Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk.

De officieuse Synode van de Fransche Gereformeerde Staatskerk te Bordeaux.

De Gereformeerde staatskerk bezit noch de in 1892 ingestelde conseil central, waarvan de leden door de regeering werden benoemd, noch de bij de wet ingestelde officieele Synode. Dit is te wijten aan het feit dat er twee partijen in genoemd kerkgenootschap bestaan, de liberale en de evangelische. De evangelischen hadden op de officieele Synode van 1872 de meerderheid, zoodat eene korte geloofsbelijdenis werd opgesteld, waaraan predikanten en leden zouden gebonden zijn. Uit vrees dat eene volgende officieele Synode de besluiten van die van 1872 zou gaan uitvoeren, wisten de liberalen bij de regeering te bewerken dat voortaan geen officieele Synode zou gehouden worden. Eene dergelijke Synode kon toch besluiten nemen, die voor de liberalen gevaarlijk konden zijn, zoodat zij daardoor buiten de kerk zouden worden gezet, en daarom geen officieele Synode meer. Het was volgens ons een groote fout dat men in 1872 niet verklaarde, dat de belijdenis van la Rochelle het accoord van kerkelijke gemeenschap was en bleef voor de Gereformeerde kerken in Frankrijk, doch eene nieuwe korte declaration de foi opstelde, waarin niets specifiek Gereformeerds gevonden wordt. De Fransche regeering dier dagen moest daardoor wel den indruk ontvangen, dat men iets nieuws ging op touw zetten dat moest uitloopen op uitzetting van hen, die zij toch ook als Protestanten erkende.

Wat daarvan zij, de officieele Synode kwam niet meer samen en daardoor werd eene leemte in het kerkelijk leven gevoeld. Daarom werd, voornamelijk op het aandringen van den hoogleeraar Pédérent, een officieuse synodale organisatie in het leven geroepen, waarvan alleen evangelischen, die de geloofsdeclaratie van 1872 beaamden, konden deel uitmaken. De orthodoxie verliep echter in Frankrijk steeds meer, zoodat de grenslijn die evangelischen en liberalen scheidden flauwer werd. Van lieverlede werd de vraag aan de orde gesteld, of het niet wenschelijk zou zijn om weer een gemeenschapplijke officieele Synode aan de regeering te vragen? Zou dan niet de eenheid van het Fransche Protestantsche huisgezin tegenover Rome aan den dag treden?

Voor drie jaren had men op aandringen van de liberalen, die zich ook hadden georganiseerd, eene „broederlijke commissie" gevormd die door liberalen en evangelischen benoemd, de algemeene belangen van de Gereformeerde kerk bij de regeering zou behartigen.

Op de jongste achtste officieuse Synode in Juni 1.1. te Bordeaux gehouden, wilde men de bevoegdheid dier commissie uitbreiden. Doch dit werd met eene overgroote meerderheid door de Synode afgestemd. Ook werd door het „rechter centrum" der Synode (welk eene verkeerde zaak dat men in eene vrije kerkelijke vergadering het bestaan van partijen met een „centrum" moet constateeren) het voorstel gedaan om er naar te streven een „conseil central" te verkrijgen, die door de dassen of provinciale Synoden zou benoemd worden. Doch ook dit voorstel werd te Bordeaux verworpen, zoodat voorloopig alles bij het oude blijft.

De hoogleeraar Doumergues was president van deze Synode. Toen deze den presidentshamer aanvaardde, zeide hij, dat hij verstond dat men den schrijver van het leven van Calvijn wilde eeren, en dat de eer die men hem bewezen had Calvijn gold. Evenwel wierp hij de gedachte dat de vergadering onder het patronaat van Calvijn zou staan, ver van zich, daar Jezus alleen het hoofd der kerk is.

Treff'end was de conferentie die deze hoogleeraar hield gedurende de Synode over de plichten als vaderlanders en Protestanten. De spreker vestigde de aandacht op het Joodsche, Romeinsche, Grieksche en Spaansche volk, die na een tijdlang te hebben geschitterd, zijn ondergegaan, om daarna te vragen: of Frankrijk ook zou kunnen ondergaan? "

„Wij zijn de eerste natie der wereld, '' hebben wij dikwijls hooren zeggen. En nu is het een feit dat wij in de industrie, den handel, de spoorwegen, niet meer den eersten rang innemen; daarentegen komen wij er na aan toe door het alcoholverbruik, de onzedelijke litteratuur, het bederf der zeden."

En door deze oorzaken zou Frankrijk juist onder kunnen gaan.

Daarna sprak de heer Doumergues de brave lieden aan onder zijn gehoor, om de kwalen waaraan Frankrijk lijdt, te genezen. Hij herinnerde den Protestanten er aan, dat zij van hunne vaderen een goeden naam van eerlijkheid en kuischheid hebbeu geërfd. — „Eeriijk als een Hugenoot, " zeide men. Men kan die gestrengheid van zeden in deze dagen niet dragen. De senator Bérenger wordt om zijn strijd tegen de onzedelijke pers voor een „Protestant" gescholden. Men tracht zelfs van zekere zijde de leu^e ingang te doen vinden: „Het protestantisme is de vijand."

De hoogleeraar bindt het daarom op het hart dat men zich het schoone erfdeel der vaderen niet zal laten ontnemen en dat de Gereformeerden zich in den strijd voor het goede, de gerechtigheid en de waarheid, niet de loef moet laten afsteken door de Roomsche vrijdenkers. Doumergues vergeleek de Hugenoten met de versche troepen die een goed generaal altijd in reserve houdt, om op het uiterste oogenblik de overwinning te behalen.

Het schijnt dat deze rede van den hoogleeraar van Montauban, ' in een kerkgebouw voor een talrijk publiek gehouden, ook in wijderen kring is gewaardeerd. Aan mannen als Doumergues heeft Frankrijk behoefte, zij vleien niet maar wijzen er op welke beginselen een dam kunnen opwerpen tegen de voortwoekerende lichtzinnigheid en zedeloosheid die zich in toenemende mate openbaart.

Wij verheugen er ons in, dat men te Bor deaux op den weg van verbroedering met de liberalen geen stap verder gegaan is. Wel had men volgens ons beter gedaan met alle betrekking tot de liberalen te verbreken door te zeggen dat men geen broederlijke samenkomsten ter bespreking van gemeenschappelijke belan gen meer wil! Maar het blijkt duidelijk dat men het gevaar, dat in eene „broederlijke" verhouding tot de liberalen steekt, zij het ook ter wille van het behartigen van uitwendige belangen inziet. Voor een drietal jaren scheen het alsof men alleen oog had voor een uitwendige eenheid die alle zonen van het Protestantsche Frankrijk moesten vertoonen, door een officieele Synode, door de regeering saamgeroepen, te houden.

Ook heeft het ons verblijd, dat men te Bordeaux duidelijk heeft uitgesproken, dat men daar niet als Evangelische of orthodoxe/ar///vergaderde, maar als kerk. Het was vooral de hoogleeraar Westphal, die hierop den nadruk legde. Dit was wel noodig. Dezelfde spreker wasvoor het onderhouden van gemeenschap met de libe ralen, maar om hun het Evangelie te brengen. — In elk geval is er op dit gebied van de verhouding tusschen liberalen en rechtzinnigen eene kentering op te merken. Het scheen voor eenige jaren of de orthodoxie van de Fransche Protestanten geheel zou verloopen. Maar epkelen hebv k M A g H L b v o h ben het gevaar gezien en hunne waarschuwing was niet te vergeefs. Het feit dat Doumergues, die begonnen is het leven van Calvijn te be-. schrijven, tot president der Synode verkozen is, zegt ook veel. Laat ons hopen dat men in die goede richting zal blijven voortgaan en dat men daardoor in Frankrijk de kentering zal mogea zien van de kerken die een zout voor het land kunnen zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 september 1899

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 september 1899

De Heraut | 2 Pagina's