Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Von Bismarck's houding tegenover de kerk.

Duitschland's grootste staatsman Von Bismarck is gestorven, deze slag wordt door geheel Duitschland en daar buiten gevoeld. Maar stemmen, als werden vernomen toen Engeland's eersten staatsman eenige weken geleden het tijdelijke met het eeuwige had verwisseld, werden niet vernomen. Bij Gladstone's afsterven moesten menschen, die hem nog voor een zestal jaren uitfloten, den grooten strijder voor recht en gerechtigheid den tol van hun diepen eerbied betalen. Nu Bismarck op het doodsbed ligt kan de Fransche pers niet nalaten te verklaren dat hij beladen met den vloek van duizenden in het graf daalt, al wil men ook recht laten wedervaren aan den genialen grondlegger van Duitschland's eenheid en macht.

Bismarck was de man van bloed en ijzer, die de stelling onderschreef dat macht recht schept; Gladstone durfde tegen het brutaal optreden van de machtigen der aarde te getuigen, om het goede recht der verdrukten te bepleiten. Daarom betwijfelen wij het ten zeerste of het Bismarck gelukt is om, al wist hij de eenheid van Duitschland tot stand te brengen en al heeft hij den grond gelegd voor de stoffelijke welvaart waarin zich thans dat rijk mag verheugen, de zedelijke grondslagen die toch op den duur een land moeten dragen zal het niet wegzinken, te versterken.

De Heraut is niet het geschikte blad om deze dingen nader uit een te zetten. Wel meenen wij er hier op te mogen wijzen, dat de kerkelijke politiek van Duitschland's geweldigen staatsman, jammerlijk fiasco heeft gemaakt.

Toen Frankrijk vernederd was, begon Bismarck den z.g. Culturkampf, of zijn strijd voor de beschaving. Hij zocht de Roomsche kerk in Duitschland te onderdrukken door de z.g. „Meiwetten" uit te vaardigen, die haar in knechtelijken staat moesten brengen. Dit pleit heeft Bismarck, dank zij de krachtige tegenstand van den energieken leider der Ultramontaansche partij Windhorst, ten eenenmale verloren. Het baatte niets of de traktementen van Roomsche bisschoppen werden ingehouden, of de weerbarstigsten werden verbannen, ja zelfs in den kerker werden gesloten of de Roomsche kerken gebrek kregen aan leidslieden, of de Oud-Roomschen door de Duitsche regeering werden bevoorrecht; men kreeg Rome er niet onder. De aanstaande Roomsche geestelijken verkozen zich, en dit te recht, niet te onderwerpen, aan het Staats-examen, dat hen den weg moest openen om door den staat als ambtsdragers in de Roomsche kerk te worden erkend en toegelaten.

Tenslotte moest in 1880 minister Faick, Bismarck's handlanger in den strijd tegen Rome, aftreden, om vervangen te worden door von Puttkamer. Ook moest Bismarck toegeven dat de geestelijke kloosterorde, waarvan velen een toevluchtsoord op Nederlandschen bodem gezocht hadden, zich weder op Pruissisch grondgebied vestigden.

Waaruit te verklaren dat Bismarck na achtjarigen strijd tegenover Rome het hoofd in den schoot legde en tenslotte toch naar Canossa ging?

Bismarck leefde uit het beginsel dat de Staat alles moet beheerschen, ook de spheer der kerk. In plaats van er voor te waken dat de Roomsche kerk zich binnen haar eigen terrein hield, zocht hij de macht van Rome te fnuiken.

De Roomsche kerk belijdt dat alle macht, ook die van den Staat van den paus als stedehouder Christi nederdaalt, zoodat de Koningen der aarde aan het hoofd der Roomsche kerk gehoorzaamheid schuldig zijn; zij kon dus het pleit aan Bismarck niet gewonnen geven. Toen Bismarck de hulp der Roomsche Staatspartij in zijn strijd tegen het socialisme noodig had, besloot hij toe te geven en met Rome vrede te sluiten.

De Roomsche kerk was innerlijk versterkt uit dezen strijd gekomen, terwijl de Evangegelische kerk, die zich aan de Meiwetten willig had onderworpen inwendig daardoor was verzwakt, gelijk hare leiders moesten erkennen.

Ook heeft Bismarck zich door het woelen der socialisten en door de herhaalde aanslagen op het leven des keizers, genoodzaakt gezien zijn drijven voor de „Simultan schule" op te geven. De „Simultan schule" is ongeveer] eenzelfde instelling in Duitschland als ten onzent de neutrale school. Het eerste woord dat keizer Wilhelm I tot eenige burgers, die hem bij zijn herstelling van de verwonding bij den tweeden aanslag op zijn leven kwamen gelukwenschen, sprak, was, dat er moest gezorgd dat de godsdienst voor het volk niet verloren ging.

Daarop veranderde ook Bismarck zijn schoolpolitiek. De „Simuhan schule" werd wel niet afgeschaft, maar de „Confession schule" met kracht van overheidswege bevorderd. Het denkbeeld van de vrije school en van de vrije kerk schijnt in Duitschland geen wortel te kunnen schieten.

Opmerkelijk is het, dat de aanslagen op het leven van den keizer v. Bismarck er toe moesten brengen om de neutrale school op te geven.

Wat de eenvoudigste man, die zijn bijbel eenigszins verstaat, weet, namelijk dat er niets dan ellende te verwachten is wanneer het opkomend geslacht zonder onderwijs in den Godsdienst opgeleidt wordt, dit moest een groote geest als Von Bismarck eerst leeren verstaan toen door socialistische woelingen het leven van zijn vorst en ook van hem zelven, steeds meer gevaar liep.

Volgens den predikant, die den lijkdienst in het sterfhuis van Von Bismarck leidde, was de overleden kanselier een geloovige. Bismarck had den voorganger verzocht om bij zijn lijkbaar .te spreken over i €0^15:53—56, waarin de apostel jubelt: Dood waar is uw prikkel? Hel waar is uwe overwinning? De prikkel nu des doods is de zonde, en de kracht der zonde is de wet.

Maar Gode zij dank die ons de overwinning geeft door onzen Heere Jezus Christus."

God heeft den ijzeren kanselier geoordeeld, ons voegt het te zwijgen. Als staatkundig persoon had Bismarck wel oog voor het schoone van het godsdienstig leven, maar voor het kerkelijk leven had hij geen hart. Dagelijks zocht hij stichting in boeken, waarin de geest der Broedergemeente doorstraalde. Dat hij ook steeds wilde belijden dat hij de groote uitkomsten zijner politiek dankte aan de leiding en de voorzienigheid Gods, is bekend.

Men moet hem echter de eere toekennen, dat hij in de geannexeerde Luthersche provinciën, de Unie, waarbij de Gereformeerde en Luthersche kerken onder één kerkbestuur worden vereenigd, niet heeft doorgedreven, zelfs moedigd hij het streven naar de Unie niet aan. Aldus handelende werd de groote staatsman niet geleid door de overweging, dat de Unie het kerkelijk bewustzijn èn bij de Lutherschen èn bij de Gereformeerden verzwakt, maar door de gedachte dat men in een nieuw aangewonnen land toch al zooveel moeilijkheden heeft te overwinnen, dat men er niet meerdere bij behoeft te scheppen.

Bekend is Von Bismarck's fiere uitdrukking geworden: „Wij Duitschers vreezen God, maar buiten God niemand". Hij sprak dit uit in een groote redevoering in den Rijksdag, waarin hij de betrekkingen met het buitenland besprak op een moment toen de verhouding tot Rusland gespannen scheen. Na het uitspreken dier redevoering werd de kanselier door het volk hartelijk toegejuicht. Teekenaars gaven in beeld de krachtige indrukwekkende gestalte van Duitschland's eersten staatsman weder, op het oogenblik waarop hij het gebouw van den Rijksdag verlaat en door het volk al jubelend wordt begroet. Maar of Von Bismarck het verstaan heeft, dat de vreeze des Heeren het beginsel is van alle wijsheid, ook van alle staatkundige wijsheid, is voor ons de vraag, of liever wij houden het er voor dat Von Bismarcks politiek niet door de-vreeze Gods beheerscht werd. Dit neemt echter niet weg dat hij voor een groot doel gestreefd, een groot doel bereikt heeft.

Engeland. Hard tegen hard.

Het voorbeeld van den heer Kensit die in de kerken gedurende de godsdienstoefeningen op luidruchtige wijze tegen de Roomsche praktijken der Ritualisten protesteerde, werkt aanstekelijk. De volgers van den heer Kensit gaan echter verder. Zij laten het niet bij woorden, zij gaan over tot daden, gelijk blijkt uit hetgeen er onlangs in Liverpool geschiedde. Toen in de Episcopaalsche St.-Thomas van die stad, de predikant Ernest Underbill, de mis in Optimo forma met koorknapen, misklokken, wierookgeur bediend had hoorde men het geroep: „Laat ons het altaar bestormen, weg met de lichten." Een ander hief de kreet aan: „Staat op voor Jezus, " en daarop ging het regelrecht op het altaar af. Met moeite gelukte het de politie om de strijdlustigen terug te dringen en den dienstdoenden predikant voor mishandeling te bewaren.

In alle kringen vinden deze handelingen hooge aflceuring; in Ritualistische is men besloten geweld met geweld te keeren. Treurig als het zoo gaan moet.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 augustus 1898

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 augustus 1898

De Heraut | 2 Pagina's