Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk. Reactie tegen Rome. In verschillende landen kan men opmerken dat de Roomsche kerk last krijgt met enkele, wellicht vele zijner dienaren. In Frankrijk beweert men dat vele Roomsche priesters (er wordt een honderdtal genoemd) hun kerk willen verlaten, omdat zij het te benauwd gekregen hebben binnen hare muren. Zeker is het, dat een vijftal gewezen Roomsche priesters, met name Moreau, Nezereau, Philippot, Scheffer en Vidalot, met den gewezen jezuiet Aubert, als studenten ingeschreven zijn bij de Protestantsche faculteit der Parijsche "Universiteit. Jammer maar dat die faculteit geheel modern is, zoodat het zestal van het bijgeloof tot het ongeloof schijnt te vervallen. Wij deelden in dit blad reeds mede, dat de gewezen Roomsche priester, thans predikant, Bourier, een maandschrift redigeert, met het doel om de beweging, die er onder sommige Roonir sche geestelijken bestaat, om of de Roomsche kerk te verlaten of haar te hervormen, aan te moedigen. Van ultramontaansche zijde heeft men een nieuw tijdschrift onder den titel van de Voi.v de Véri/é iii het licht gezonden, met het doel om de Protestantsche propaganda tegen te gaan.

De Univers, het ultramontaansche hoofdorgaan, klaagt: „de oude eigenzinnige, bediizieke, twistende geest, die de omkeeringen der i6de eeuw karakteriseert (de reformatie) is opnieuw ontwaakt."

Hoe zouden wij ons verheugen, indien het bleek dat de Univers Juist had gezien, n.l. dat de geest der reformatie opnieuw was ontwaakt! Doch van de werkingen des Heiligen Geestes bemerken wij bij deze beweging niets.

In Rome is onLangs een blad ver.schenen onder den titel van : „La nuora Jioma" (Het nieuwe Rome), in welke Roomsche geestelijken klagen over den geestelijken achteruitgang die toegeschreven wordt aan de heerschappij derjezu'ieten. Een rubriek draagt tot opschrift: „Laten wij ons van het pausdom bevrijden". Vele betuigingen van bijval, zoowel van Roomsche geestelijken als van leeken, worden in elk nummer afgedrukt. Wij vreezen echter dat ook in Italië de beweging tegen Rome een achtergrond heeft die eenigszins hope geeft op eene geestelijke ontwaking.

Opmerkelijk is het dat ook in Oostenrijkeen anti-, Roomsche geest zich openbaart, vooral onder de studeerende jongelingschap. Anti-Koomsc\\ is ook daar de beweging die haar oorzaak niet vindt in de ontwaakte gewetens, maar veeleer in den tijdgeest, welke evenzeer tegen den pans van Rome als tegen het woord Gods ingaat.

Engeland. M o d e r e critiek in de Anglicaansche kerk.

Een achttal jaren geleden verscheen in Engeland een boek onder den titel van Lux Miindi.

Dit werk werd geschreven door een consortium van Anglicaansche predikanten, allen mannen van de hoog kerkelijke richtmg en deed zien dat er ook ook onder die partij mannen gevonden worden, welke de moderne theologie volgen.

Maar kwamen zij dan niet in conflict met de : belijdenis hunner kerk, de confessie van Westminster. Op nieuw werd een boek in het licht : gezonden om te „trachten het Katholieke geloof' ; "' in de rechte betrekking te plaatsen tot de ; moderne intellectueele vraagstukken". Het is 1 van de hand van R. E. Ottley en draagt tot ; titel: „Beschouwingen van het Oude Testa-• ment".

Dit boek moet het bev^'ijs leveren dat men 1 zeer wel „de moderne gedachten" kan volgen . en toch goed Anglicaansch blijven. Wij hebben een uittreksel - van dit werk ge*lezen en daaruit begrepen dat het werk va^ Ottley zeer geschikt is om te bewijzen dat als men eenmaal op den weg der ontkenning is men niet daarvan wordt afgebracht door het voornemen en den uitgedrukten wil om tot de Ritualistische partij in de Episcopaalsche kerk te blijven bebooren.

Zoo beweert jOttley dat de geschiedenis van 's menschen val, wat vorm aangaat, mythisch is, doch in substantie waar moet genoemd worden.

De periode vóór de aartsvaders, zoo heet het verder, is belangrijk, niet door zijn historische waarde, maar omdat zij doet zien, hoe de verbeelding gewerkt heeft in het belang van een openbaring van God en van de menschen. De patriarchale periode is betrekkelijk voor-historisch; de figuren van Abraham, Isaak en Jacob enz. zijn wezenlijk, en vormen de in het oog springende punten van de historische openbaring, maar hunne persoonlijkheden zijn ge'idealiseerd in het licht van latere gebeurtenissen.

De grond van solide historie betreedt men eerst bij de roeping van Mozes en de verlossing uit Egypte, al is het ook dat het verhaal van de gebeurtenissen veel later beschreven is, dan deze hebben plaats gehad.

Dit kan volgens den heer Ottley ten gevolge hebben dat men een ander gezicht krijgt op de wonderverhalen van het Oude Testament, doch men kan daarbij toch blijven vasthouden aan de vleeschwording des Woords. Zoo gaat de heer Ottley voort. De quaestie dat het vleesch geworden Woord zelf de theoriën van de hedendaagsche moderne critici vierkant weerspreekt, wordt door Ottley niet besproken. Trouwens dit zou zijn geheele betoog omverwerpen. Zouden van lieverlede de Anglicaansche bisschoppen zich niet met deze zaken gaan bemoeien ? Zou het niet in de eerste plaats de roeping zijn van den Aartsbisschop van Canterbury, om zijn stem althans tegen de negatieve critiek van predikanten zijner kerk te verheffen ?

•— Dr. John. Watson.

„Harten van Goud" is de titel van een boek uit het Engelsch in het Hollandsch vertaald, dat in Nederland binnen zeven maanden tijds opnieuw moest ter perse gelegd worden, omdat de eerste druk totaal uitverkocht was. Het is dan ook een aantrekkelijk boek, evenwel met eene verderfelijke strekking. Een enkel gedeelte kwam reeds voor als feuilleton in „de Hervorming", het orgaan van den Protestanten bond. Uit het geheele boek dat met groot talent geschreven is en zeer doet denken aan „de Pastorie van Mastland" van Dr. C. E. van Koetsveld, blijkt dat de geest van het modernisme den schrijver heeft bezield. "Want de strekking is steeds om of aan te toonen dat de mensch wel voor God kan bestaan, als hij gelooft dat de liefde Gods meer is dan de liefde van eene moeder, of om te bewijzen dat een predikant nog wel in staat is om eene rechtzinnige gemeente te stichten ook al huldigt hij de beginselen der moderne Schriftcritiek, indien maar zekere gemoedelijke vroomheid zijn deel is.

De voorstanders der rechtzinnigheid worden voorgesteld als liefdelooze lieden, die door allerlei wederwaardigheden er toe gebracht worden om zachter gestemd te worden en zich tevreden te toonen met hun dorainé. Een is echter onverbeterlijk, maar hij is dan ook een toonbeeld van hardigheid •s'an hart.

Geen wonder dat er leden zijn van de Presbyteriaansche kerk die het niet kunnen dragen dat Dr. John Watson als leeraar eener vrije kerk blijft optreden. Eene aanklacht op de jongste Synode zijner kerk tegen hem ingebraclu, leidde tot niets. Zijn boek „De geest des Meesters" was als het ware geneutraliseerd door zijn prediking over de souvereiniteit Gods, zoodat er van de aanklacht niets kwam.

Maar Watson gaat steeds verder. Nu betoogt hij in den laatsten tijd dat men tot de Evangeliën terug moet, en niet tot de schoolsch getinte brieven van Paulus. \\'anneer men de evangeliën leest krijgt men een indruk van de zachtmoedigheid van Jezus, edeler beweegredenen gaan hem leiden, een nieuw licht valt o]) God, zoo wordt men verchristelijkt en dat is de ware verlossing, aldus redeneert Dr. Watson.

Hij bekampt ook onomwonden de inspiratie der Heilige Schrift, zoo dat wij verwachten dat op den duur zijn kerkelijke beha.ndeling niet kan uitblijven of de Presbyteriaansche kerk geeft haar standpunt prijs.

D'uitschland. De vierde vergadering van de Algemeene Synode der Pruisi sche landskerk.

De vierde vergadering van de Algemeene Synode der Pruisische landskerk werd den 23sten November geopend en den i6en December 1897 gesloten. Deze vergadering bestond uit 189 leden waarvan vijf zesden door de provinciale synode waren benoemd terwijl een zesde deel door den Keizer was aangewezen of door de zes theologische faculteiten gezonden waren.

Deze synode komt om de zes jaren saam.

De hofprediker Stücker, die voor zes jaren op bevel des Keizers, of liever omdat der vergadering was kenbaar gemaakt dat hij aaii het hof een niet gewild persoon was, niet tot lid van het permanent bestuur gekozen werd, wilde niet, schoon daartoe aangezocht, in het moderamen der Synode plaats nemen.

De verhandelingen der Synode boezemen ons niet genoeg belang in, om er verslag van te geven. Alleen willen wij er op wijzen, dat de Sj'node den grijzen strijder voor sociale rechtvaardigheid, Stöcker, alleen heeft laten staan, toen deze het bestuur der Synode interpelleerde over het stuk dat in 1895 over de sociale quaestie van den opperkerkeraad uitging. AVel werd er door vele invloedrijke leden gewezen op het gevaarlijke van het arbeiden op sociaal gebied.

Uitdrukkelijk werd daarbij te kennen gegeven, dat de gevoelens, die door den predikant Naumann worden voorgestaan niet in de Pruisische landskerk tehuis behooren.

Opmerkelijk is het dat deze Synode niet er toe kon komen om uit te spreken, dat zij, die in een duel waren gevallen, niet kerkelijk m.ochten begraven worden, . De meeningen over het tweegevecht waren te zeer verdeeld. Zelfs verdedigde een 14-tal leden de stelling, dat een duel wel als een gevolg van den zondeval zooveel mogelijk moest beperkt worden, doch dat het toch niet geheel te verbieden is. De vergadering kwam in dezen tot geen besluit, omdat er te groot verschil van meening bestond.

In deze vergadering werd veel gehandeld over in-en uitwendige zending, over de Gustaafdolf vereeniging, over de stadszending in Berlijn enz. enz., doch voorzoover onze gegeens strekken, werd er niet één besluit genomen, om de opleiding tot "den dienst des woords zóó te regelen, dat de kerk althans eenige waarborgen heeft dat de hoofden harer aanstaarde dienaren niet gevuld worden met ongeloofstheorien en afbrekende schriftcritiek.

De groote meerderheid der vergadering lehoorde wel tot de confessioneelen of tot de vrienden der positieve unie, maar kennelijk heeft reen

het niet aangedurfd om een krachtig getuigenis te laten uitgaan tegen Ritschlianisme en vrijgeesterij, daardoor reeds zoovele ver\yoestingen in den Pruisischen landskerk aangericht werden. Wel heeft de synode een woord laten hooren tegen de encycliek van den paus over Conisius. De volgende resolutie werd daar tegen genomen, welke van alle kansels der Pruisische landskerk aan de gemeente zal worden voorgelezen.

„De Algemeene Synode der Pr. Ev. landskerk protesteert tegen de smaadheden die in de encycliek over Conisius door den Paus geworpen worden op de nagedachtenis van Luther en op al de werken der reformatie, en stelt daar tegen over; 1. Wat de Paus heilloos gif noemt, is in waarheid het zaligmakend Evangelie van de vrije genade Gods in Christus Jezus. De Paus moet telkens opnieuw vermaand worden, om aan dat Evangelie eindelijk den vrijen loop te geven. h j N v F

2. Luther, dien de Paus verdacht maakt als oproermaker, heeft in werkelijkheid slecht en recht Gode de eere gegeven, terwijl hij de op menschelijke inzettingen gegronde autoriteit van den paus met het gezag van Gods woord wederstond.

3. De wereldlijke overheid is als zelfstandige ordening Gods eerst weder erkend, toen de aangematigde opperheerschappij van den paus over het staatsbestuur door de Evangelischen niet meer werd erkend. De geschiedenis leert, dat het heillooze vuur der revolutie in de Roomsche landen meer voedsel heeft gevonden en grootere verwoestingen heeft aangericht, dan onder de volken van Evangelische belijdenis.

4. 'l'egenover het beweerde verband tusschen ze reformatie en onzedelijkheid roepen wij God o tot getuige. De reformatie heeft door haar tr zuivere prediking van Gods woord de gewetens jo wakker geschud en is voor de afzonderlijke ge personen even als voor het huisgezin en het ve volk voor en na de bron van Christelijke be­ w schaving en vorming geweest. De menschgewor-sc den Zoon Gods, onze eenige Middelaar, blijft on/e vaste burg. Hij zal het veld behouden." k

Opmerkelijk is het dat de Synode kras tegen Rome, maar laks tegen het ongeloof optrad.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 januari 1898

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 januari 1898

De Heraut | 4 Pagina's