Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelaren.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

CCXXXVIII..

JUAN PONCE DE LEON.

Geen land waar de Roomsche kerk zich in de 16e eeuw zoo sterk gewapend had tegen de Reformatie dan in Spanje. In> mers daar bloeide de bekende H. Inquisitie of rechtbank tot onderzoek des geloofs, die op allerlei wijze de ketterij naspeurde en trachtte dood te drukken. Oorspronkelijk was zij geene plant van Spaanschen bodem. Paus Innocentius ÓI heeft haar ingesteld en het eerst toegepast in het zuiden van Frankrijk tegen de Albigenzen, Vandaar kwam zij naar Spanje en schoot zij er diepe wortelen. Thomas de Torqulmada is de eerste Groot-Inquisiteur van Spanje geweest, die van 1478 tot 1496 duizenden van ketters opspoorde, verbrandde, of met andere straffen strafte. Hij had niet minder dan 200 dienaren bij het gerecht, die de rol van speurhonden vervulden. Dit aantal werd later onder zijne opvolgers uitgebreid. Want ondanks de uiterste krachtsinspanning der Inquisitie, om de ketterij met geweld te onderdrukken, won zij toch veld. De werken van Luther kwamen in Spanje, en Spanjaarden, vooral van het gevolg van keizer Karel V, leerden in Duitschland de beginselen der reformatie kennen en belijden. Een Roomsch geschiedschrijver, sprekende van den ijver der inquisitie in het vervolgen der geloovigen, geeft tegelijk op deze wijze getuigenis van het veldwinnen der reformatie: ïAlle gevangenen der Inquisitie in Valladolid, Sevüla en Toledo waren aanzienlijke personen; maar ik verzwijg liefst hunne namen, om den glans van onderscheidene schitterende familiën, die met dit gif besmet zijn geweest, niet te bevlekken. En daarenboven was het getal dier gevangenen zoo groot, dat wanneer de inquisitie nog maar twee of drie maanden langer gewacht had, geheel Spanje, naar mijne overtuiging, in brand zou gestoken zijn." Ook in sommige kloosters drong de waarheid door. Twee vertalingen des Bijbels in het Spaansch van de hand van Francisco Dryander en van Juan Ponce, verschenen te Antwerpen en te Venetië in druk en werden door Julicen Hernandes in zijn vaderland overal verspreid. De inquisitie kon niet vermoeden, dat de bijbels, in tonnen gekuipt, naar Spanje zouden overgebracht worden.

Van een enkel slachtoffer der inquisitie hebben wij reeds gesproken. Nu volgen er meerderen.

Wij zijn in het jaar 1559. De inquisitie heeft reeds sinds lang over het geheele land hare netten gespannen, maar draalde nog ze toe te halen, somdat (zooals zij zelve zeide) zij het slangennest op éénmaal wilde vernietigen". Tegelijk te Valladolid en te Seviila werden de zoogenaamde ketters overvallen en in de kerkers der inquisitie opgesloten, om daar hun vonnis af te wachten. Velen bezweken onder de martelingen, die zij in de vunzige gevangenis hadden te verduren, velen ook werden afvallig van hun geloof en verkregen de genade, om geworgd te worden eer hun lichaam verbrand werd, of moesten, na openlijk boete gedaan te hebben, nog jaren lang in hetzelfde verblijf der ellende versmachten.

Eea dezer slachtoffers van de inquisitie was Juan Ponce de Leon, de tweede zoon van Rodrigo, graaf van Baylen, eigea neef van den hertog van Arcos, bloedverwant van de hertogin van Bezar, van verscheidene Spaansche grandes en andere aanzienlijken die bij zijn auto da fé tegenwoordig waren. Rijk had God de Heere hem begiftigd met deugden, eenen Christen-edelnlan waardig. Die hem gekend hebben, getuigen, dat zij zijns gelijken in braafheid in langen tijd in Spanje niet gezien hadden.

Aan hen die zich neigden tot de ware leer betoonde hij veel barmhartigheid. Zija jaarlijksche groote inkomsten gebruikte hij hiervoor. De wereld gispte dit in hem, noemde het verkwisting; zij begreep niet, hoe de liefde van Christus kon dringen.

Intusschen hadden de inquisiteurs van Seviila van hefti gehoord en van zijnen vromen wandel. Dat kwam hun verdacht voor.

Hij werd dus gevangen genomen, terwijl zij al hunne listen en lagen beproefden om zijn geloofte doen wankelen. 'Of door folteringen of door vleiende beloften gelukte het hun eindelijk hem afvallig te maken. Maar God, die zijn kinderen niet vergeet, gedacht het woord, dat Hij zelf door den Middelaar heeft uitgesproken: sNiemand zal mijne schapen uit mijne handen rukken" en nam hem op uit het slijk, waarin hij gevallen was. Wat zijne belijdenis van dien lijd af was, kunnen wij afleiden uit het vonnis, dat over hem uitgesproken is. Hij werd toch tot den vuurdood gedoemd, omclat hij een afschuw had van de afgoderij, welke iemand pleegt, die het Sacrament aanbidt, het noemende een broodgod. En wanneer hij op straat de hostie zou tegenkomen, sloeg hij een zijweg in om het niet te groeten. Om de hostie niet te zien opheffen bij de mis had hij vaak met zijn rug naar den priester gestaan. Dikwijls had hij gewandeld in de nabijheid van den pilaar, waaraan men de geloovigen verbrandde, om het martelaarschap te overdenken en zich te sterken aan de belijdenis der martelaren. Was het Paschen, dan zond hij zijne dienaren her-en derwaarts, 'zich bij hun terugkomst voordoende, of hij Avondmaal gehouden had, opdat de bedienden zich niet zouden ergeren aan zijne vrijheid.

Zijne belijdenis kwam in summa hier op neer: s Vooreerst dat de mensch alleen gerechtvaardigd wordt door de verdienste van Christus alleen, die door het geloof wordt aangegeven. Dat de aflaatbrieven en bullen van den Paus niet anders zijn dan bedrog, daar hij de Antichrist is; dat hij reeds sinds lang de begeerte gehad had, om des Heeren naam verbrand te worden of eene andere straf te ondergaan, dat hij nooit zijne rijkdommen voor iets anders had willen geven dan tot verdediging en uitbreiding der zuivere leer, ja, zelfs zijn leven en dat van zijne vrouw en kinderen. Daarom had hij den Heere dagelijks gebeden."

De inquisitie trachtte de meening ingangte doen vinden, dat een man van zoo heerUjke belijdenis zich tot de Roomsche kerk weer had gevoegd, doch zij weersprak zichzelve daar zij Juan Ponce de Leon verbrand heeft, volgens haar eigen zeggen ah ketter en koppige Lutheraan.

Zoo behaagde het den Heere zijnen heerlijken naam te verheerlijken aan zijnen getuige, die de waarheid van zijn lijden bezegelde met zijnen dood.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 september 1897

De Heraut | 4 Pagina's

De Martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 september 1897

De Heraut | 4 Pagina's