Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geen keurstem.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen keurstem.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Raden eu beslissen zijn twee, en de pleitbezorger, die voor de rechtbank zijn gevoelen verklaart, uitlegt en aandringt, weet maar al te goed, dat niet hij de zaak van zijn-cliënt te beslissen heeft, maar dat dit recht uitsluitend toekomt aan de mannen in functie, die als rechters zitten.

Kon een advocaat daar eens even zelf gaan zitten, en met eigen hand het vonnis schrijven, zijn cliënt ware zeker van zijn vrijspraak.

Maar juist dat mag niet.

Een advocaat mag zoo geleerd en kundig zijn als hij wil, en zoo overtuigd, boeiend en wegsleepend spreken, als het onder menschen maar gegeven is, toch geeft dat alles voor de beslissing niets, indien hij die mannen die te beslissen hebben, niet werkelijk doet inzien, dat de zaak er zoo en niet anders aan toe ligt.

Het is zoo, een advocaat van groote overredingskracht oefent ook anderen invloed, den invloed van het bondige, pakkende woord.

Maar is nu deswege ooit beweerd, dat het beter ware óf alle pleidooi weg, óf enkel half stotterende personen tot de advocatuur toe te laten?

En heeft niet ieder steeds beseft, dat het recht dan alleen veilig is, indien zelfs voor den schuldige nog alles kan worden aangevoerd, wat te zijner ontlasting dient, mits maar de rechter de beslissing in handen houde, en die rechter onafhankelijk ea zelfstandig zij.

Welnu, niet anders staat het met de pleidooien van hooggeleerde of andere adviseurs op een Generale Synode.

Ze kunnen pleiten schriftelijk of mondeling, ze kunnen dat doen met zaakkennis en talent, ze kunnen dat doen methetwegsleepende en roerende woord, maar als ze gesproken hebben, kunnen ze stil naar huis gaan, of ook desnoods bij het stemmen er bij blijven zitten, maar meestemmen mogen ze niet.

De beslissing is in andere handen, en wel uitsluitend in de handen der kerken zelve.

En hierin h'gt zulk een vaste waarborg, dat, al ondernamen alle hooggeleerde adviseurs het saam, om op eenig cardinaal stuk onzer Bel!jdeni^5 tegen de waarheid der Schrift en der Confessie in te gaan, noch hun talent noch hun wetenschap hen uit de 40 Synodale leden ook maar één lid mee zou doen krijgen.

Allen tot den laatsten man zouden de leden der Synode weerstaan.

Maar toonen omgekeerd onze adviseurs de Belijdenis der kerken van harte lief te hebben, er uit te leeren en uit te spreken, en over zin en beduidenis der Confessie velerlei licht te kunnen ontsteken, waardoor het steeds dici Belijdenis is, die iü de afgeleide punten klaarlijk uitkomt, en doen ze dit met blijkbare kennis der historie, en steeds onder de inspiratie der Heilige Schrift, daü is het wel hoogstwaarschijnlijk, dat de meeste leden der Synode hun een blijk van instemming zullen geven, maar dat doen die leden dan, niet omdat ze «'«gepakt, maar omdat ze gepakt zijn, ea in zich zelven ontwaren, dat het zoo juist naar de meening huns eigen geestes, in hun helderste oogenblikken, is.

Doch dit getuigenis in de harten moet er dan ook zijn, of alle hooggeleerde en rechtsgeleerde adviseurs saam vorderen niets.

Ongetwijfeld kunnen ze op de te vallen beslissing invloed oefenen, maar alleen door anderer stem, niet door hun eigen stem, en juist dit noodzaakt en verplicht hen, om ten slotte voor die beslissende stem der anderen te buigen.

Staan dus de kerken goed, en is de Synode met 40 goede mannen bezet, dan hebbea de kerken vaa het professoraal advies alleen profijt, zonder dat ze er iets van te duchten hebben.

En zegt men, dat de hooggeleerden toch op kettersche paden konden geraken, en dat een zwakke Synode hen hier op volgen kon, dan hebben de kerken dat aan zich zelve te wijten, want zij zijn het dan, die de Synoden zelve minder goed hebben bezet; iets wat natuurlijk niet de schuld van de professoren, maar van de kerken zelve is.

Het valt dan ook moeilijk in te zien, wat er steekhoudends op de bestaande regeling zou zijn aan te merken. Veeleer schijnt het reeds op zichzelf gewenscht, dat de kerken op die wijs ook persoonlijk met de hoogleeraren in aanraking komen, hen hooren, hunne denkbeelden zich laten ontwikkelen, en zoo zich de mogelijkheid geopend zien, om te kunnen beoordelen, of het met deze mannen den verkeerden of den goedea weg opgaat.

Vrome kinderen Gods (en alleen de zoodanigen moeten de kerken ter Synode afvaardigen) proeven de geesten of ze uit God zijn. Ze ruiken als het W2ire (om nu een uitdrukldng van Prof. Bavinck over te nemen) of er een kettersch luchtje aan hen is. En zoodra ze dat merken, trekken ze hun voelhorens in, en betrekken hun wacht bij het heiligdom.

Daardoor merkt men op zulk een Synode terstond, of er verkoeling en vervreemding heerscht, of wel dat men deze adviseurs mint of zoekt, en waar het gebeuren mag dat met den dag de verhouding, het verkeer en de omgang hartelijker en vertrouv/elijker wordt, daar behoeft niemand te vreezen, dat er voor de kerken gevaar te duchten is.

Ook wat men gezegd heeft, dat het toch beter ware dezen hooggeleerden niet zulk een overwegenden invloed in den coramissorialea arbeid te geven, berust op misverstand.

Hiervan zou sprake kunnen zijn, indien er driemaal zooveel hoogleeraren waren; nu niet. Uit Amsterdam kunnen er niet meer dan drie komen, en van die drie bleef één nog meest weg.

Hoe konden nu twee man een overwegenden invloed oefenen in tien, twaalf commissiën, elk van minstens zes, soms van twaalf leden?

De meeste commissiën waren samengesteld uit vier leden der Synode met keurstem, en twee met adviseerende stem, en onder deze twee was dan dikwijls maar één hoogleeraar.

Ook hier kon dus niet anders dan van moreelen invloed sprake zijn, en wie zou diea willen weren ?

Zeker als het op het stellen van moeilijke rapporten aankwam, werd niet zelden één hunner verzocht zich hiermede te belasten, maar sinds wanneer is hard werken ooit als bedenkelijke eerepost gewaardeerd ?

Dat opnemen ook van de hoogleeraren in de voorbereidende commissiën had dan ook in den regel geen andere uitwerking, dan dat ia enger kring de te behandelen zaken reeds uitvoerig konden worden toegelicht, ea dat veel overtollig dispuut, dat anders in volle Synode had moeten worden gehouden, thans in de commissie afliep, en zoodoende aan de Synodale vergadering zelve gespaard werd.

Onze slotsom kan dan ook geen andere zijn, en hiermede stappen we voorshands van dit teere onderwerp af, dan dat de vanouds bestaande regeling ten deze nog zoo kwaad niet is, en dat het uiterst moeilijk zou zijn, , haai: door een betere te vervangen.

Dijden onze kerken uit tot tienmaal haar tegenwoordige sterkte, 'zoodat men ook over tienmaal meer deskundigen beschikken kon, dan zeer zeker kon aan een andere regeling gedacht worden; maar voorshands toeft dit nog.

Of ook, ware het mogelijk zes maanden ia plaats van zes weken te zitten, zoo was zeer zeker een andere wijze van werken denkbaar, m.aar ook hier denkt niemand aan. Reeds is zes weken lang en te over.

Daar het nu óf in de meerdere deskundigen van elders, óf in den tijd zou moeten gevonden worden, en beide even onaannemelijk is, zoo blijft er o. i. niet anders over, dan dat men de bestaande rjpgeling handhave, en adviseurs adinseeren eu de Synode beslissen late, en hierbij ook de hooggeleerden late optreden als in de eerste plaats deskundigen

Doch is dat zoo, dan aanvaarde men deze wijze van werken ook, niet kwaadschiks, maar goedschiks; niet als een plage die men ondergaat, maar als een gesteldheid van zaken waarin men zich van harte schikt; en over en weer mijde men in de practijk al wat naar zucht tot overheersching ook maar zweemea mocht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 april 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Geen keurstem.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 april 1897

De Heraut | 4 Pagina's