Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Zond hem henen to Herodes.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Zond hem henen to Herodes.”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

En verstaande, dat hij uit het gebied van Herodés was, zond hij hem henen tot Herodés, die ook zelf in die dagen binnen Jeruzalem was. Luc. 23 : 7.

Pontius Pilatus, de stadhouder van den Keizer van Rome, deed een poging, om van het proces van Jezus af te komen. Hij hoorde wel wat het Sanhedrin aanbracht, dat Jezus zich als Koning had opgeworpen, en doorzag v/el, dat dit, bleek het zoo, hoogverraad zou beduiden, en niet anders dan met den dood te straffen zou zijn ; maar hij vatte dat optreden van Jezus niet ernstig op. Van verzet, van een begin van oproer, van een samenzwering tegen den Keizer was niets gebleken. Hij zag in Jezus een dweepziek ijveraar voor de oude nationale tradities. Een lijder aan onschadelijk fanatisme. Hij zat met de zaak.

Jezus maakte op hem in niets den indr'k van een woelziek zoeker §van heerschappij. Hij zag er daarom tegen op, Jezus te vonnisseu. En toch.... hij moest voorzichtig zijn. In het toenmalig Keizerrijk heerschte een gevaarlijk stelsel van spionnage, onderkruiperij en afdreiging. Het 'f't lag er nu eenmaal toe, datjezus beweerd had Koning der Joden te zijn. Dat althans heette voor de vierschaar van het Sanhedrin uitgemaakt. En toen hij zelf Jezus gevraagd had : Zijt gij een Koning ? had Jezus hierop zoo beslist mogelijk met ja geantwoord; er zelfs bijvoegende, „Hiertoe ben ik geboren en hiertoe in de wereld gekomen." En wel had Jezus er toen bijgevoegd, dat zijn Koninkrijk niet van deze wereldj was. Maar.... het kon toch eens naar Rome worden overgebriefd ... en als het den Keizer ter oore kwam, dat hij jji een zaak raa hoft«v«rM*d 4en schuldige gespaard had ... wie weet, kon hem dit niet zijn hooge betrekking, misschien zijn leven kosten ?

Daarom was een afleiding hem welkom, en die vond hij in Herodes.

Herodes Antipas was toentertijd Viervorst van Galilea en van het Overjordaansche. Hij was een zoon van den Kindermoordenaar van Bethlehem, die in het Kerstverhaal voorkomt. Na diens dood was hij door den Keizer tot Regent van Galilea benoemd, en het is onder zijn bewind en in zijn rijksgebied, dat eerst Johannes de Dooper, en daarna Jezus optrad. Hij bouwde zich een nieuwe hoofdstad in Tiberias, aan het meer van Genesareth, en voerde daar al de weelde en uitspatting in van een half-Heidensche stad. Zijn vrouw Herodias was zijn kwade genius.

Eigenlijk hoorde Jezus dus onder het rechtsgebied van dezen Herodes thuis. En daar nu Herodes juist op dat oogenblik te Jerusalem op bezoek bij Rome's landvoogd was, tlel het hem in, of hij zich niet van heel dit ongelegen proces af kon maken, door Jezus door te zenden naar Herodes als zijn natuurlijken rechter. Die moest dan weten wat hij deed.

En zoo geschiedde het.

„Verstaande dat Jezus uit het gebied van Herodes was, zond hij hem tot Herodes, die ook zelf in die dagen in Jerusalem was”.

Herodes stamde af van Ezau, in Jezus stond het zaad van Jacob voor hem.

Reeds Isaac had het aan Ezau geprofeteerd dat er nog eenmaal een tijd zou komen, dat Ezau over Jacob heerschen zou. „Op uw zwaard zult gij leven, en gij zult uw broeder dienen. Daarna zal het geschieden dat gij ' over hem heerschen zult" (Gen. 27 : 40).

Die profetie was thans in vervulling gegaan. Het heldengeslacht der Maccabeën, of Hasmoneën, was door de Parthen onttroond, en de Romeinen hadden Herodes den groote in de plaats der oude dynastie met het purper bekleed. Die Herodes nu, die nog heerschte toen Jezus geboren werd, was een Idumaër; en Idumaër .s de Latijnsche naam voor een Edomiet, en Edom was Ezau.

Half echt en half valsch was het kenmerk van dit geslacht. Ook Ezau was uit Isaac, en daarom uit Abraliam, maar de Edomieten waren de verworpen zijtak.

En zooals het met hun afkomst stond, zoo stond het ook met hun geloof. Ze heetten Jehovah te dienen, maar ze deden het op hun manier, en waren Heidertsn in hun hart.

De moeder van onze Herodes was Malthake, een schoone uit Samaria. Men kent zijn vrouw Herodias uit wat ze aan Johannes den Dooper volbracht en uit wat ze vergde van haar dochter.

Maar toch, Herodes conscientie bleef kloppen. Gelijk alle half-geloof, zoo was ook Herodes bang, en werd door zelfverwijt gejaagd. Heel de beweging, die in Galilea en in het Overjordaansche aan Jezus naam was verbonden, hinderde hem, en liet hem geen rust. De schrikkelijke gedachte dat Jezus Johannes de Dooper mocht zijn, die uit de dooden was opgestaan, joeg hem. Eens had hij Jezus door sluipmoordenaars pogen te dooden. (Luk. 13 : 31). En aldoor zocht hij Jezus te zien te krijgen, om zich persoonlijk te overtuigen of hij Johannes ware of niet. Allicht, dat hij met Pilatus hierover gesproken had, toen deze hem in plechtige audiëntie ontving.

En nu stond de kans hem schoon.

Zie, daar zendt Pilatus dien Jezus als gevangene tot hem.

En nu denkt hij niet aan het proces, hij vergeet dat hij als rechter zit. Al wat hij doen wil is Jezus uithooren, en een teeken van Jezus zien.

En nu hij wel ziet dat Jezus een heel andere dan Johannes is, en Jezus zich niet laat uithooren, en geen teeken doet, nu slaat de angst van zijn conscientie in moedwil over.

Met zijn officieren en met de soldaten van de wacht raast en woedt hij tegen Jezus, en bespot hem, en hangt hem dan een purperen mantel om, aW ter bespotting van zijn voorgewend koningschap, en zendt hem zoo terug naar Pilatus. Volgens vs. 15 met de boodschap, dat hij geen schuld in hem gevonden had. Of anders, dat het een geval was om zich vroolijk over te maken, en in het minst geen zaak van ernst.

Zoo was er met Jezus, op dezen hangen dag van zijn lijden, korte uren voor zijn wreeden dood, een laf spel gedreven.

Wie zich nu in Jezus zielstoestand in die ure van spanning indenkt, voelt, hoe zijn ziel daaronder moet gegriefd zijn.

Hij wist, hij doorzag, dat het nog dien, eigen middag met hem in den dood ging. Het karakter en de handeling van Pilatus was voor Jezus een doorzichtig geheim. Dieper nog gevoelde Jezus, dat op dien dag, zooals geen dag in tragische bangheid ooit wederkeert, het lot van heel de wereld stond beslist te worden. Al de eeuwen van het verleden liepen in dat ééne oogenblik uit, en alle eeuwen die in de historie der menschheid nog komen zouden, stonden door den kruisdood van dien ontzettenden dag te worden beheerscht. Heel het lijden der wereld, haar verleden en haar toe komst, drong zich spannend saam in Jezus hart.

En waar nu in zulk een spannend oogenblik alleen de ernst der rechtspraak zijn hart harmonisch-vertroostend had kunnen aandoen, had hij eerst het wilde fanatisme van het Sanhedrin moeten doorstaan; toen zich aan het weifelen van Pilatus moeten ergeren; en nu zond men hem voor spel naar Herodes, den lichtzinnigen spotter.

Pijl na pijl in zijn gevoelig hart. Kwetsing op kwetsing volgend. En altoos die overpriesters er bij, om te genieten als hij gesmaad en bespot werd, en hem met Joodsch fanatieke heftigheid te beschuldigen.

En onder dat alles woelde dan nog de oude haat van Edom tegen Israël, van Ezau tegen Jacob, van het vervalsehte geslacht tegen het volk des Heeren.

Nieuwe bitterheid in den bitteren drinkbeker, dien hij tot de heffe toe ledigen moest. En ook die bittere teuge heeft Jezus, stil en lijdzaam, gedronken. „Vader, niet mijn wil, uw wil geschiede’.’

En toch, hoe weinig leeft de gemeente van Jezus nog in dat sterk-wisselende lijden van haar Heiland in.

Ze hoorde er wel van, en ze weet wel, dat Jezus ook naar Herodes is gezonden. Maar wat is het haar anders, dan een nauwelijks meetellende episode in het smartelijk tafereel.

Het meêleven en meelijden met Jezus, van de zielsontroering in Gethsemané tot aan het Eli Sabachtani op Golgotha, is haar te vreemd geworden. Het_ Kruis is haar genoeg. En van wat aan het Kruis voorafging, heeft ze geen zich verbijzonderend meêgevoel.

Dringt dan de liefde tot Christus niet, om druppel voor druppel dien vollen lijdensbeker in ge-. dachte en in de spanning des medelijdens, hem na te drinken?

Wie alleen aan het Kruis hecht, staat bij dat Kruis zoo arm. Met slechts ééne aandoening in zijn hart. De ééne overweldigende aandoening van het sterven van den Zoon van God. En wat hij verliest is het zoo rijke, zoo alzijdige, zoo telkens wisselende, zoo van schrede tot schrede voortgaande meeleven, meegevoelen en meê lijden met den Christus in heel den bitteren uitgang die hij volbracht heeft te Jeruzalem.

Voor wie dit niet kent ware het genoeg geweest, zoo in de Evangeliën ons bericht ware, dat Jezus gevangen werd genomen, gevonnist en gedood.

Maar zóó ontwierp God u het lijdensevangelie niet. Hij teekent u op het Evangelieblad heel het verloop van wat voorviel; alle bijzonderheid van wat Jezus doorworstelen moest; druppel voor druppel ziet ge in den lijdensbeker leken; en ge ziet het, hoe die beker teug voor teug door uw Jezus wordt ledig gedronken.

Voegt het ons dan niet, bij dit alles met het leven en de liefde onzer ziel in wat in Jezus ziel doorworsteld werd, in te dringen ? Dan eerst voelt ge wat Jezus voor u deed, tot wat piijs ge zijt verlost geworden. Zoo krijgt uw liefde voor Jezus vorm, inhoud, veelheid van onderscheiding.

En zoo eerst zijt ge met uw liefde voor Jezus in het lijden van den Zoon des menschen, waarlijk lijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 maart 1900

De Heraut | 4 Pagina's

„Zond hem henen to Herodes.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 maart 1900

De Heraut | 4 Pagina's