passen.

Dat deden heidenen, maar heidenen die den geboren Koning kwamen zoeken en bezoeken, en die daarin de Joden beschaamden, die de Wet en de Profeten hadden en toch ziende niet bemerkten en verstand noch lust toonden, om te letten op het groote, heerlijke wonder door God gewerkt.

Er waren dus weinigen, die den Heere Christus zochten, en velen die naar Hem niet vraagden. Zoo is het ook nog nu, en elk Kerstfeest bewijst het weder. Waot al verblijden zich velen in des Heeren geboorte, het is toch altijd nog een kleine schare, vergeleken bij hen die dit niet doen, of die alleen den schijn er van hebben.

Intusschen, diegenen hebben het beste deel, die navolgers der Oostersche wijzen zijn en uitgaan om den Messias te aanbidden, den Zaligmaker van zondaren.

En zoo ge recht Kerstfeest vieren wilt, dan is dit alleen mogelijk als ook gij, vrienden, voor dien Koning nederknielt e.i dit Kindeken aanbidt, want Hij is ook uw Koning, gelijk van al wat bestaat, en dit Kindeken is geboren ook J voor u.

Maar nu weet gij ook, dat de wijzen niet alleen aanbaden, maar ook geschenken brachten. Had de Heere Christus die noodig? Neen, want Hij is het door wien alle ding gemaakt is, en al wat in de Schepping is staat Hem ten dienste. Maar uit die gaven bleek, dat de wijzen hem eerden als een Koning, gelijk Hij was, en zoo waren dan die gaven goed en aangenaam, al gaven zij het slechts uit des Heeren hand.

Gaven als die van de wijzen kunt gij den Heere Christus niet brengen. Het behoeft ook niet. Willen we iets van het onze offeren, dan heeft Hij ons gezegd op wat wijs we het anderen zoo kunnen doen als gold het Hem zelf. Doch hiermede eeren wij den geboren Christus het meest, dat we Hem geven wat Hij van ons vraagt, namelijk ons hart. Waartoe? Opdat Hij het vernieuwe en verlosse van de zonde die er in woont en de vrees des doods, en het make tot Zijn woonplaats, zoodat iemand met Paulus kan zeggen: Christus leeft in mij.

Dat is nu wel geen rijk geschenk dat gij dan den Heere Christus brengt; veeleer zou men zeggen : Zal Hij het willen aannemen ? Doch Zijn Woord roept ons toe: Geef Mij uw hart. Daar is dus geen twijfel mogelijk. Laat ons daarom, nu het nog tijd is en er nog een Kerstfeest is, dat ons van Christus spreekt, tot Hem gaan om geholpen te worden. Want het is eenmaal uit, en wie weet hoe spoedig. Doch nu kunnen we nog heengaan en dit Kindeke aanbidden , en we zullen vreugde in het hart hebben, een ware Kerstvreugde, die heel de wereld niet geven, maar ons ook niet rooven kan.

Groote blijdschap" daarvan sprak de engel, die den herders de geboorte onzes Heeren berichtte ; die herders verheerlijkten God, toen zij het Kindeke hadden aanschouwd, en van de wijzen lezen wij, dat zij zich verblijdden toen zij de ster zagen, die hun voorging op den weg, die leidde naar de woonplaats van den geboren Koning.

Dit nu is de ware Kerstvreugde, of liever gezegd de ware vreugde, die op dit feest ons moet vervullen. Zelfs zonder Kerstfeest — want wij zouden het desnoods kunnen missen — blijft de blijdschap die is over de geboorte des ­Heeren ons bij, en vervult ons met een heerlijke en lieflijke vreugde.

Zoo, vrienden, moet ook uw Kerstfeest zijn. Ik weet heel goed, en gij ook, dat er velen de Kerstdagen een prettigen tijd vinden, vooral nu er zoo > drie Zondagen" achter elkaar komen, en .het school dichtzit, en goede vrienden ons verblijden. Nu, dat al kan heel goed zijn, maar 't is het eerste en hoogste niet, ook niet voor u. Gij hebt den Heere sezus zelf noodig, wilt gij behouden worden, en gij moet gelijk de wijzen Hem eeren, wijl Hij het waardig is. Wel moogt ge alle zegeningen en weldaden, die ge om zijnentwil krijgt, op prijs stellen, maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods. Dan zullen die andere dingen niet achterblijven, verzekert ons Gods Woord.

Ge moet er, al kent ge misschien een groot deel van Lukas 2 uit het hoofd, wel op letten dat er niet enkel staat: »de Zaligmaker is geboren", maar, er staat bij »U", dat wil hier zeggen voor U. Ditzelfde laat de Heere God u ook telkens verkondigen. Maar evenmin als de herders nu daar onverschillig bij bleven, mag het bij u zoo zijn. En gelijk de wijzen, toen zij het teeken van den Koning zagen, optrokken, zoo moeten ook wij doen. Ziet gij, het ging dien menschen wat aan. En als het ons niet aangaat, gelijk de Heere in zijn Woord klaagt over menschen bij wie 't zoo is, dan blijkt daaruit, dat we nog ons geluk en heil zoeken buiten Bethlehem, in het groote en 'rijke Jeruzalem, Waar we het echter nooit vinden zullen

Het Kind in de kribbe is dezelfde van Wien geschreven staat, dat Hij volkomenlijk kan zalig maken allen die door Hem tot God gaan. Daartoe allereerst moeten wij tot de kribbe van Bethlehem komen. Er is over die kribbe veel schoons gezegd en gedicht, maar de hoofdzaak is 't geen ik daar noemde. En wie er zoo komt, gaat van die kribbe nooit ongezegend weg.

AAN VRAGERS.

Onze vraaggrage, maar ook erkentelijke Amerikaansche vriend J. E. te G. R. wenscht inlichting omtrent de uitspraak van sommige woorden. Hij schrijft:

a. Hoe is de uitspraak van het woord: religie ; is ze : religie, of: religie ?

b. Is de uitspraak van deze twee woorden: jurist en jury, 0jurist en «jury, of: /urist en/ury,

c. Hoe is de uitspraak van 't woord: scepter, en is de schrijfwijze: i-ir/zepter foutief ? Mag men ook schrijven : i'epter ?

Tot antwoord dit:

Er zijn in onze taal vrij wat woorden (waarvan we echter de meeste gerust, ja liever, moesten wegdoen), die uit het Fransch of uit het Latijn tot ons zijn gekomen. De oorzaak daarvan kunnen we nu niet behandelen. Zulke'woorden zijn : religie, commissie, enz.

In den vorm die deze woorden nu bij ons hebben, zijn ze echter noch Fransch noch Latijn meer. Daarom is het best ze zooveel mogelijk uit te spreken als in onze taal, gelijk men ook 't Latijn ongeveer uitspreekt gelijk het naar onze taal luiden zou. De Fransche uitspraak er van hebben we toch niet. Relizie klinkt eigenlijk heel leelijk. Men leze 't dus eenvoudig met g.

Zoo ook dient/arw/, als uit het Latijn komend, gewoon met j uitgesproken. Iets anders is 't met het zuiver Engelsche woord jury. De ware uitspraak is: dzjoe-ri. Maar 't is niet van de Nederlanders te vergen het zoo in hun taal te zeggen.

't Gebruik heeft ons gebracht lot zjtiri^ of soms eenvoudigywr/. 't Laatste is zeker nog 't best, en komt al meer in gebruik. Doch al 't gesukkel met deze woorden bewijst te meer, dat we ze uit onze taal moeten verwijderen. We maken ons er belachelijk meê, net als bijv. met het Engelsche speech (rede) dat men soms: speeg hoort uitspreken, een uitspraak om naar bij te worden.

Scepter of schepter is 't Grieksche skepiron. De SC is evengoed te verdedigen als de sch^ wijl èn in 't schrijven èn in 't spreken bij oude talen se en sch wisselen. Dit verder aan te toonen wordt wat droog voor vele lezers. We hebben zelfs in onze taal twee uitspraken, als s en als sch 't Best is m. i. se te schrijven en als Ó' uit te spreken. De schrijfwijs sepler is bepaald fout, en zou een geleerd mensch althans heel licht in de war brengen.

HOOGTÏNBIRK,

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 december 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 december 1896

De Heraut | 4 Pagina's