Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gymnasiaal onderwijs.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gymnasiaal onderwijs.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe droef lang het werk heeft, eer een beginsel tot geheel den omtrek van onze overtuiging doordringt, blijkt niet het minst sterk uit het late opkomen van onze vrije Gymnasiën.

De actie op schoolgebied toch ging uit n van onze hoogere standen, en de leiding dier actie was lange jaren schier uitsluitend in handen van mannen, wier zoons, allen, of voor een deel, in hoogere studie gingen.

Dit zou hebben doen verwachten, dat men tegelijk met de lagere school ook het Gymnasium destijds in den kring zijner bemoeiing had getrokken.

Spraken toch onze leiders uit de overtuiging, dat de volksjeugd, voor zoover de ouders niet het tegendeel begeerden, in den geest des geloofs moest worden opgevoed, wat lag dan meer voor de hand, dan dat ze deze overtuiging het eerst op hun eigen kinderen hadden toegepast ? En dit te meer, omdat de gevaren, die tegen het kinderlijk geloof op de lagere school opdoken, kinderspel waren vergeleken bij de bedenkelijke lagen, die op Gymnasiaal terrein tegen het geloof gelegd werden.

Althans in de jaren van vijftig en zestig droeg het lager onderwijs op tal van lagere scholen zelfs nog een meer of min Bijbelsch karakter, terwijl reeds destijds op de Gymnasiëa soms ruw en vijandig tegen het kinderlijk geloof der leerlingen geageerd werd. Zelfs ia humaniteit stond destijds menig leeraar op de Gymnasiëa bij de leeraren van thans ten achter.

En wat alles afdeed, de droeve uitkomst toonde gedurig, hoe in de lagere volksklasse het geloof nog stand hield, maar hoe de eigen zoons van de mannen van den Reveil reeds op de Gymnasiën het stofgoud van de vleugelen des geloofs verloren, om zich die daarna op de Academiën geheel te zien uitplükken.

Het gevaar was dus groot, en het sprak zoo duidelijk mogelijk.

En toch is het een feit, dat bij den schoolstrijd betrekkelijk eerst later aan het Gymnasium gedacht is, terwijl de strijd voor de lagere Christelijke school reeds ia volle fleur was.

Iets wat ook nog in tweeërlei ander opzicht onze verbazing wekt.

In de eerste plaats toch had men ten deze het voorbeeld der Roomschen, die in Noord-Brabant en Limburg zelfs nog eer dan voor de lagere school voor de studiescholen in hun geest ijverden.

En ten andere kon toch moeilijk vergeten worden, dat het voor de Christelijke actie in het gemeen veel meer woog, zoo men in de invloedrijke kringen van onze hoogere familiën het geloof in stand hield, dan dat men zorg droeg voor de kerstening van onze arbeidersfamiliën ten plattelande.

Men versta ons wel. Een ziel is een ziel, en als zoodanig heeft de ziel van het bedelaarskind gelijke waardij met het kind in 'skonings paleis. Maar als men het oog gericht houdt op de beteekenis van iemands Christelijk optreden voor heel de maatschappij, dan is er voor een dorp meer gewonnen, zoo de dokter, de burgemeester en de notaris liefhebbers van den Heiland zijn, dan dat er onder de daglooners drie belijders van den Christus gevonden worden.

Zij die de kerstening van het volk en het winnen van invloed voor het Christendom op maatschappelijk terrein bedoelden, konden dus kwalijk voorbijzien, dat de kerstening der hooge standen nog hooger invloed ten goede moest oefenen, dan de zorg voor de Diaconie-kinderen.

Doch hoe dit ook zij, het feit ligt er toe, dat men dit niet inzag of er geen weg op zag, en zoo bleef de uitkomst dat bijna uitsluitend voor de lagere school geijverd en gegeven werd.

Eerst onze broeder Van Lingen, en dit blijft zijn onvergankelijke verdienste, heeft de noodzakelijkheid, om ook op dit terrein op te treden, ingezien, de hand aan den ploeg geslagen, en in het Zettensch Gymnasium ons een eersteling geschonken, die niet alleen de oudste brieven heeft, maar uit welks kring ook een reeks van mannen is voortgekomen, die straks steun en sterkte aan de Christelijke actie in den lande gaven. Op zijn stichting dreef men dan ook lange jaren, en het was eerst uit de actie der Vrije Universiteit, dat, als een tweede etappe, het Amsterdamsch Gynasium voortkwam, dat tevens een hooger stadium op dat terrein vertegenwoordigt. Hooger, in zoover het van meet af den samenhang met de Gereformeerde beginselen beter in het oog vatte, en hooger ook, in zoover het reeds in zijn fundamenten op voUedigen uitbouw was aangelegd.

Iets wat uiet gezegd wordt, om daarmee het Zettensch Gymnasium te drukken. Integendeel, voor zijn tijd, en naar de toen beschikbare kracht heeft het wonderen gedaan en God heeft het gezegend. En van lieverlee is het dan ook vaster in de beginselen gaan staan, en heeft het zijn cischen hooger gesteld.

Maar dit neemt het feit niet weg, dat, zoo men opleiding met stichtingsdaad vergelijkt, het Amsterdamsch Gymnasium een hooger stadium vertegenwoordigt, en ons verder brengt.

Zijdelings heeft dit laatste Gymnasium ook op Kampen gewerkt, is men ook daar het ontoereikende vati de wijze van eerste opleiding gaan inzien, en hebben de kerken besloten hier voor de opleiding van aanstaande studenten aan de Theologische School een leercursus van vijfjaar te openen, en des noodig ook enkele leerlingen met andere bestemming hier toe te laten.

Natuurlijk ligfdit'op de lijn die ook voor de Theologische School mettertijd tot een volledige Gymnasiale opleiding moet leiden. Met minder dan het volledige kan men vooral voor theologen in onzen tijd niet volstaan.

En naast deze drie inrichtingen; is nu onlangs ook te Utrecht een dusgenaamd iChristelijk Gymnasium" geopend, onderwijl men ook in andere streken en steden van ons land den" wensch om in het bezit van zulk een Gymnasium te komen of koestert, of reeds geuit heeft.

Ook al begon nu dit Utrechtsche Gymnasium uiterst primitief en met zeer geringe leerkracht, toch verheugt het ons, dat het voorbeeld der Gereformeerden ook buiten onzen kring tot optreden prikkelde. De tijd moet komen, dat niet écn enkel Christen vader zijn zoon meer naar een heidensch Gymnasium zendt. Daaruit zal dan vanzelf de overtuiging geboren worden, dat ook onze openbare Universiteiten niet te gebruiken zijn, en al valt men dan ook de Vrije Universiteit niet bij, de eisch in het beginsel der Universiteit gesteld zal dan toch algemeen gehoor vinden.

Het enkele denkbeeld, om als Christen zijn zoon aan de openbare, geheel van het geloof afgehouden en tegen het geloof gekeerde Universiteiten toe te vertrouwen, is zoo absurd, dat men er naderhand zich over verbazen zal, hoe Christenen zoo dom konden zijn van de onmogelijkheid hiervan niet terstond in te zien.

Slechts op tweeërlei worde ten deze gelet. Het eerste is, dat men niet overhaaste. Opeens overal Gymnasiën te willen stichten, is een ongerijmd pogen.

Daarvoor zijn geen leeraren, zijn geen leerlingen en is geen geld beschikbaar.

Dit alles betert wel gaandeweg. Over zes, zeven jaren zullen we een deugdelijk aantal van Doctoren in de letteren bezitten, die degelijk onderlegd zijn en voor het geloof behouden bleven. Het aantal leerlicgen op oüze Gymnasiën klom nu reeds tot ver over de tweehonderd. En metterdaad is het een wonder in elks oogen zooveel geld als er nog gedurig loskomt.

Maar toch, er is hierin een groei, en elke groei kost tijd.

Dit dus in de eerste plaats. Men ga geen nieuw Gymnasium openen, alvorens er de vereischte leeraren voor aanwezig zijn.

Maar dan ook ten andere, men wikke en wege toch wel, op welk fundament men de Gymnasiën optrekt.

Dat in Utrecht noemt zich nu > Christelijk". Maar gaat het onder ernstige, nadenkende, kundige mannen metterdaad nog aan, zulk een naam aan een Gymnasium te geven ? Kan, mag dat een man van wetenschap doen ?

Of zal men als man van wetenschap beweren, dat alle^ onze orthodoxe predikanten »Christenen"^ijn, en al wie buitendien kring staat Jood of heiden of niets is.

Maar veel meer nog. Als men een Gymnasium opricht, bedoelt men toch Gymnasiaal onderwijs te geven naar vaste methode; die methode onderstelt toch vaste beginselen waarvan men uitgaat; en wie ter wereld kan dan nog, waar de Christelijke wereld naar allerlei beginselen uiteengegaan is, die geheel verschillende beginselen overwegen, leukweg zeggen, dat men onderwijs wil uit het Christelijk beginsel?

Of eischt deze naam, zal men er iets mee doen kurmen, op wetenschappelijk terrein dan geen nadere bepaling ?

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 oktober 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Gymnasiaal onderwijs.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 oktober 1897

De Heraut | 4 Pagina's