Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar aanleiding van het te niet doen der kerkelijke verbrokkeling te Apeldoorn schrijft Ds. Sikkel in Hollands Kerkblad:

Apeldoorns Gereformeerde Kerken kwamen tot ineensmelting.

Dat is een teeken van leven en gezondheid.

En we verheugen ons dan ook hartelijk over dit feit. Er gaat een stille dankzegging op uit de harten van hen, die onze Gereformeerde Kerken liefhebben, en die een geopend oog bezitten voor het belang van het leven dier Kerken in onzen tijd, zoo dikwijls ze hooren of lezen van het totstandkomen der ineensmelting in een der plaatsen, waar de eenheid nog toeven bleef.

Waar men nog twee is, kunnen velen niet gelooven, dat de eenheid, wier plichtmatigheid zij erkennen, zulk een begeerlijke en goede zaak is. Ach! er zijn toch zooveel moeilijkheden, zooveel bezwaren. Zij zullen toch zooveel missen, als ze één zijn. Zij zullen toch zooveel moeten verdragen. Er zal zooveel te schikken en te plooien zijn. De oude gezeUigheid zal weg zijn ; de oude warmte ook; en eenigermate het oude onderling vertrouwen. En de twee stroomen zullen toch ieder hun eigen weg gaan. Ieder zal bij zijn oude leeraars blijven kerken en aan zijn oude gebouw gebonden blijven. Men zal last van elkaer hebben, al wil men dat niet. En zooveel meer. O zooveel meer

Allemaal hersenschimmen.

Integendeel, er komt door de ineensmelting een verruiming, een verfrissching, een verrijking, waar men tevoren geen begrip van heeft. In de twee stroomingen werkte de Heere onderscheidenheid van gaven, die men, waar de liefde woont, pas recht leert kennen en waardeeren bij ineenvloeiïng.

Toen schrijver dezes naar Amsterdam geroepen was, verzon de leugen zooveel kwaads, ook over de ineensmelting en woeien zoo booze geruchten uit, dat het wel een dwaasheid leek, op die roeping in te gaan.

Maar wie Gods ordinantie en belofte voor zijn Gemeente kent, die gelooft, dat Gods Woord waarachtig is, en dat de broeders elkander liefhebben, achtende de een den ander uitnemender dan zichzelven. Als we voor het Woord Gods maar buigen, en voor de kwade tong het oor sluiten.

En wat moet dan nu van den toestand in de Hoofdstad gezegd worden?

Zeker, elk der twee Kerken had haar gebreken; in zulk een breeden kring schuilt heel wat, dat anders moest zijn. Maar dat is in de kleinere kringen naar verhouding niet beter.

De hartelijke gemeenschap der broeders en zusters, over en weer in de bediening des Woords en der sacramenten, de ontmoeting en samenwerking in kerkeraad en allerlei corporaties, in allerlei kring en op allerlei wijze is echter, voor wie de gemeenschap mint boven de eenzelvigheid, thans reeds in de Hoofdstad een teeken der eere voor de Gereformeerde Kerk, een teeken van de Gemeente des Heeren naar het Woord Gods.

Men ziet geen tweeheid, geen partijdigheid; men gevoelt niets, dat naar de ééne of naar de andere zijde dringt of tegenhoudt; men ondervindt niets, dat de broedelijke liefde krenkt.

Wel is er, een zekere ijver, oni het rechte spoor te houden, die bij ieder in eigen kleur en taal uitkomt. Maar ook daarin kunt gij niet de voorkeur geven aan den één of den ander, zoo gij u in partijdigen zin de vroegere A of B tot toetssteen woudt nemen.

Neen, maar gij hoort, dat de meerzijdigheid aan het woord is; gij ziet, dat de hand en de voet beide tot hun recht komen ; dat de broeders voor elkaer tot een zegen zijn. Gij ontvangt wat, dat gij mistet. Gij vindt wat, dat gij zóó niet kendet. Gij wordt verruimd in uw blik, in uw leven, in uw eigen arbeid. De hope bekoort u, dat zelfs in zoo groote Kerk, als die der Hoofdstad, de waarheid der Schrift bevestiging zal vinden, dat zij in eenheid bloeien zal; dat de liefde daar zal wonen als in haar huis; dat zij zich zal openbaren als één lichaam, in al de functiën van zijn leven, in de harmonie van zijn leden en krachten, in het bewustzijn van zijn taak, — één heilige tempel in den Heere, een heilig priesterdom.

Zeker, gewichtig, zwaar is de taak van den Dienst des Woords ; zwaarder bij de meerdere veelvoudigheid van het leven en de toestanden der Kerk Omvangrijk is de taak van den Kerkeraad, die voor heel den bouw en gang, leiding en gemeenschap der Kerk in haar eenheid verantwoordelijk is. Maar de breedere kring houdt van die taak niet terug, brengt die juist meer onder de aandacht, dringt er heen. En de onderscheidenheid der gaven prikkelt hier juist meer tot alzijdigheid dan tot eenzijdigheid. Zij biedt onderlinge ondersteuning; zij verrijkt ook in de ambtsbediening. Hoe dichter Dienaren des Woords, Opzieners en Diakenen elkaer naderen, ambtelijk naderen, hun hart, hun ijver, hun liefde voor den ambtelijken dienst in de Kerk des Heeren voor elkaer ontsluiten, — hoe meer hun besef voor de zaak en de taak, die hun heilig is, zich opent, ze verjongen ; er schiet nieuwe kracht in hun optreden; ze worden in hun ijver voor Gods Huis met versche olie overgoten. Een zelfgenoegzaam en eigenzinnig man, die liefst geen levensvernieuwing ziet, mag in zulk een gemeenschap zich minder gevoelen en naar een y)eigen" kerk hunkeren. Maar zulk een mist ook, wat noodig is, om een leidsman van Gods Kerk te zijn, om de Stad Gods te bouwen. Voor den ambtelijken dienst in den zin van Efese 4 is hij de man met.

O, hoe komt alles met Gods Woord overeen! Wat krijgt dat Woord Gods gelijk, ook in de ineensmelting der Kerk tegen het geroep van alle vleesch in. Wat gaan we veilig, zoo we voor al dat vleeschelijke geroep het oor sluiten en de zelfgenoegzaamheid, die altijd weer voldaan wil zijn, of er bij neer gaat zitten, de deur wijzen; om ons te geven onder het Woord Gods.

Ook hier moet gewis de ineengesmolten Kerk aan een gevaar weerstand bieden.

Over de tweeheid heeft het Woord gezegepraald. Maar nu kan zorg voor rust de volle doorwerking van het leven en de gaven, die de Heere aan de ééne en aan de andere zijde geschonken heeft, en die bepaald ook in de onderscheiden ambten en werkzaamheden schuilen, tegenhouden. Het leven der Kerk kan zoo beneden zijn recht en waarde blijven. In den geregelden gang van de Diensten, waarin ieder dan maar naar eigen oordeel doet, kan verzuimd worden de beekjes te brengen tot de rivier, die de Stad Gods moet verblijden.

Ook kan in zorg voor eigen kring en in tevredenheid met den rustigen gang, het venster naar buiten, de roeping om het iiotk tot het Woord te trekken en de Kerk in het volk tot haar roeping en recht te brengen, worden achteruitgedrongen. De conscientie zou daardoor afgestompt worden op dit punt Het uittrekken van Gods volk met het Woord des Heeren, om de overwinning in eigen volk en stad, en onder de Heidenen of Mohammedanen en Joden, zou daardoor niet vorderen. De grootere kring kan zich sluiten en genieten in haar levenssterking.

Maar ook hier kan juist de breedere gemeenschap den Dienst des Woords tot de wacht roepen. Ook hier kan de zuivere Pijl des Woords in breederen kring treffen. En dat Woord zal altoos weer nieuwe «onmogelijkheden" van den Heere ons voorleggen en opleggen. Dat Woord overwint altoos weer in den gesloten kring, en trekt des Heeren legerschare met het blinkende zwaard uit de stallingen, om met de waarheid het leven op te vorderen.

Is het te veel, wanneer een Gereformeerde Kerk om het volk roept ? Mag ze tevreden zijn, zoo bij het verkondigen van Gods Woord in een afgepast gebouw de dunne rijtjes »bezet" zijn? O, zoo zij immers Kerk van Christus is, zoo zij immers het Woord dient, zoo haar openbare samenkomsten immers niet het optreden van »een man" beteekenen, maar de ontsluiting van Gods Woord, — dan moet zij wel zuchten, dat de Bazuin des Woords het volk bereike en stad of dorp beroere, waar de Heere zijn volk vergadert.

Kan dat niet meer ?

Waarom niet ? Zijn de menschen geen menschen? Is de Heere veranderd? Is het Woord een ander dan voorheen?

O, indien het niet kan, waarom niet? Dan ligt het aan de Kerk, dan ligt het aan ons? In elk geval de Heere wil er om gebeden zijn. Hij wil, dat wij het zoeken. Dat we tot onze roeping als Kerk komen, — de ambtsdragers voorop, — tot onze roeping, om Gods Woord uit te roepen voor heel het leven, en daarom voor heel het volk. Telkens weer brengt de Heere zijn Gemeente voor zeeën en rivieren, altoos nieuwe; zij moet er door; en zij kan niet. Maar het Woord is waarachtig ; en zoo zij buigt op het VJoord, gaat zij er door. Dat besef is in de ineengesmolten Kerk niet minder dan in de gedeelde. Integendeel. Het leeft op. Het waakt op Al zegt het vleesch met den glimlach, die u als de doodsteek in de beenderen wil dringen: «onmogelijk!"

Naamt gij de proef, en voegt gij man voor man en hoofd voor hoofd, ambtsdragers en lidmaten, of ze de ineensmelting weer zouden willen missen, of ze zich niet met wie van hun keus zijn, liever tot eigen kring zouden willen vormen, — we maken ons sterk, dat gij, zelfs in de Hoofdstad zoo goed als niemand zoudt vinden, die zulk een verlangen openbaarde.

Waarom toeft men dan elders nog? Waarom laat men den schoonen tijd voorbijgaan, waar elke dag, die de eenheid verhaast, slechts winst is? Ongemeen heeft ons Apeldoorns schoone eenheidsdag verblijd. Wierd overal, waar de bergtop nog duister bleef, het vreugdevuur van de eenheid toch spoedig ontstoken!

Eindelijk toch!

Overal is de eenheid der Kerk de eerste voorwaarde van haar openbaring in kracht.

Zij is het beginsel van het kerkelijk leven, dat zich aan den Heere overgeeft.

Deze toon sticht, en prikkelt tegelijk de conscientie der nog gedeelde broederen.

Natuurlijk is het denkbeeld van meer parochiale indeeling der ééne kerk hiermede in niets geoordeeld.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 december 1899

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 december 1899

De Heraut | 4 Pagina's