Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Zending.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXI.

Het Kamerungebied, aan de baai van Biafra, dat onder Duitsche bescherming staat, heeft van Engelsche Baptisten het Evangelie der genade ontvangen. In 1886 verlieten zij dat gebied en werden vervangen door het Bazelsche Zendinggenootschap. In de taal dezer negers, het Dualla, heeft de Baptist Saker den Bijbel overgebracht. Ook in het Congogebied zijn reeds meer dan 11 zendingsposten, waar het Woord bediend wordt door Engelsche en Amerikaansche zendelingen. Een der eersten, die hier gearbeid hebhen tot uitbreiding des Evangelies, was een bekwaam jong-"oensch, vroeger ingenieur, Max All genaamd, wien het echter niet gegeven was lang als zendeling werkzaam te 2|]n. Het gevaarlijk klimaat dezer streken onderniijnde ^yne krachten. Hij moest heengaan en toch wilde hij niet ^ötrekken, voor hij de nieuw aangekomen arbeiders tot hun werk had ingeleid. Verder dan Madeira kon hij het ''P zijn terugreis niet brengen: in zijnen Heere verheugd, overleed hij aldaar.

Betreden wij nu Zuid-Afrika, dan komen wij in streken, "]k aan zendingsposten, bezet door Duitsche, Fransche en j^igelsche zendelingen. Herero's en Namaqua's, Hotten-'^tei en Kaffers enz. hooren hier in hun eigen talen de groote wonderen Gods bespreken. Zuid-Afrika loopt van °6 Kunene-rivier om de Kaap de Goede Hoop tot aan ^ ^ambesi-rivier. De geelgrijze Hottentotten, omstreeks i '000 in getal, waarvan 7000 volbloed, waren eens de bezitters van geheel Zuid-Afrika, worden nu echter slechts gevonden in Duitsch Zuidvvest-Afrika. Onder^hen wonen de Boschjesmannen, die in de steppen en bergkloven verstrooid te vinden zijn. In Zuid-Oostelijk Afrika vindt men de Kaffers, die in 4 hoofdstammen verdeeld zijn. In het land der Herero's en Namaqua's wordt reeds meer dan 40 jaren door de Rijnsche Zending, wier hoofdzetel Bar-Siien is, gearbeid. I-ang is haar werk zonder eenige vrucht geweest, doch thans worden reeds meer dan 6000 Christenen daar aangetroffen. Het Nederlandsche Zendelinggenootschap, wiens stichting in 1797 wij reeds vermeld hebben, is haar 'arbeid begonnen in Zuid-Afrika, samen met de kort te voren opgerichte Londensche Zendingvereeniging. In 1798 zond het er een viertal zendelingen heen, met name de Hollanders^ Dr. J. F. van der Kemp en Kicherer en de Engelschen Edwards en Edmonds. Den 3 isten Maart 1799 kwamen de zendelingen aan de Kaap de Goede Hoop aan. Kicherer en Edwards werden bestemd voor de Boschjesmannen, terwijl Van der Kemp en Edmonds de Kaffers ginden opzoeken. Na veel moeielijkheden bereikten Van der Kemp en zijne reisgenoot het gebied van den Kafferkoning Gaïka, van wien zij ten slotte de toestemming kregen, zich in zijn rijk te vestigen. Aan de rivier de Gouatouby begonnen zij den 21 sten October 1799 hunne woning te bouwen in eene streek, waar omheen 12 Kafferdorpen lagen. Zegen zagen zij weinig op hun werk, zoodat Edmonds ontmoedigd naar. de Kaap terugkeerde. Zestien maanden bleef Van der Kemp onder de Kaffers.

In het begin van 1801 begaf hij zich naar graaf Reynett in de Kaapkolonie, trok zich in 1802 op de Algoabaai terug en stichtte in deze streek op 't einde van 1803 onder de Hottentotten Bethelsdorp, dat spoedig 1000 inwoners telde, waaronder 200 Christenen. Hoe groot zijn liefde was voor hen, onder wie hij het Evangelie bracht, getuigt nog de pokkenepidemie van 1811 op Bethelsdorp, toen hij hulp verleende en tegelijk van zijnen Zender getuigde. Zijn krachtig gestel bezweek ten laatste aan de groote ontberingen, die hij doorgestaan had. Den 7den December 1811 werd hij ziek en 8 dagen later ging hij in tot de vreugde des Heeren.

Vóór Van der Kemp had de broedergemeente reeds aan Afrika's zuidpunt het Evangelie gebracht. Met name noemen wij George Schmidt, die het werk had opgenomen van de Nederlandsche predikanten Ds. Overney (1680) en Calden (1705) en zich in 1736 onder de Hottentotten neerzette. Hij vond deze heidenen echter zeer onvatbaar voor de leer der waarheid. Toch vergaderde hij aan de Sergeantrivier eene kleine gemeente van 47 personen. In 1747 vertrok hij naar Holland om eenige medehelpers voor zijn arbeid te zoeken. Maar door de Heeren XVII tegengewerkt, omdat zij vreesden dat de verlichting der Hottentotten zou schaden, mocht hij zelfs niet eens meer naar de Kaapkolonie terugkeeren. Niet voor 1792 vatte de Broedergemeente de zending hier weer op. Hun arbeid, stil en in diepen ootmoed volbracht, had ook den steun der Boeren, die door de Engelschen vaak als vijanden der zending aan Europa zijn voorgesteld, omdat zij de pohtieke doeleinden der Engelsche zendelingen dwarsboomden. Onder de Kaffers kan Van der Kemp de voorlooper genoemd worden van den beroemden Engelschen zendeling Moffat. Deze was 20 jaren oud, toen hij zich aan de zending begon te wijden en zich nederzette te Koroman onder de Betsjoeanen en later onder de Zulu-Kaffers. Van de Boeren vond hij eerst niet veel medewerking, doch dit veranderde, toen zij zijn werk leerden waardeeren. Velen mocht hij ten zegen zijn. In 1817 begon hij zijn moeitevol leven in Z.-Afrika en 52 jaren mocht hij in den wijngaard des Heeren aldaar arbeiden. Den 9en Augustus 1883 ging hij op hoogen leef­ tijd zacht en kalm in tot de rust, die er overblijft voor het volk van God.

Slaan wij nu nog een blik op den Oranje Vrijstaat en de Zuid-Afrikaansche republiek (ook Transvaal genoemd), om te weten wat onze stamverwanten, zoo vaak aangeklaagd als tegenstanders der missie, hiervoor gedaan hebben. Tusschen de Oranje-en de Vaalrivier werd in 1854 door uit de Kaapkolonie uitgeweken Boeren de Oranje Vrijstaat gegrondvest, 't Kerkelijk leven bloeit hier onder de 77.000 blanken, meestal Hollanders en Gerefonneerden. De 129.787 zwarten leven onder strenge niet harde tucht en worden door de meeste predikanten met het Evangelie bearbeid, zoodat er voor vreemde zendingsarbeiders geen plaats is om te arbeiden, tenzij zij willen ingaan in anderer arbeid, om dien te verstoren. De methodisten hebben zich te Thaba Ntschu neergezet sints 1833, terwijl het Berlijnsche genootschap in 1834 de zending onder de Kavana's en Betsjoeanen is begonnen. In de hoofdstad Bloemfontein is sedert 1S63 een Anglikaansch bisdom. Ten Oosten van de Oranje-Vrijstaat ligt het bergachtige Basutooland, dat niet ten onrechte het Zuid-Afrikaansche Zwitserland wordt genoemd. Sints 1884 heeft Engeland er de hand opgelegd. Zijne inwoners zijn omstreeks 1825 door den hoofdman Moschesch (f 1870) na verwoestende oorlogen weer vereenigd en verkeeren nu in een tijdperk van rust. Het Parijsche genootschap heeft in 1833 onder, de Zuid-Basutoos een moeielijken arbeid begonnen, die nu rijke vruchten afwerpt, 't Getal bekeerde Christenen is 14.000, waaronder er zijn die door de Anglicaansche missie, welke in 1874 in dezen arbeid is ingegaan, gewonnen zijn.

DE GAAY FORTMAN,

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 april 1899

De Heraut | 4 Pagina's

De Zending.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 april 1899

De Heraut | 4 Pagina's