Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Verleidende en wordende verleid.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Verleidende en wordende verleid.”

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Doch de booze menschen en bedriegers zullen tot erger voortgaan, verleidende en wordende verleid. 2 Tim. 3 : 13.

De Reformatie is voor meer dan drie eeuwen als de heraut van zedelijken ernst onder de volkeren opgetreden, en het is niet het minst dat zedelijk karakter der Hervorming waardoor ze weerklank vond in de consciëntie.

Vandaar, dat met name de Gereformeerden in het weren van dans, spel en komedie een bolwerk poogden op te werpen tegen de losbandigheid, die op het laatst der middeleeuwen, in hoogere en lagere kringen, en ten slotte zelfs onder de geestelijkheid, ja, tot in de kloosters was uitgebroken.

Bij die herinnering zij men strikt onpartijdig. Het was destijds een periode van algemeen zedelijk verval, en in dien boozen tijd stak ten slotte de wereld ook de geestelijken aan. Maar hieruit volgt in het minst niet, dat in het generaal genomen óf de Roomsche geestelijkheid óf het kloosterwezen, op zich zelf een onzedelijke neiging in zich zou dragen. De historie, en ook de tegenwoordige tijd leert het wel anders. Er zijn te allen tijde én onder de geestelijken in de Roomsche kerk, én onder de monniken, mannen opgestaan van zoo streng zedelijke levensopvatting, dat ze niet zelden ons Protestanten beschaamden, en nog beschamen.

Slechts dit brachten onze vaderen als grief tegen Rome in, dat het de verhouding vanden Christen tegenover de wereld te weinig streng nam, te veel ook op zinlijk gebied toeliet en door de vingers zag, en dat het tengevolge van die inschikkelijkheid, tegenover de wereld, aan de onheilige machten, die in de wereld woelden, te zeer vrij spel liet. Dit, zoo oordeelden zij, moest den ernst in het volkskarakter knakken, ook in de gedoopte kringen te veel heidensch en onzedelijk leven doengedoogen, en bier-

door het gevaar doen ontstaan, dat uit de te toegeeflijk behandelde wereld, het zedelijk'' gif gedurig ook in het centrum van het kerkelijk leven dreigde binnen te sluipen.

Ons verwijt men van Roomsche zijde telkens zekere stijfheid en stugheid, en bij terugslag vindt men die ook niet zelden in Gereformeerde kringen. Maar wie thans na drie eeuwen vraagt, waar de zonde der zinlij kheid dieper in de aderen van heel het maatschappelijk leven is doorgedrongen, in de Roomsche bevolking van Frankrijk, Spanje en Italië, of in de Calvinistische kringen van Nederland, Schotland en Amerika, die kan slechts het in het oog springend feit constateeren, dat de standaard van den zedelijken ernst hier nog altoos hooger staat.

En ook al vergeten we niet, dat ook verschil van landaard en klimaat en bloedhitte hier meespreekt, het dubbele feit blijft dan toch: i". dat bij de meer zinlijke volken de Roomsche vorm van religie stand hield, en de Calvinistische werd afgewezen; en 20. dat het zinlijk gif, dat nu weer in breeder kring rondsluipt, steeds uit Frankrijk herwaarts kwam, en nooit door ons ^n Frankrijk werd ingedragen.

Maar al blijkt hieruit, dat er in de Gereformeerde beginselen sterker verweerkracht en vaster zedelijke ernst schuilt, sluite daarom niemand het oog voor het verontrustend gevaar, waarmee opnieuw het zedelijk leven, ook in Protestantsche landen, en ook op onze erve bedreigd wordt, U in te beelden dat, wijl het hier in menig opzicht nog heilig is, bij Frankrijk en Italië vergeleken, we op onze zedelijke lauweren van voorheen rustig konden voortsluimeren, zou verraad aan de toekomst van uw volk en van uw eigen kring zijn.

De booze vijand staat weer voor de poorte, en heeft reeds één der grendelen van die poort doorgevijld.

In den strijd van de laatstelijk doorleefde periode ondermijnde men nog alleen het geloof, onder hoog opgeven van zijn prijsstelling op „Christelijke en maatschappelijke deugden."

Thans, nu een goed deel van ons volk, door dit pijnstillend "zeggen in slaap gesust, zijn geloof in den steek liet, komt de tweede aanval en die aanval richt zich rechtstreeks op den zedelijken levensernst.

De geloofstmst is nu onder den voet gehaald, thans komt de beurt aan den zedelijken ernst.

Ook die moet uit het hart van ons volk worden uitgebroken, en ook op zedelijk terrein moet niet langer de strijd tegen de zinlijkheid worden aangebonden, maar onder den wierook ontstoken voor de zinlijke verleiding, alle besef van ingetogenheid worden uitgeroeid.

Dit is niets nieuws, niets onverwachts. Het is reeds voor vijftig jaren voorzegd, dat dit moest volgen. Immers het verloop in de historie was nooit anders, dan dat op de ondermijning van ' het • godsdienstig leven de inzinking van het

zedelijk leven gevolgd is. Slechts vergete men niet, dat op die zedelijke inzinking straks regelmatig een algeheele ontreddering ook van het maatschappelijk leven gevolgd is.

„Gerechtigheid verhoogt een volk, maar de zonde is de schandvlek der natiën."

Die prikkeling van het zinlijke, en die opzettelijke verwoesting van het zedelijk leven, is ook onder ons reeds in vollen gang.

De literatuur van een volk is hier maatstaf.

Niet alsof niet ook in vroeger dagen gemeene, vuile boeken ten onzent hun weg vonden, maar toen slopen ze rond. Nu worden ze in het volle daglicht uitgedragen, openlijk aanbevolen, in gemengde gezelschappen besprokeli. Zelfs in een zoo deftig tijdschrift als de Gids, nam men reeds meer dan eens stukken op, die beneden critiek waren.

Breed weiden we hier niet over uit.

Wie op de hoogte is, weet dat we niets te veel zeggen. Heeft niet zelfs de Haagsche Courant, een radicaal blad, reeds de vraag gesteld, of zulk bordeelgeschrijf niet door den strafrechter moest vervolgd worden? Schreef niet Prof.

Van Rees (evenmin een Calvinist) over „het zedenbederf door den boekhandel" ? Stelde niet een ander ernstig liberaal voor, om boekwinkels, die zulke dingen uitstalden of zulke vuile pennevruchten verkochten, eenvoudig te boycotten?

En schreef niet nog dezer dagen een eveneens liberaal blad; Hierin nu Juist ziet men, dat de zedelijkheid dalende is, dat er geen gevoel voor bestaat en dat de gevallen de menschheid niet meer en bloc doen roepen. Shocking! dégoutant, of op z'n Nederlandsch, (waaraan we ons voor speciale uitdrukkingen helaas te weinig bedienen) Bah! Het vertrouwd worden en zijn met zoogenaamde toegeeflijkheid ten opzichte van zedelijkheid en zedigheid zit in de lucht. Zekere lieden meenen met het devies. «Naturalia non sunt turpia." Natuurlijke dingen zijn niet schandelijk! vrijbrief te hebben tot zoogezegde verlichting op sexueel gebied. Legio brochures, allen met goeden financieelen uitslag, zijn 't publiek onder hoogdravende leuzen opgedrongen. Medici-speculaties, die voor leeken »'t huwelijksleven ontsluieren" en «raadgeven, " Nieuw Malthusiaansche brochures met systemen en schaamtelooze banaliteiten ter uitvoering ervan, en ten slotte voor jonge verhitte breinen, een berg van zoo geestelooze als goddelooze pikanterie-zwendel.

Dit driemanschap met pornographie en schunnige prentjes en duizenden attributen in den weeldefijnen, moeilijken arbeid — schuwenden tijd brengt de bedorven idee en karakters in de factoren, welke de oeconomie opsomt onder het maatschappelijk kwaad: prostitutie.

En wat nog sterker is, de schrijver van dit kloeke woord, ziet wel terdege de fout in, waar dit booze kwaad uit opkwam :

Het klater goud van «Algemeene ontwikkeling, " »bon ton, " »gedistingueerd" en «gebildet" zich voor te kunnen doen; de uiterlijkheid wordt voor 't wezen genomen, maar ook gesteld. Hart en gemoed in hunne natuurlijke zedelijke intuïties en gewaarwordingen gaan verloren. De onevenmatige verhouding van hoofd en hart, wreekt zich op 't laatste. Een eigenaardig in 't kader des tijds passend stelsel met examen-eischen en examen-jacht beantwoordt aan een pasklaar maken voor de samenleving, waarin ten volle geldt, dat de brutalen de kaart hebben. Dem Freien nur die Welt gehort. Zeker schrijver, die gezonde ideën geeft over veel en velerlei, zegt ten dezen aanzien zeer waar: »Onze tijd lijdt aan eene ziekte. La grande névrose heeft de meesten min of meer aangetast. Zij zoeken het in alles, behalve in zich zelven, want in het diepst van hun wezen vervelen zij zich, omdat zij in het diepst van hun wezen eenzaam en alleen zijn. Dit is een gevolg dier beschaving, die ons wezen naar ééne zijde onevenredig ontwikkelde en de diepste behoefte onbevredigd liet, die de sensueele en verstandelijke prikkels uitermate aanzette en opscherpte en zich over de moreele beginselen heenzette."

Hoe lang, hoe ernstig nu is tegen deze oorzaak van het kwaad niet door Da Costa, door Groen van Prinsterer, en zooveel anderen gewaarschuwd !

Maar men heeft niet willen hooren.

En zie, de over ons los. vloed van het vuile slib breekt

„Verleidende en verleid wordende" is hier het eenig juiste, apostolisch devies. ook

De mannen onder ons, en helaas, dat het niet verzwegen mag worden, ook de vrouwelijke schrijfsters, die zich met de verspreiding van dit gif belast hebben, zijn eerst zelven door de literatuur uit den vreemde a: angestoken, en kunnen nu den zinnelijken drang niet weerstaan, om ook anderen te vergiftigen.

Het lezen van slechte boeken van vreemde herkomst heeft hun eigen verbeelding bezoedeld, den zedelijken prikkel in hun consciëntie verzwakt, de schaamte in verweerkracht bij hen doen afnemen, en zoo zijn ze ongemerkt doorgezakt naar een laag zedelijk standpunt, dat voorheen alleen vertegenwoordigd was onder het uitvaagsel der maatschappij.

Wat vroeger de bordeelbeschouwing van het leven was, maar dusver plat en ruw werd uitgedrukt, hebben zij toen in verfijnden vorm en in verleidelijke taal in hun zangen bezongen en in hun phantasie-producten verheerlijkt.

Ten slotte heeft de vrouw, het eerzame lastig vindende, zich laten vinden om tot in het bijzijn van den man gelijksoortige taal op de lippen te nemen, en nu is men in meer dan één kring reeds zoover, dat nog te blozen over zoo tintelende uitstalling van de meest schaamtelooze zinlijkheid, als blijk geldt, dat men niet meeleeft en niet op de hoogte is van zijn tijd.

Schilderkunst en plaatdrukkerij komt dan die zinlijke brutaliteit nog te hulp, en tot zelfs de tabakswinkels in onze groote steden achten zich in dienst te moeten stellen van deze zelfde schaamteloosheid, door onder allerlei vorm het zinlijk lustgevoel in wie voorbijgaat teoverprikkelen.

Zelfs in Frankrijk roept men tegen die overstroomende goddeloosheid de hulp van den sterken arm in.

Mag dan maar alles gedrukt ? Mag dan maar alles uitgestald worden ? Moet tot zelfs in beschaafde kringen allerlei, tot zelfs het meest zedelooze gesprek, ook tusschen personen van beiderlei kunne, straffeloos geduld worden ? Zoo vraagt niet alleen De Bérenger, maar vroeg zelfs de Figaro, het anders vaak zoo onfijne blad, dat zich niet zelden zelf in dienst va, n dezen wereldtoon plaatste.

En ook ten onzent moet zeer zeker eerlang, met nog meer kracht dan dusver, de vraag aan de orde komen, of de Overheid, als schutsvrouw der eerbaarheid, niet althans de uitersten van dit booze kwaad zal moeten tegengaan.

Maar hiermee stuit ge het kwaad niet in zijn loop. Wat in de lucht zit, kan geen Overheid bannen.

De kerk kan hier veel doen, en doet reeds veel, althans voorzoover ze neg iets anders kan dan moraalpreeken ten gehoore brengen, en den moed bezit, om het kwaad in den wortel aan te tasten.

Maar toch de sterkste kracht ter verweer tegen dit doordringend zedebederf is gelegen in het huisgezin en in het persoonlijk leven; en al konden wij in eigen kring niets anders doen, dan bij onze eigen zonen en dochters de beslistheid, de heilige cordaatheid van het Puriteinsche leven handhaven, reeds daardoor zouden we niet alleen eigen kring beveiligd hebben, maar ook te midden van ons volk een kern handhaven van reiner zedelijk leven.

Vergis u niet, de brandstof, die op zal vlammen, zoodra er de vonk in slaat, behoeft niet van buiten af in onzen kring te worden ingedragen, die bezitten wij en onze kinderen, een iegelijk in zijn eigen hart, in ons bloed, in het ons bewegend gevoel, in den ook ons prikkelenden drang van onheilige driften.

Dat mensch uit mensch zou geboren worden, is de hoogste kracht die God zelf in onze natuur heeft gelegd, maar die, nu de zonde intrad, dan ook de kiem in zich draagt van een bederf, dat, eenmaal opkomend, heel het leven doordringt en alle aderen van het leven vergiftigt.

Tegen dien stroom der driften biedt alleen onverwrikbare zedelijke vastigheid veilig verweer, en daarom komt er alles op aan, dat ge die zedelijke vastigheden muurvast liggen laat, niet duldt dat er aan gewrikt worde, en elke poging om ze door losrafeling van de Heilige Schrift, waggelend te maken, al was het in uw besten leeraar, weerstaat met onbezweken trouw.

Dat men eerst Gods Woord heeft stukgewrongen, en daarna over de zedelijke vastigheden is gaan redeneeren, om ze te doen rusten op allerlei wijsgeerige beschouwing, is het begin van onze ellende geweest. En noch aan uw kring, noch aan uw volk kunt Jge degelijker dienst bewijzen, dan dat ge de autoriteit van het Woord van God weer muurvast in de harten legt.

Vooral wie van Gereformeerden huize zijn, hebben hier een heilige, hoogernstige roeping te vervullen.

Men lacht u uit, als ge de publieke vermakelijkheden mijdt, en vraagt u wat kwaad er toch steekt in opera en komedie. Men ergert zich aan uw stijfheid, als ge weigert uw kinderen het dansen te laten leeren. Men vindt u preutsch en overdreven, als ge alle obscoene plaatwerk en literatuur uit uw huis bant, en geen gesprekken in uw kring duldt, die ook maar even de strenge grens van betamelijkheid overschrijden zouden. Kortom, uw „ingetogenheid" geeft aanstoot, en men aarzelt niet, ze als „schijnheiligheid" op de kaak te stellen.

Maar, gij, houd daar tegen stand. Wijkt niet terug. Geeft geen haarbreed toe. Blijf getrouw aan de traditiën uwer vaderen. Voed uw kinderen op niet in den toon der wereld, maar in de vreeze des Heeren.

Kweek, om aldus reinheid van zin om u heen te kunnen uitstralen, reinheid van hart in u zelven aan.

Dit doende zult ge zelven het genot smaken van een hooger gestemd zielsleven; ge zult een schat van zedelijke waardij voor uw kinderen opgaren, opdat zij die aan hun kinderen mogen overleveren; ge zult eerbied afdwingen zelfs van hen die tegen u overstaan; en in het leven van uw volk en vaderland zult ge een dam helpen opwerpen tegen dien stroom van ongerechtigheid, die ook op ons volksleven met steeds dreigender geweld aandringt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 juli 1898

De Heraut | 4 Pagina's

„Verleidende en wordende verleid.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 juli 1898

De Heraut | 4 Pagina's