Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Predikantspensioenen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Predikantspensioenen.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 29 April 1898.

Emerituspredikanten, predikantsweduwen en weezen moeten onderhouden, of althans gesteund worden door de kerken.

Nu heeft de Synode te Middelburg daarvoor een regeling gemaakt, die alleszins billijk was, maar toch practisch op bezwaar stuit.

Dit deed in de Classis van 's-Gravenhage het denkbeeld opkomen, om een vrij willigen pensioenbond tot stand te brengen, en daartoe zonden de Classicale Deputaten dit Concept rond.

ART. I. Elke kerk geve aan haren dienaar acte van onderhoud, waarin na beschrijving van het diensttractement en van de andere voordeden, als vrije woning en vrijdom van belasting (deze laatste met het oog op de berekening van het emeritaatstracternent of pensioen in geldswaarde uit te drukken), ook worden opgenomen de navolgende bepalingen:

a. dat aan den Dienaar bij emeriaat verzekerd wordt een jaarlijksch tractement ten bedrage van zooveel zestigste gedeelten van het gemiddeld genoten diensttractement als hij jaren in den dienst der Kerken is geweest;

b. dat voor elk kind beneden den leeftijd van 20 jaren, of ook boven dien leeftijd, indien het niet in staat is in zijn onderhoud te voorzien, zal worden uitgekeerd jaarlijks /50.—

c. dat emeritaatstractement met kindergeld niet zal te boven gaan het % van het gemiddeld genoten diensttractement; d. dat aan de weduwe verzekerd wordt 2/^, van het emeritaatstractement, waarop haar echtgenoot recht had, vermeerderd met/50.— voor elk kind als boven, met dien verstande, dat het

geheele jaarlijksche bedrag niet te boven ga «/g van het gemiddeld genoten diensttractement; e. dat aan de weezen verzekerd wordt de helft van het weduwenpensioen, vermeerderd met /50.— jaarlijks voor elk kind als boven;

ƒ. dat voor alle deze regelingen worden ge handhaafd de minima door de synode van Middelburg ten jare 1896 vastgesteld en g. dat met het oog op de genoemde emeritaatstractementen en pensioenen door den Dienaar des Woords zal worden betaald 2O/0 van zijn diensttractement.

ART. 2. Thans genoten emeritaatstractementen of pensioenen blijven op hetzelfde bedrag bepaald.

ART. 3. De deelnemende kerken zenden gewaarmerkt afschrift van de acte van onderhoud aan het Moderamen, dat deze in een hgger bijeenvoegt.

Zij doen daarbij opgave van den datum, waarop het diensttractement ingaat.

Van elke verandering in de acte van onderhoud wordt aanstonds mededeeling aan het Moderamen gedaan.

Van den datum, waarop de betaling volgens deze acte ophoudt, wordt eveneens bericht gezonden.

ART. 4. De kerken doen uiterlijk vier maanden voor den aanvang des jaars opgave bij het Moderamen van de door haar verschuldigde emeritaatstractementen, weduwen-en weezenpensioenen.

ART. 5. Het bedrag der volgens Art. 4 verschuldigde emeritaatstractementen en pensioenen wordt verhoogd met s^/o, voor in den loop van het jaar bijkomende emeritaatstracte menten en pensioenen, en met /500 voor administratiekosten, enz. en alsdan door het Moderaam omgeslagen over de deelnemende kerken, naar verhouding van de vastgestelde diensttractementen.

ART. 6. Elke kerk zende uiterlijk één maand voor den aanvang van elk kwartaal het vierde gedeelte der verschuldigde jaarlijksche bijdrage aan den penningmeester, die het bepaalde tractement of pensioen op den vervaldag of aan den Kerkeraad of aan de betrokkene personen doet geworden.

ART. 7. Eene kerk, die in verzuim is met de toezending harer driemaandelijksche bijdrage verliest haar recht op uitkeering tot het achterstallige is aangezuiverd.

Eene kerk, die een jaar of langer in verzuim bleef, kan niet weder tot deelneming worden toegelaten, dan nadat het achterstallige bedrag verhoogd met i"/o van het diensttractement bij den Penningmeester is gestort.

ART. 8. Jaarlijks wordt in de maand November eene vergadering gehouden van afgevaardigden der deelnemende kerken (van eiken Kerkeraad één lid).

In de eerste samenkomst wordt gekozen een Moderamen bestaande uit vijf leden, die onderling hunne functien verdeelen.

Dit Moderamen heeft het recht, ook buiten zijn kring, een administrateur te benoemen met raadgevende stem.

Elk jaar treedt een dier leden volgens rooster af.

Spreekt de jaarvergadering haar wantrouwen uit, hetzij over het bestuur of over het beheer door het Moderamen gevoerd, dan treedt het in zijn geheel af, en kiest de vergadering een nieuw moderamen.

ART. 9. Op de vergadering in November wordt rekening en verantwoording gedaan over het loopende jaar en eene begrooting voor het volgende jaar vastgesteld.

ART. 10. Eventueele overschotten of tekorten worden op het volgende boekjaar overgebracht.

Een Concept toegelicht door deze algemeene opmerkingen: Onze kerken erkennen naar den Bijbelschen regel, dat wie in het Evangelie arbeidt, ook van het Evangelie moet leven, hare verplichting om hare Dienaars van behoorlijk levensonderhoud te voorzien, en tevens ook om de nagelaten betrekkingen op betamelijke wijze in haren nooddruft te verzorgen.

De Artt. XI en XIII van onze Kerkenorde hebben deze verplichting voor ons kerkverband vastgesteld. In alle omstandigheden is het wenschelijk, dat de bepalingen dienaangaande, wijl toch zoowel kerkeraadsleden als de Dienaren des Woords menschen zijn, schriftelijk worden aangegaan.

Bepaald onmisbaar is echter zulk een actestuk, waar de kerken zullen samenwerken op de voorgestelde wijze. Hoe zal het eventueel tractement of pensioen, hoe de jaarlijksche bijdrage van elke kerk worden berekend zonder die officieele gegevens ?

Wat nu de verzorging zelve betreft, zij mag niet beschouwd worden als eene gave der barmhartigheid maar als voldoening eener verplichting.

De verplichting duurt echter slechts zoolang, als de Dienaar aan zijne kerk verbonden blijft.

Neemt hij met toestemming van zijnen kerkeraad het beroep naar eene andere kerk aan, dan wordt hij van de eerste /«gemaakt en heeft hij later geen recht meer, om iets van haar te eischen. En evenmin kan de gemeente zich dan nog geroepen gevoelen voor hem te zorgen.

't Is daarom noodig, dat de gemeente zich van hare roeping ten opzichte van den Dienaar ook wat de verzorging van hem in zijnen ouderdom of van zijne nagelaten betrekkingen betreft, kwijte in den tijd, dat hij haar dient.

Dat zou dan moeten gevonden worden door een zeker bedrag jaarlijks boven het genoten diensttractement af te zonderen, om daaruit later het emeritaatstractement of wel het weduwen-en weezenpensioen te voldoen.

Een enkele kerk zou echter op die wijze het doel niet kunnen bereiken, omdat de Heere naar Zijne vrijmacht aan de eene kerk soms jarenlang geene, aan eene andere eenige, aan eene derde soms zware verplichtingen ten dezen oplegt.

Gevolg daarvan zou zijn, dat in de eene kerk een niet onbelangrijk overschot zou worden vergaderd, terwijl een andere juist toekwam en een derde gebrek had.

Nu wil echter Gods Woord, dat de overvloed des eenen gebruikt worde om het gebrek des anderen te vervullen, opdat er gelijkheid worde.

En 'ZOO is dan de weg aangewezen om door onderlinge samenwerking der verschillende kerken in de behoefte te voorzien.

Eene regeling van deze zaak door de meerdere vergaderingen is niet gewenscht, omdat onze kerkenorde, ter handhaving van de autonomie der gemeenten, verbiedt in meerdere vergaderingen zaken te behandelen, die in mindere kunnen worden afgedaan.

Bemoeiing met de particuliere aangelegenheden der enkele kerken is dan ook reeds geble­ ken onvermijdelijk te zijn, waar meerdere vergaderingen deze zaak uitvoeren.

Deze kerken zelve zullen dus door geheel vrijwilhge samenwerking deze zaak tot een goed einde moeten brengen en de Dienaren des Woords zullen daarin moeten medewerken.

Deze overwegingen hebben ons geleid tot het voorgestelde plan.

De opmerking over de regeling door een „meerdere vergadering" deelen we niet.

Ze gaat op, waar ééne kerk in eigen boezem de zaak afdoet, niet waar kerken zich combineeren moeten.

Dan toch ontstaat er een tweede kerkverband naast het officieele, en dit juist is de weg, om het echte kerkverband losser te maken.

Zoo iets gaat aan, waar het een belang geldt van zeer enkele kerken, maar niet waar een belang op het spel staat, dat voor alle kerken gelijkelijk geldt. En minder nog, waar niet uitsluitend de kerken de kwade gevolgen zouden te dragen hebben, maar die ook zouden neerkomen op het hoofd van emeriti, weduwen en weezen.

Maar voor het overige is het ook onze overtuiging, dat de geldelijke verplichting die het hier geldt elke kerk tot een vaste jaarlijksche uitgave verplicht, en dat waar die uitgaven zeer ongelijk kunnen zijn, het geraden is saam met alle kerken dezen geldelij ken last te dragen, zonder dat de locale verplichting van de kerk, waar de Dienaar diende noch ook de band tusschen hem en de gemeente teloor gaan.

Dan echter treedt men terstond op het gebied van de levensverzekering. Gelijk men toch weet zijn de deskundigen thans in staat, om naar de vaste wetten der kansberekening, nagenoeg precies uit te rekenen, hoeveel jaarlijks te betalen zij, om onder bepaalde omstandigheden zekere uitkeering te waarborgen.

Doch dan rijst hiermee tevens de vraag, of Deputaten voornoemd niet het veiligst gaan met bij de deskundigen op dit terrein licht te zoeken, om zooveel mogelijk juiste gegevens te verkrijgen, of niet onderzocht dient te worden, of een getal van ± 450 deelnemers groot genoeg is om de regelen der kansrekening te laten doorgaan, en of het niet nog veiliger is, de risico ten deze te laten loopen, niet door de kerken, maar door een der vele maatschappijen, die haar berekening over veel grooter aantal personen uitbreidt.

Ook op ander terrein is in beperkten kring dikwijls zulk een afzonderlijke pensionneering beproefd, maar steeds spaak geloopen, alleen omdat een te beperkt aantal eiken waarborg doet wegvallen.

Natuurlijk zullen Deputaten dit punt wel onderzocht hebben, maar wat was de uitkomst van hun onderzoek?

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1898

De Heraut | 4 Pagina's

Predikantspensioenen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1898

De Heraut | 4 Pagina's