Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Officieele Berichten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Officieele Berichten.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Met verkorting uit het Kerkblad van i6Juni'< )g.)

Classis Leeuwarden, 7 Juni 1899.

Het moderamen wordt aldus samengesteld: Ds. T. Sap, praeses; ' Ds. G. Boekenoogen, assessor; Ds. N. Y. van Goor, scriba.

Behandeling van ingekomen stukken.

Een schrijven van den kerkeraad der voormalige Chr. Ger. kerk te Suawoude en een instructie van de Geref. kerk te Suawoude. In dit schrijven wordt het verzoek gedaan, dat^de Classis Leeuwarden de voormalige Chr. Ger. kerk te S., zoowel hare leden als ambtsdragers, predikant, ouderlingen en diakenen en den emeritus-predikant, weder erkennen als leden en ambtsdragers in de Geref. kerk, terwijl zij schuldbelijdenis doen over de gepleegde zonde van scheurmakerij.

Over dit schrijven wordt lang en zeer ernstig gesproken.

De Classis besluit aan de Geref. kerk te Suawoude te antwoordene:

1e. Dat de Classis met blijdschap vernomen heeft, dat de Chr. Ger. kerk van Suawoude weder tot de gemeenschap der Geref. kerken wil terugkeeren en keurt de besluiten van den kerkeraad der Geref. kerk ten opzichte van de erkenning der ambtsdragers, ouderlingen en diakenen, goed.

2e. Dat |Ds. Rispens en Ds. Kreulen, na schuldbelijdenis voor de Classis en de kerk van Suawoude, zullen worden erkend, de eerste als dienaar des Woords en de tweede als emerituspredikant bij de Geref. kerk van Suawoude.

3e. Dat twee gedeputeerden worden aangewezen om gedurende een half jaar toezicht te houden op den dienaar des Woords, de kerkeraadsvergaderingen bij te wonen en in alle voorvallende zwarigheden den kerkeraad van hulpe te zijn.

Tot deputaten worden benoemd: Dr. Kuyper en Ds. Kooi.

De praeses sluit de vergadering met dankzegging, nadat gezongen is Ps. 7-2:11.

Inw. Zending en Bijbel-colp. in Noord-Brabant en Limburg.

Wegens buitengewone omstandigheden staan deputaten voor deze Zending voor een zeer groot tekort. Reeds zijn de bijdragen der Brabantsche Classen aanzienlijk verhoogd, terwijl ons klein aantal kerken voor dezen nood een bizondere collecte zal houden. Durven wij dit laatste niet aan alle kerken in ons land verzoeken, laat dan voor dit buitengewoon geval door kerkeraden of particulieren een min of meer aanzienlijke gift toegezonden worden aan den voor dit jaar benoemden Penningmeester, Ds. J. C. C. Voigt te Raamsdonk.

Provinciale Synode van N.-Holland, gehouden te Alkmaar i Juni 1899.

Na het zingen van Ps. 68:14, opent Ds. J. W. Wechgelaar namens de roepende kerk deProv. Synode met het lezen van eenige verzen uit het begin van Hand. 15, korte toespraak efi gebed. Het moderamen wordt door stemming aldus samengesteld: D. B. van Schelven, praeses; W. Breukelaar, assessor; J. van der Sluis en H. Louman Beijer, scribae.

Komt ter vergadering broeder J. Hermans Jr. om onderzocht te worden naar Art. 8 D. K. O. Ds. C. Stadig vraagt uit Jesaja 53, Ds. D. Tom Wz. uit I Petr. 3. Ook wordt hem gelegenheid gegeven een woord te spreken. Na afloop van het onderzoek besluit de vergadering het volgende aan broeder Hermans meê te deelen: De kerken van Noord-Holland, in Prov. Synode vereenigd, hebben met genoegen de schoone gaven opgemerkt, die de Heere aan broeder Hermans gegeven heeft. Zij raden hem aan deze gaven in den gewonen weg van studie te oefenen en geven hem verlof van dit besluit gebruik te maken.

De Synode gaat over tot het benoemen van deputaten voor de Generale Synode en verkiest door middel van stemming:

DD. B. van Schelven, W. Breukelaar, Ouderl. J. Olthoff, N. Sluis, primi; DD. D. Tom Wz., R. Mulder, Ouderi. P. Verkuijl, J. Zeelte, secundi.

Voorts wordt benoemd als curator van de Theol. School Ds. L. Neijens en als secundus aangewezen Ds. B. van Schelven. De deputaten voor het Prov. studiefonds en de deputaten voor peremptoire examina worden gecontinueerd.

Ter tafel komt het voorstel van de Classis Enkhuizen in zake het diaconaat. Na eenige discussie komt de vergadering tot het volgende besluit: De Generale Synode ontwerpe ten behoeve van het diakenambt zoodanige regeling, waarbij naar den eisch van Gods Woord het ambt tot meerdere ontvi'ikkeling en meer zuivere bediening door de ambtsdragers zelven kan komen.

Overeenkomstig de uitnoodiging van de Classis Alkmaar wordt het voorstel-Bavinck in behandeling genomen. Na eenige discussie komt de vergadering tot het volgende besluit: De Generale Synode make het gymnasium te Kampen van de kerken los en regele de verhouding van Theol. School en Vrije Universiteit op zulk eene wijze, dat de krachten van beide inrichtingen aan alle studenten ten goede komen.

Nadat Hoorn als Synodale kerk is aangewezen, wordt de Synode door Ds. B. v. Schelven met dankzegging gesloten.

Particuliere Synode van Noord-Brabant en Limburg", gehouden te Raamsdonk, 6 en 7 Juli 1899.

Ds. J. D. V. d. Velden, van Klundert, opent als praeses van den kerkeraad der roepende kerk deze Synode met het lezen van en eene toespraak over Psalm 121, nadat Psalm 123: i was gezongen en ZEw. 's Heeren onmisbaren zegen over dit samenzijn had afgesmeekt.

In het moderamen worden nu gekozen: DD. . D. V. d. Velden, praeses; C. Lindeboom, scriba; J. M. Mulder, assessor I; W. Bosch, assessor IL

Verschillende rapporten worden uitgebracht. De volgende benoemingen hebben plaats: Tot curator der Theol. School: Ds. J. A. Goedbloed primus, Ds. J. D. van der Velden secundus.

Tot afgevaardigden ter Generale Synode: DD. . M. Mulder en J. D. van der Velden primi; eerste secundus: Ds. W. Bosch, tweede secundus; Ds. W. Kapteijn, Ouderl. L. Punt en C. van Wijnen primi, eerste secundus : Ouderl. H. Schreuders, tweede secundus: Ouderl. J. Maris Az.

I. Inzake Afvaardiging ter Particuliere Synode:

„De Particuliere Synode besluit, het voor beeld der kerken in de Provincie Overijsel te volgen, en aan de Classicale vergaderingen te verzoeken voortaan, beginnende in 1900, in plaats van t-ïvee dienaren en twee ouderlingen, drie dienaren en drie ouderlingen af te vaardigen ter Synode."

II. Inzake Opleiding tot den dienst des Woords.

„De Particuliere Synode van Noord-Brabant en Limburg, overwegende:

dat eenheid van opleiding voor den dienst des Woords" in de tegenwoordige omstandigheden wel gewenscht, maar niet noodzakelijk is; alsmede

dat de tijd, om "ingrijpende maatregelen in deze materie te nmen, nog niet rijp kan geacht worden;

besluit den bestaanden toestand te bestendigen, totdat principieel eenheid van inzicht verkregen zij".

HL Inzake Doop en Tucht.

„De Generale Synode aanvaarde de toepassing van de beginselen, welke inzake tucht over doopleden neergelegd zijn in het bekende rapport door Prof. Bavinck en Rutgers, terwijl de Particuliere Synode de vraag in overweging geeft, of het niet wenschelijk zou zijn in de wijze van tuchtoefening ten grondslag te leggen, Art, 76 en 77 der Dordtsche Kerkenordening."

Na den dank der vergadering te hebben gebracht aan de onderscheidene broeders, maar inzonderheid aan den kerkeraad te Raamsdonk, voor de uitnemende wijze, waarop de Synode aldaar wierd ontvangen, verzocht hij Ds. J. M. Mulder, deze laatste zitting met dankzegging te sluiten.

Synode van Overijsel, gehouden 7 Juni 1899 te Zwolle.

Namens de roepende kerk wordt de Prov. Synode geopend door Ds. Hessels, na het zingen van Ps. 119:17, lezing van Ef. 4 en gebed. Door stemming worden aangewezen als praeses Ds. J. Hessels, als scriba Ds. Lf Smilde, als assessor Ouderl. Prof. Wielenga.

De vraag van Ommen waarom deputaten over Art. 36 niet aan hunne opdracht hebben voldaan, wordt op raad van enkele broeders teruggenomen, wijl de deputaten zich hebben te verantwoorden op de Generale Synode.

Ds. C. C. Schot licht zijn bezwaar toe over de wijze van procedeeren, gelijk door de Geref. kerk te Oud-Beierland is geschied contra de Christel. Geref. gemeente aldaar. De Prov. Synode vereenigt zich met deze beschouwing niet en besluit het bezwaarschrift niet door te zenden naar de Generale Synode.

Komt in behandeling het voorstel Deventer over Eenheid van Opleiding. ^^Idus gewijzigd komt het in stemming:

a. Overwegende, dat de eenheid van opleiding tot den dienst des Woords wel niet op zich zelf en strikt genomen noodzakelijk is, maar toch om verschillende redenen, bovenal in de huidige omstandigheden wenschelijk is.

b. Van meening, dat het bewuste voorstel van Dr. Bavinck de „Eigen inrichting" handhaaft en tegelijk Universitaire opleiding verzekert.

c. En daarom van oordeel, dat dit voorstel, ten minste wat de roeping en het belang der kerken betreft, eene oplossing der kwestie biedt.

Besluit I, dit voorstel als zoodanig ter e.k. Generale Synode ter aanname te brengen, ter aanname zooal niet gelijk het daar ligt, dan toch in substantie, tenminste wat de benoeming der hoogleeraren door de kerken zelve betreft.

2. Mocht het evenwel blijken, dat voor de aanneming van het voorstel de noodige stemmenmeerderheid ontbreekt, dan is subsidiair haar voorstel, dat de Generale Synode maatregelen neme om de financiëele positie der Theol. School afdoende te regelen, zoodat haar voortdurend bestaan gewaarborgd zij.

Met 15 tegen 3 stemmen wordt dit voorstel aangenomen.

De praeses stelt aan de orde de benoemingen van afgevaardigden naar de Generale Synode.

Gekozen worden de pred. T. Hessels en Bavinck als primi en Scheps "en Dr. Hania als secundi; de Ouderl. Kolkert en Prof. Wielenga als primi en Meilink en Kok als secundi.

In bespreking komt de Zendingsorde. De vergadering kan zich in dit ontwerp niet vinden. Het is te gecompliceerd, levert gevaar voor hiërarchie en leidt tot eene te groote concentreering van macht bij deputaten. Aldus is het oordeel der vergadering.

Prof, Wielenga sluit de vergadering met dankzegging.

Prov. Synode van Utrecht, gehouden 7den Juni 1899.

De praeses der roepende kerk opent de vergadering. Gezongen Ps. 25:2. Gelezen Filip 2.

Gekozen tot praeses Dr. G. v. Goor, assessor Dr. A. G. Honig, scriba Ds. A. M, Donner,

Voorstellen voor de Generale Synode.

a. In zake 't rapport Bavinck-Rutgers, betreffende de zoogenaamde „Doopleden, " Na ampele bespreking der voorstellen van de Classis Amersfoort en Utrecht neemt de Synode de volgende voorstellen aan:

1. De Generale Synode stelle niet uit de behandeling van het rapport „Bavinck-Rutgers" inzake „de Doopleden", reeds op de Synode van Middelburg ingediend en verecnige zich met den hoofdinhoud van dat rapport.

2. De Generale Synode spreke uit, dat het verband tusschen het doen van belijdenis en het vieren van het H. Avondmaal nadrukkelijk gehandhaafd worde en diensvolgens ook toegelaten tot 't H. Avondmaal, die 't Sacrament verzuimen, kerkelijk behooren te worden behandeld en dat zij 't wenschelijk acht, dat de kerkeraden in dien geest arbeiden.

b. In zake de eenheid van Opleiding vereenigt de Prov, Synode zich met het voorstel Amersfoort:

De Generale Synode benoeme deputaten tot het zoeken van een compromis naar aanleiding van het voorstel-Bavinck, als ook deputaten voor het overdragen van het gymnasium aan eene particuliere vereeniging met behoud van verkregen rechten en onder behoorlijken waarborg voor de kerken, welke overdracht evenwel niet in werking treedt, zoo niet het bovengenoemd compromis tot stand komt. Indien mogelijk, en gewenscht, worde een vervroegde Generale Synode voor deze zaak saamgeroepen.

e. In zake art, 13 wordt het volgend voor stel aangenomen;

De Synode verklare in zake de uitvoering van art. 13 der K. O. naar het voorstel van de Classe 's-Gravenhage, dat zij (zich niet over dat voorstel, zooals het uitgewerkt is in de brochure „Samenwerking" uitsprekende) van oordeel is, dat het nog niet de tijd is, in de bestaande regeling vastgesteld, op de Synode van Middelburg, in het jaar 1896, verandering te brengen.

d. In zake 't misbruik in het stuk van den . Doop vereenigt de Synode zich met het oorstel:

De Generale Synode spreke met 't oog op de isbruiken in het stuk van den Heiligen Doop, . a. binnen den kring van het Hervormde kerkenootschap, de noodzakelijkheid uit, dat de erken, zoo dikwijls iemand zich als gedoopt bij haar aandient, onderzoeken, of zulk een persoon wettiglijk gedoopt is.

Afgevaardigd naar de Generale Synode: Dr. G. V. Goor en Dr. A. G. Honig, primi; Ds. J. Koning en Ds, P, J, W, Klaarhamer, secundi.

Ouderlingen: A. Fukkink en J, v, d. Bijl, primi; K, E. Steenhuizen en H. Peet, secundi.

De praeses doet dankzegging en sluit de tweede zitting dezer Synode.

Provinciale Synode der Gerefor meerde kerken in Gelderland, te Wageningen op Woensdag en Donderdag 7 en 8 Juni '99.

In de Noorderkerk alhier, ving de vergadering van Gelre's Particuliere Synode aan.

Het moderaman wordt samengesteld als volgt: Ds, H. Hoekstra praeses. Dr. Franssen scriba. Ds. J. W. A. Notten assessor.

Aan de Generale Synode van Groningen zal worden gevraagd, of er ook contact moet worden gezocht met den Duitschen „Reformirter Bund."

Het voorstel-Tiel dat door de Generale Synode tot de hooge overheid een manifest tegen roepende zonden worde gericht, wordt, na verwerping van een amendement-Ds. Plet, aangenomen.

Het voorstel-Tiel tot afschaffing van het Kerkblad door de Generale Synode, geamendeerd door Ds. Vonkenberg, wordt aangenomen. d j M

Qp het voorstel der Classis Zutfen, waarbij de Prov. Synode zijn leedwezen over hettelaat komen der rapporten, als ook op het voorstel van dezelfde Classis om geen regelingen vast te stellen, die niet in substantie tijdig op het agendum gebracht zijn eener kerkelijke vergadering, besluit de Synode niet in te gaan.

De commissie voor opleiding rapporteert bij monde van Ds. Notten.

De conclusiën der commissie, in hoofdzaak strekkende tot losmaking van het kerkelijk gymnasium van de kerken, terwijl wat de Theol, opleiding aangaat van de Synode gevraagd wordt, g het Universiteitskarakter en de volle beschikking der kerken over hare school ongerept te handhaven, worden na broederlijke discussie aangenomen.

Het rapport der commissie in zake Zending wordt door Ds, J. C. van Schelven uitgebracht. Eeii viertal conclusiën wordt overgenomen door de Synode.

Daarop heeft de aanwijzing plaats van deputaten voor de Gynerale Synode.

Als primi dienaren des Woords worden aangewezen Ds, H, Hoekstra en Ds. J. W. A. Notten.

Als secundi dienaren des Woords Ds. J. C. van Schelven en Ds. Lindeboom.

Als primi ouderlingen: W. v. d. Bleek en H, F, Gangel.

Als secundi ouderlingen: v. Zwaluwenburgen Ormel.

Als curator voor de Theol. School wordt aangewezen Ds. W. J. de Haas en als secundus Ds. J. C. van Schelven.

Zoo was deze Synode geëindigd.

Haar slotlied Ps. 68:10 was in volle overeenstemming met het verloop der vergadering.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 juni 1899

De Heraut | 4 Pagina's

Officieele Berichten.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 juni 1899

De Heraut | 4 Pagina's