Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Caesarisme.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Caesarisme.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 27 Mei 1898.

De tegenwoordige keizer van Duitschland is een veerkrachtig, maar ook bcginselvast man, en deswege loont het steeds de moeite op zijn scherpe, sterke uitlatingen te letten.

Zoo zag menigeen vreemd op, toen men las, hoe deze keizer in een dezer dagen gehouden toespraak, trouwe toewijding aan het Duitsche vaderland o. a. met deze zinswending op aller hart bond, dat straks de ure des doods naderde, en dat een iegelijk dan voor God en den ouden keizer zou hebben te verschijnen, en op hun goedkeuring moet kunnen staat maken.

Nu verstond een Hollander, Fries of Zeeuw hier niets van.

„Voor God en zijn C4W.yi; 2« verschijnen", dat verstaan we in Nederland. Dat doelt op het laatste oordeel. Maar als men ons, plechtig en deftig zei, dat we voor God en Willem den Zwijger zullen verschijnen, dan zou men ten ontzent vragen, of wie dat zei, zich ook vergiste of versproken had.

Christus zal ten oordeel zitten, en zoowel de armste boerenknecht als de machtigste keizer zal dan voor Christus verschijnen. Met het sterven heeft alle aardsche hoogheid uit. En de enkele gedachte, dat een aardsch keizer of koning ook nog in den hemel zeker recht van oordeel over ons zou hebben, is met al wat de Schrift ons omtrent de Overheid op aarde en den aard van het laatste oordeel, en het Koningschap van God en zijnen Christus leert, in onverzoenlijken strijd.

En toch, dat was bij Duitschlands keizer geen los, hem ontvallen woord.

Of herinnert men zich niet, hoe hij nog onlangs bij de pompeuse uitzending van prins Hendrik naar China, hem den last meegaf: „aan China zijn keizerlijk Evangelie" te brengen.

En ook, ligt het niet nog vcrsch in het geheugen, hoe de bekende hofprediker Stöcker vooral daarom in ongenade bij den keizer viel, omdat hij de vraag had durven opperen, of de keizer van zijn „hoog episcopaat in de Luthersche kerk" niet behoorde afstand te doen, ten einde de vrijheid der kerk te redden.

In dit alles nu is samenhang, en ook hieruit leere men, hoc bedenkelijk in de gevolgen een kleine afwijking van het juiste spoor kan worden.

Natuurlijk had de vrijheidlievende Luthcr ook de kerk in Duitschland geheel vrij gewenscht, en verreweg de meeste geloovige Lutherschen van onzen tijd, met name hier te lande, vinden zulk een „hoog episcopaat van den landsvorst in de kerk" eenvoudig onzinnig.

Maar Luther was onvrij.

Hij kon niet vooruit zonder de hulp der vorsten, omdat hij op het volk niet genoeg rekenen kon. Én het is niet Luther, maar het zijn die vorsten geweest, die toen dit koninklijk episcopaat hebben ingevoerd.

Dit was de oorsprong van de dusgenaamde landskerk of volkskerk.

Natuurlijk moet Christus' kerk oecumenisch, d. i. wereldkerk zijn. Uit alle natiën en tongen. In Israël nationaal, maar in Christus voor heel de wereld.

Juist dit echter wilden de Duitsche vorsten niet. Een wereldkerk, zoo waanden ze, eischt een paus als centraal hoofd. Nu de paus wegviel, moest daarom de kerk nationaal worden. Een „vaderlandsche" kerk.

En wie zou dan anders hoofd van zulk een kerk zijn, dan de vorst van het land?

Zelf kreeg de vorst daardoor tevens een hoogere wijding. Zijn persoon werd in zekeren zin heilig. Hij werd priester tegelijk.

Naar de ordening van Melchizedek zou ook de landsvorst koning én priester zijn, en alzoo aan zijn vorstelijke waardigheid tevens den luister bijzetten van een gewijd priesterdom.

Ten leste dreef men dit, geheel consequent, dan ook zoo ver, dat men de stelling opzette: „Zoo als de vorst belijdt, moeten ook al zijn onderdanen belijden." P2n stierf nu de vorst en kwam er een ander, die anders beleed, dan moesten opeens ook alle onderdanen anders' gaan belijden. De befaamde regel van het „cuius regio, eius religio." Wie het land regeert, regeert over ieders godsdienst.

Toch was sinds lang bij de meeste vorsten van Duitschland en Scandinavië deze theorie in onbruik geraakt. De Voltairiaansche periode deed hen om dat „hooge episcopaat" lachen.

Maar heel anders werd het onder dezen keizer.

Hij is man van beginsel en doorzag terstond de ver reikende beteekenis, die in dit „hooge episcopaat" voor den keizer en koning schuilt.

Had hij dit nu terstond in al zijn consequentie op zich zelven toegepast, zoo ware het te persoonlijk geworden, en had geen ingang gevonden.

Maar zeer beleidvol knoopt nu deze keizer dit geheel exceptioneel karakter vast aan de schoone volkstraditie van zijn keizerlijken grootvader.

Deze is de man die Duitschland groot heeft gemaakt, en wiens nagedachtenis aan alle Duitschers lief is.

En daarvan trekt nu de keizer partij, om de heilige idee ongemerkt met het keizerschap te verbinden.

De Caesar herleeft, gelijk die reeds in de „Divus Augustus, " d.i. den „goddelijken Augustus" opkwam.

En die Caesar-gedachte nu blijft zwak en mat? zoolang ze beperkt blijft tot den aardschen kring. Dan toch gaat al het ideale en heilige en Goddelijke nog daar boven.

En zoo kwam de keizer er vanzelf toe, om aan zijn keizerlijken grootvader ook in de eeuwigheid nog een beteekenis voor zijn landgenooten toe te beschikken.

Men zou, na het sterven, voor God, ja, maar ook voor den grooten /lv? > ^^ verschijnen, en het was die gedachte die een iegelijk verplichten moest om hier op aarde zoo trouw aan de Duitsch-vaderlandsche idee te blijven, dat men van dien keizer eens in de eeuwigheid een goedkeuring en niet ccn verwijt ontvangt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 mei 1898

De Heraut | 4 Pagina's

Caesarisme.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 mei 1898

De Heraut | 4 Pagina's