Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„De verzenen vermorzelen.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„De verzenen vermorzelen.”

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

En ik zal vijandschap zetten tiisschen u en tusschen deze vrouwe, en tusschen uwen zade en tusschen haren zade. Datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen. Gen. 3 ; 15.

Van het Kruis van uw Herland (dien" won­ i deren Boom des levens voor alle ziel die ten s eeuwigen leven ingaat) is dit het geheimzinnig-b heerlijke, dat er vrucht van gesmaakt is, nog z eer het op Golgotha was opgericht. h

Jezus zelf sprak het voor de Joden uit: Abraham, 'uw vader, heeft zeer begeerd mijnen dag te zien, en hij heeft dien gezien, en is verheugd geworden" (Joh. 8 : 56).

Voor ons die in het volle' daglicht van den „Opgang uit de hoogte" (Luk. i : 78) wandelen, is het bijna ondoenlijk, recht in te leven in de geloofsexistentie der vaderen vanouds, voor wie het alles nog te komen stond in verre toekomst; en alleen onze eigen vurige hope op het verschijnen van het r „Teeken van den Zoon des menschen" in zijn tweede toekomst, geeft ons een aan het hunne verwant besef.

Maar aan de zaak zelve mag geen oogenblik getwijfeld

Ook ondèr Oudvaderen had God zijn t uitverkorenen. Die allen waren evenals wij in e zonde ontvangen en geboren. Ook voor hen t was geen andere naam onder den hemel ge­ t geven, om zalig te worden. En, heel de Schrif­ A ten des Ouden Verbonds door, glinsteren heer­ m lijke vonken van geloof in den Messias, in „dien k Engel des aangezichts, die in al hmt benauwdheden benauwd was geweest" (Jes. 63). En \> wie zal hel program voor-Golgotha in Jesaja o 53 lezen, ' zonder als met handen te tasten, n hoezeer en hoe sterk ze, dank zij de wereld der s visioenen, reeds aan het tasten van de realiteit m van Golgotha, eeuwenlang eer het Jezus' Kruis droeg, toe zijn geweest?

Ze hadden meer dan de énkele belofte.

Ze lüisten niet maar van dié toekomst, maar ze zagen in die toekomst in. Niet mét eigen verbeelding of "gissingsvermogen, maar omdat God zelf door zijnen Heiligen Geest hun verbeelding als instrument gebruikte. a K d h

Zelfs de prediking, - die de Christus in de dagen van Noach, vlak vóór den Zondvloed deed uitgaan, verbindt de apostel Petrus onmid: dellijk met Golgotha. „Christus, zoo zegt hij, heeft eenmaal voor de zonde geleden, opdat hij ons tot God zou brengen, die wel gedood is naar het vleesch, maar levend gemaakt naar den geest, in denwelken hij ook in de dagen van Noach aan de gevangen zielen gepredikt heeft"

De Christus komt uit het ecuwig Verbond tusschen Vader, Zoon en Heiligen Geest.

Hij die Adams gevallen geslacht den vrede zou aanbrengen, komt uit den eeuwigen „Raad des Vredes."

Hij is Messias eer het geslacht viel, welks Messias hij zijn zou. En altoos is van het Messiasbeeld de schaduw van het Kruis onafscheidelijk.

De Man van sraarte. De „lijdende knecht Gods

Terstond na den val komt dit dan ook uit.

Adam was geen kind, en werd niet opeens een onnoozele door zijn val. Hij was gescha pen in gerechtigheid, in heiligheid, en in nnjsheid. Niet dat hij alle dingen wist, noch ook dat geen meerder en voller kennis voor hem was opgelegd. Maar zijn inzicht in het wezen der dingen was even helder als het licht dat het paradijs omscheen. Er was geen verduistering.

En wel trad die verduistering na zijn val in, maar toch niet zoo plotseling, dat hij opeens niets meer zag. De schemering begon, en die schemering zou tot didsternis verdicht worden. Maar in de eerste ontzetting over de zonde, Ham die schemering nog pas haar aanvang.

Zeg dus-niet, dat Adam dé heerlijke paradijsbelofte niet zoo wel verstond als gij. Allicht verstond hij die klaarder en beter.

Zee belofte fein „het vrouwezaad, " van dat „zetten van vapidschap/' en van die doodelijke worsteling, waairin van de twee worstelaars de één verpletterd, en de ander ^^ww? ^ zou worden.

En in die laatste tegenstelling school het iflysterie.

Hij, wien de verzenen vermorzeld worden, valf, maar ook als hij gevallen nederligt, blijft het leven in hem, en indien hem de vermorzelde hielpees hersteld wordt, staat hij weer op, en triomfeert.

Daarentegen hij, wien de kop vermorzeld wordt, die boet het leven in. Die is weg voor eeuwig

En onder hét beeld dier tegenstelling nu profeteert ds Geest aan Adam én Satans volkomen ondergang, ' én het lijden dat op Jezus komen zou, én Jezus' wederopstanding uit.den dood.

Geen twijfel dan ook, of, toen Jezus aan Lukas en Cleopas, langs den weg van Emmaus, naar Jeruzalem terugkeerende, al de Schriften uitlegde, beginnende van Mozes en doorgaande tot al de profeten, is Jezus met Gen. 3:15 begonnen.

Het zou zijn een alleen maar aan de verzenen, d. i. aan den hiel, vermorzeld worden, en dus de mogelijkheid laten van weer te kunnen

Zóó moest de Christus lijden, en alzoo in zijn heerlijkheid ingaan!

Er is geen sprake vaa gifspuwing, den wreeden beet van de slang. maar van

Dat toont het gekozen woord.

Gif bederft het bloed, maar verminkt geen lichaamsdeel. Staat hier dus dat de hiel gebroken, geknakt, verbrijzeld, vermorzeld zal worden, en zulks met geheel hetzelfde woord, dat voor het verpletteren van den kop der slang gebezigd wordt, dan hebt ge te denken aan een beet van de slang in zeer eigenlijken zin. Vergiftiging van het bloed tast heel het leven aan. Hier is niet van dat gif sprake, maar van een verwonding, zonder meer.

Let ook op de volgorde.

Er staat niet, dat de slang Messias in den hiel zal wonden, en dat Messias, om die wonde te wreken, de slang den kop zal verpletteren.

De orde is omgekeerd.

Niet Satan valt Jezus aan, maar Messias de slang. En daarom heet het eerst: „Het zaad der vrouw zal u den kop vermorzelen, " en dan pas: , , en gij zult het de verzenen vermorzelen."

Er is dus hier geen sprake van dat gestadig verloop der geschiedenis, waarin Satan de kinderen der vrouw verleidt en tot zonde brengt en geestelijk vermoordt.

Neen, er wordt duidelijk gehandeld over één enkele, één zeer bepaalde gebeurtenis, die hierin bestaan zal, dat het zaad der vrouw de slang aanvalt, om Satan voor eeuwig van zijn macht te berooven. En het is bij dien aanval dat de slang de verzenen van Messias vermorzelen zal, om zelf in den kop verpletterd te worden.

Wat is die hiel? Wat zijn die verzenen? Wat anders dan het eere-attribuut van den mensch als menseh.

De slang zou voortaan kruipen op den buik; en alle dier, dat loopt of vliegt of zwemt, heeft de levenslijn in den kop dwars of beneden waarts. De orang-oetang, al kan hij overeind loopen, evengoed als het rund. Rechtop gaan van nature, zoodat ruipen of overdwars loopen, tegen de natuur ingaat, komt alleen bij den mensch voor. Het s het koninklijke van zijn verschijning. Het symbool, van zijn geschapen zijn naar Gods eeld. Zelfs als het kind kruipt, schuift het ittend voort. Het rechtop gaan beteekent de eerschappij die aan de menschelijke natuur ver allé andere natuur is gegeven. „

En dat de mensch dit kan, is ja eisch van eel zijn bouw, maar mogelijk wordt het alleen oor de onbegrijpelijk kunstige schepping van en menschelijken voet^ met zijn sleutel in den iel, of in de verzenen.

Wij denken daar niet op.

Maar een slang die denken kon, zou den ensch niet zijn conscientie, en niet zijn vertand, noch zijn ziel, maar zijn verzenen benijden. ij moet kruipen en schuifelen, omdat ze zulke erzenen mist. Maar de mensch heeft ze, en at juist maakt hem mensch.

Om den mensch in zijn menschelijk privilege an te grijpen, moet dus die ^z'^/vernield, moeen die verzenen vermorzeld. Dan valt de mensch, n hgt hij neder, hulpeloos en zonder verder e kunnen. En dan kruipt en schuifelt de slang riomfeerend om hem heen en hem vooruit. ls de mensch voor den grond ligt met verorzelde verzenen, dan wint de slang het. Dan an zij, wat de mensch niet kan.

e Zijn dus die verzenen hier zinbeeld van Jezus' > nenscliclijke natuur, dan zegt het ons, dat Jezus o ns alleen kon redden, door onze menschelijke g atuur aan te nemen, en dat hij in die men­ l chelijke natuur al zijn lijden doorworstelen oest.

Satan poogt het Verlossingswerk te verijdelen, oor Jezus zijn menschelijke natuur rueer af te emen. Daarom valt al wat boos is op Jezus an, om hem te dooden. Daarom moest het ruis worden opgericht. Dat is Golgotha!

En vyat Satan den kop verplettert is juist, at dit heel anders uitkomt, dat Jezus, al sterft ij aan het Kruis, zijn menschelijke natuur niet erliest, maar behoudt, en daarom straks verrijst, n weer opstaat uit de dooden.

Zoo schuilt in die ééne paradijsbelofte, met iets dan een schijnbaar harde beeldspraak, eitelijk (mits ge het beeld dieper indenkt) heel et mysterie én vanr de Vleeschwording, én van et I/ijden, én van het Sterven, én van de ederopstanding van uw Heiland. En wie zal ns dan zeggen hoeveel niet reeds Adam, onder e nawerking van zijn paradijs verstand van de iepte en de volheid van dit mysterie verstaan heeft ?

Onzer is dat paradijs-verstand niet meer.

Van nature zijn alle kinderen der menschen thans, op het stuk van het Verlossings-mysterie, volkomen Daltonisten geworden. De kleuren van het Lijdens-mysterie fonkelen voor hun n zielsoog, maar hun zielsoog onderscheidt niet meer. Het staart zich niet blind, maar, omdat het blmd is, staart het ze'fs niet meer.

Open gaat het oog voor Golgotha, en voor wat Golgotha inheeft, onder ons eerst dan, als de Heilige Geest óns de schellen weer van de oogen doet vallen, en er zacht licht instraalt.

Dat is dan de „verlichting'' van wie werd wedergeboren en tot bekeering kwam.

En er zijn tijden geweest, dat het aldus geopend zielsoog, bij dat teedere licht, zoo vol gevoel en diep op Golgotha tuurde, dat schier geen kmd van God afliet, of hij moest onder den vollen i^^ndruk van dat Golgotha komen, en elke schakeering van de tinten van dat lijden, en eiken zin en elke beteekenis van dat Kruis voor zijner ziele zaligheid verstaan.

Dit is nu weg.

Men doet het nu korter af. „Ik ben zondaar. Er moet verzoening zijn. Jezus heeft - die verzoening voor mij verworven. Dit geloof ik. Dus ben ik zalig, " heet thans het Evangelie, dat men op een stuivertje schrijven kan. o Z

En dat is ook het Evangelie, en dat blijft het Evangelie eeuwiglijk.

Maar of dat Evangelie' wérkelijk ' tó^i", en smaakt, en geniet, wie er 'zoo oppervlakkig, als gold het de zuivering van een wonde aan zijn hand, overheen glijdt, laat dat uw eigen hart uitmaken. , '

In ieders leven zijn oogenblikken, dat, men Golgotha voor weinig meer daw pro memorie uittrekt. Maar ge hebt ook wel die andere oogenblikken gekend, dat ge: in Golgptha ingeleefd, met heel uw verbeelding er ingegaan, en verzonken zijt.

En nu dan, oordeel zelf, in welke vaii die beide keeren ge, als de verloste van-pw Heiland, dat ^olgotha hebt verstaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 april 1899

De Heraut | 4 Pagina's

„De verzenen vermorzelen.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 april 1899

De Heraut | 4 Pagina's