Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Schotlandii Eene vereeniging van de VrijeSchotsche en de GeünieerdePresbyteriaansche kerken.

In Schotland schijnt de vereeniging van de iVrije kerk" met de sVereenigde Presbyteriaansche" tot stand te zullen komen.

Reeds meermalen deelden wij in ons blad mede, hoe in r843 een groot aantal leden van de Schotsche staatskerk, onder voorgang van den bekenden Thomas Chalmers en 473 predikanten de sFree Ciiurch" hebben gesticht. Deze kerk is tot groote ontwikkeling gekomen en brengt jaarlijks millioenen voor het koninkrijk Gods saam. Jammer maar, dat het in de laatste tien j^.ren gebleken is, dat de invloed der moderne leer ook binnen hare veste zeer merkbaar is.

De uitgang van zoovele predikanten en leden had zijn grond niet in verschillen omtrent de leer (immers gold voor de aanhangers van de Staatskerk ook nog de Westminstersche confessie), maar werd alleen veroorzaakt, doordat de overheid aan de leden der gemeente het recht ontnomen had, hun eigen predikanten te beroepen, en dit had overgedragen aan de kroon en aan de groote grondbezitters.

Dit geschiedde in 1711, nadat het Schotsche en het Engelsche parlement één geworden waren. Dat dit den vrijen Schotten zeer moest verdrieten, is te begrijpen. De uitvoering van het zoogenaamde Jus patronatus gaf daarbij aanleiding tot een aantal misstanden, tegen welke de General Assembly of Synode der Staatskerk voortdurend protesteerde. In 1839 kwam het zoover, dat de zoogenaamde veto-acte werd aangenomen, waardoor de kerken het recht verkregen een predikant af te wijzen, die niet naar hun keuze was. De patroons of collators meenden, dat zij in hunne rechten verkort waren en brachten de zaak voor de rechtbank. Deze beshstte in het voordeel

van de patroons. De kerk wendde zich nu tot de regeering tot handhaving harer rechten. Deze talmde zoo lang mogelijk, maar verklaarde ten slotte, dat de uitspraak van den rechter geëerbiedigd behoorde te worden. Op de General Assembly van 1843 kwam deze zaak ter sprake met het gevolg, dat een groot aantal leden de Staatskerk verliet om de Vrije kerk te stichten.

Zij, die tot de Staatskerk bleven behooren, hebben den strijd tegen het patronaatsrecht voortgezet, met het gevolg dat in 1874 de Patronage Act van 1711 is afgeschaft.

Nu zou men kunnen vragen: waarom vereenigde zich toen de Vrije kerk niet weder met de Staatskerk? Wij antwoorden: omdat inmiddels het denkbeeld van een kerkstaat, die niet afhangt van de besluiten van een parlement, of van de uitspraken van een rechtbank, of van de politiek^ eener regeering, maar souverein is in eigen kring, wortel had geschoten.

Vandaar dat de Vrije Schotsche kerk in den laatsten tijd vereeniging zocht met de United Presbyterian Church, of Vereenigde Presbyteriaansche kerk van Schotland. In 1733 in 1752 hadden zich reeds leden en predikanten van de Schotsche staatskerk, ook al om het patronaatsrecht, afgescheiden. Dezen, ook bekend onder den naam van original seceeders, zijn in 1847 saamgesmolten tot de Vereenigde Presbyteriaansche kerk.

Dat deze Vereenigde Presbyteriaansche kerk nog al wat te beteekenen heeft, kunnen wij afleiden uit het feit, dat in 1896 deze kerk ongeveer vijf millioen gulden voor kerkelijke doeleinden saambracht, terwijl in de Vrije Schotsche kerk door de handen van den algemeenen thesaurier eene som van acht millioen ging, terwijl nog vele duizenden worden besteed voor kerkelijke doeleinden, zonder dat de algemeene penningmeester er aan te pas komt.

In het voorbijgaan zij opgemerkt, dat de Schotsche staatskerk in '96 ƒ 4, 770.000 voor kerkeUjke doeleinden verzamelde, schoon het aantal harer leden bijna evengroot is als dat van de leden der Vrije kerk. Ook zij nog medegedeeld, dat de Vrije Schotsche kerk in 't begin van dit jaar 287.689 leden telde, toegelaten tot 'sHeeren Avondmaal.

Tot onze blijdschap kunnen wij mededeelen, dat de pogingen om een vereeniging tusschen de Vrije en de Vereenigde Presbyteriaansche kerk tot stand te brengen, weldra met goed gevolg zullen worden bekroond.

Op hare vergaderingvan den 27en Mei 1.1. nam de General Assembly der Vrije Schotsche kerk de volgende motie aan, die voorgesteld werd door Dr. Raing:

»De algemeene vergadering, diep er van doordrongen dat het de plicht is van de kerken van Christus om zooveel mogelijk hare eenheid in haar gemeenschappelijk Hoofd voor de wereld te openbaren, en in het bijzonder er krachtig van overtuigd, dat het wenschelijk is dat een vereeniging der Presbyteriaansche kerken tot stand komt, indien deze tot stand gebracht kan worden zonder opoffering van beginselen,

begroet met hartelijke ingenomenheid de vernieuwde verklaring door de Synode van de Geünieerde Presbyteriaansche kerk geuit, dat volgens hare overtuiging »het uit 't oogpunt van de godsdienstige behoeften van het land en van den toestand der kerken noodzakelijk is om te geraken tot een vereeniging, waardoor de twee kerken één lichaam worden en zulk een vereeniging eisch is van de tegenwoordige omstandigheden",

en reciproceert de warme, broederlijke gevoelens, waarvan de handeling dier Synode getuigt. In overeenstemming hiermede benoemt de algemeene vergadering, in de vaste verwachting en met de ernstige bede dat het zal openbaar worden, dat aan de vereeniging van twee kerken, die reeds zoo nauw aan elkander verbonden zijn, niets in den weg staat, het comité opnieuw, hetzelve macht en last gevende om met het comité van de Geünieerde Presbyteriaansche kerk te beraadslagen en te overleggen ten opzichte van de practische quaesties, welke betrekking hebben op een ineensmelting tot één lichaam, om daarover verslag uit te brengen aan de volgende Algemeene vergadering."

De predikant der Hooglanden, de heer Macaskill, stelde voor om hierbij te voegen:3> de Algemeene vergadering meent tegelijk dat het goed is te verklaren, om leiding te geven aan het comité, dat geen regeling van de practische quaesties voldoen zal, welke niet zorgdraagt, dat de ouderlingen en predikanten van de kerk, die afhankelijk is van de uitbreiding, verplicht blijven te aanvaarden de leer van de geloofsbelijdenis ten opzichte van de macht en den plicht der burgerlijke overheid met betrekking tot de openbare professie van den Christelijken godsdienst (vervat in art. 12 van de Assembly van 1846) opdat ten volle de vrijheid aan deleden van [de Geünieerde Kerk wordt gewaarborgd, om als zij daartoe kans zien, er naar te streven, dat de overheid haar plicht volbrengt, gelijk die omschreven is in de laatste clausule van het Protest van 1843".

Een ander voorstel had de strekking om te verklaren, dat de onderhandelingen tot vereeniging in 1873 een eind namen, dat sedert dien tijd geen dringende omstandigheden zich voordeden, die eene hernieuwing der onderhandelingen _ om vereeniging tot één lichaam te verkrijgen gebiedend noodzakelijk maakten en dat daarom het comité moest worden herbenoemd om te overwegen, hoe de kerken het best konden samenwerken om de zaak van Christus in Schotland en daarbuiten te bevorderen.

Dit laatste voorstel werd met 338 stemmen tegen 37 afgestemd. Het amendement van den heer Macasltill werd aangenomen, doch niet om bij de motie te worden gevoegd, maar alleen om te dienen tot consideratie van het comité.

Men zou kunnen vragen, hoe het te verklaren is, dat nog enkele personen zich tegen eene vereeniging hebben verklaard, die niet alleen kennelijk de eisch is van Gods Woord, maar die ook zoo voor de hand ligt.

_ Er _ zijn leden van de Vrije Schotsche kerk, die liever eerst een vereeniging van hun kerk met de Staatskerk zagen tot stand komen. Nu schijnt de Geünieerde Presbyteriaansche kerk tegen de Staatskerk tamelijk scherp gekant te zijn. _ Men meent dat, wanneer eerst eene vereeniging met de vrijgemaakte Staatskerk tot stand_ kwam, later eene samensmelting met de Geünieerde Presbyterianen gemakkelijk zou vallen. Nu vreest men, dat de Geünieerde Presbyterianen de mannen der Vrije Schotsche kerk er van zullen afhouden om eene vereeniging met de Staatskerk te zoeken.

Het zou een hartverheffend schouwspel zijn, indien in Schotland alle Gereformeerden één werden! De Heere werke het! Kome die eenheid echter niet ten koste van de waarheid tot stand.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 augustus 1897

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 augustus 1897

De Heraut | 2 Pagina's