Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het rijke leven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het rijke leven.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.

Een ernstig gevaar bij deze komende verwikkelingen schuilt voor de kerken van Amerika in het ontbreken van wat men ten onzent Catechisatie noemt. b d e

In de kerken der Nederlandsche kolonisteri bestaat die veelal, en ten deele ook in de Engelsche afdeelingen der Reformed Church, maar bij de zooveel talrijker groepen van de Presbyterianen, Congregationalisten, Baptisten en Methodisten, is de Catechisatie, als kerkelijke instelling, zoo al niet ganschelijk onbekend, dan toch volstrekt niet in gemeen gebruik.

Tweeërlei heeft hiertoe saamgewerkt.

Ten eerste de hooge vlucht die de Zondagsschool nam. Veel opgewekten onder de jongelieden vonden dat Zondagsschoolwezen heerlijk, de kinderen vonden het prettig en de predikanten gemakkelijk.

De afmetingen van het Zondagsschoolwezen reiken in Amerika dan ook even ver als het Protestantisme reikt. Men vindt ze in alle kerken, en het is een witte raaf, zoo ge thans een geboren Amerikaan van 30 of meer jaren ontmoet, die niet te zijner tijd op een Zondagsschoolbank heeft gezeten. En van die Zondagsschool werd, meest onder leiding van den predikant, zooveel werk gemaakt, dat op een leeftijd van 13 a 14 jaar door de grootste helft der bezoekers een kennis van den Bijbel verkregen werd, die, althans voor wat de Bijbelsche historie aangaat, veel verder reikt dan de kennis van den Bijbel, die men ten onzent bij gewone Protestanten vindt. ':

Maar daar liet men het dan ook bij. Aan de Zondagsschool achtte men veelal genoeg te hebben. Een Catechisatie daarna zou bis ill idem geweest zijn. En bovendien, wat deed de Catechisatie er toe .' De Bijbel was immers hoofdzaak, en in den Bijbel werd men op de Zondagsschool gekonfijt.

En hierbij nu kwam een tweede iets.

Het „belijdenis-doen, " werd door de gangbare onderscheiding tusschen de eigenlijke Church (met haar bekeerde „members") en de „Corporation" zonder geestelijk karakter, al meer omgezet in een subjectieve belijdenis van persoonlijke bekeering. Oorspronkelijk was het bij de Presbyteriaansche en Gereformeerde kerken natuurlijk anders, maar door de groote overmacht der Baptisten en Methodisten, gevoegd bij het onnatuurlijke en onkerkelijke van het collegiale corporaiio7is-xcc\\t, zijn van lieverlede ook de Presbyteriaansche en Gereformeerde kerken in dat subjectieve zog gekomen, en is wat wij noemen „openbare-belijdeni.safleggen" bijna uitsluitend een verklaring van persoonlijke toebrenging geworden.

Nu geven we toe, dat het hier altoos een zeer kiesch en teeder punt geldt. Neemt men aan op belijdenis van de objectieve waarheid alleen, dan wordt het bloote usantie, om op zijn i8de jaar „zich te laten aannemen." Legt men daarentegen meer nadruk op de personeele toepassing van de geopenbaarde waarheid, dan krijgt men de „oudere doopleden". En het juiste midden zal wel altoos bestaan in zulk een „belijdenis-doen" dat beide én de bekentenis tot de objectieve waarheid én de personeele toepa.ssing, naar ieders graad, inhoudt. Reden waarom Calvijn er voor was het belijdenis-doen liefst niet na het 15de jaar uit te stellen.

Al oefenen we dus critiek op de Amerikaansche toestanden, we zijn daarom allerminst blind voor de schaduwzijde, die vaak onze eigen kerkelijke practijk drukt. Om zijn leden niet te verliezen, en zijn kerk niet te zien sHnken, knoopt men bij ons de mazen van het belijdenis-net meest zeer wijd, terwijl men omgekeerd in Amerika, om die mazen nauwer te kunnen nemen, heil zoekt in de onderscheiding tusschen de eigenlijke kerk en de „corporation, " waarvan ze de geestelijke kern vormt.

We beweren dus in het minst niet, dat we ten deze van Amerika niets te leeren hebben. Het subjectieve element kan al te zeer verwaarloosd worden.

Maar, en dit is het juist waarop dit vertoog wijst, onze methode eischt de Catechisatie en houdt haar in stand, de Amcrikaansche daarentegen schrijft ze ten oode op, en hierin steekt een zeer ernstig evaar.

Een Zondagsschool van het 7de tot het lode jaar, en daarna een Catechisatie van et lode tot het 15de, om omstreeks het 15de belijdenis te doen, zou zeer zeker het eest verkieslijk zijn.

Tot het ï5de jaar zijn de jongelieden et minst bezet, het meest leerzaam, het terkst in het geheugen, het rijkst en e armst in het kinderlijk gemoed; terwijl aarna, met wat men noemt de puberteit, de traffe schoolcursus volgt, en de twijfel het ichtst opkomt.

Doch dan zou men ook, niet alleen hisorische Bijbelkennis, maar tevens kennis an de geloofsleer verworven hebben.

Nu daarentegen wordt historische Bijelkennis het één en al. Men weet u met errassende volledigheid de historie van l Juda's en Israels koningen te verhalen. en kent de voornaamste namen en voorallen in de Schrift vermeld op zijn duimpje. aar vraag niet naar het Verbond, niet aar de leer des Doops, niet naar het onerscheid tusschen Rechtvaardigmaking en eiligmaking, niet naar de natuur van den hristus, en zooveel meer. Daarin is men iet onderwezen.

Gevolg hiervan is dan weer, dat de preiking voor een groot deel elk confessioeel karakter mist. Het dogma kan niet chitteren in de predikatie, als de prediker eet dat zijn gemeente er niet in thuis is, r niet aan hecht, en er zelfs zekeren weerin tegen gevoelt. Wie het toch beproeft, iet vaak zijn gehoor verloopen.

Dat doet er den prediker toe neigen, iever onderwerpen op den predikstoel te beandelen, die ten onzent in dagbladartikelen esproken worden.

Toen de quaestie van de Phi lippijnen aan e orde kwam, hield prediker na prediker en predikatie over de „expansion". Van h d m w te voren werd dit in de couranten'aangekondigd. Verslaggevers waren onder het gehoor. En des Maandags vond men in de bladen extracten uit tal van predikatiën, om het gevoelen der geestelijke leidslieden over dit staatkundig vraagstuk te leeren kennen, en zoo te werken op de publieke opinie onder het Christelijk publiek.

Nu zeggen we niet, dat dit ongeoorloofd is. Integendeel, de Profeten des O. V. toonen het tegendeel, en voor zooverre bij nationale vraagstukken het pleit van recht, van Gods eere of van de hooge nationale zedelijkheid in het spel, is de prediker én gerechtigd én zelfs verplicht, om uit Gods Woord licht over al zulke vraagstukken te ontsteken.

Alleen maar, dat mag niet de hoofdzaak van de prediking worden. Het moet niet het lokaas zijn om hoorders te trekken. Het mag geen dienst doen als kerkelijke reclame. En bovenal, men verbeurt het recht er toe, zoo de gemeente niet door gestadige prediking der heilswaarheid vastgezet is in de Christelijke wereld-en levensbeschouwing, aan wier maatstaf zulke vraagstukken te toetsen zijn.

En juist dit nu ontbreekt veelal.

Dit leidt dan anderzijds weer tot de meening, dat de verschillen die kerk van kerk scheiden, in den grond wzwezenlijk zijn. En zoo is de nu reeds vrij sterke neiging opgekomen, om de geloofsverschillen tusschen Presbyterianen en Baptisten, tusschen Methodisten en Gereformeerden voor onwezenlijk te verklaren, en op een toekomst aan te sturen, waarin alle „denominational differences" ter zijde worden gezet, om in één mystiek-practisch leven alle kerken te doen saam vloeien.

Van den anderen kant daarentegen is het Zondagsschoolvvezen meest in handen van onbevoegden, die zelven niet behoorlijk onderlegd, en daardoor in allerlei zonderlinge dwalingen verloopend, hun sectarische denkbeelden bij de-jeugd aan den man brengen, en daardoor een ordeloos en ongemotiveerd sectewezen bevorderen, dat nu reeds tot het optreden van 143 secten (volgens den census van 1890) geleid heeft.

Voeg hier nu bij, dat de kennis van het principiëele kerkrecht nog wel bij de Roomschen en Episcöpalen, maar niet meer bij de vrije Protestantsche kerken wordt gevonden, en ge kunt u levendig voorstellen tot wat schromelijke verwarring zulk een stand van zaken op dassen, in presbyteriën, en op synoden leiden moet.

Volkomen te goeder trouw worden mannen, die voor beter opkomen, door zulke kerkelijke vergaderingen in het ongelijk gesteld. Immers men kent er geen ander kerkrecht dan de statuten of reglementen, waaronder men leeft, en naar de beginselen van kerkrecht, gelijk die uit Gods Woord en de belijdenis volgen, wordt niet meer gevraagd. Ook wordt principieel kerkrecht aan de universiteiten en seminariën nauwelijks onderwezen.

Dit alles saamgenomen nu heeft ten gevolge, dat men er zich geen rekenschap meer geeft van de ware Christelijke belijdenis en van de ware Christelijke levensen wereldbeschouwing die men tegen de levens-en vi^ereldbeschouwing van de publieke opinie heeft over te stellen.

En daar nu zoowel predikers als gemeenteleden toch slag op slag zulk een levens-en wereldbeschouwing hebben moeten, om er hun oordeel en hun gedraging naar in te richten, zoo is het noodlottig gevolg, dat men, zonder het te weten, de owchristelijke levens-en wereldbeschouwing overneemt, en die onverzoend in zijn bewustzijn naast het besef van zijn persoonlijke toebrenging tot Jezus omdraagt.

En dit wreekt zich dan op den duur.

Ongemerkt toch is men er zoo op voorbereid, om ook de ongeloovige beschouwing over den mensch, de schepping, de zonde en den Christus uit over te nemen, en zoo schuift men, zonder kwaad te vermoeden, van het Christelijke erf op het erf der Philosophie over.

Reeds nu is in Amerika het dwepen met Evolutie schier algemeen!

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 februari 1899

De Heraut | 4 Pagina's

Het rijke leven.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 februari 1899

De Heraut | 4 Pagina's