Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Die overwint, zal alles beërven.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Die overwint, zal alles beërven.”

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Die overwint, zal alles beërven ; en Ik zal hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn Openb. 2I : 7.

Wat Jezus op Pathmos Joannes toeriep was een wapenkreet, een strijdgeroep. Tot aan het einde toe moest het strijden, worstelen blijven. En dan zou de vrede komen, o, gewisselijk, maar dan eerst. Niet eer dat einde gekomen was. „Die overwint", hij zal met luister geëerd en met alle heilgoed begiftigd worden, maar of ge overwont of bezweekt, wordt voor een iegelijk onzer j eerst bij ons sterven beslist, en de zegeteekenen zullen ons uitgereikt worden, niet terstond na ons sterven, maar eerst in dien doorluchten dag, als Christus op de wolken ^wederkomt, en deze wereld voorbijgaat, en de nieuwe aarde onder den nieuwen hemel God zal loven eeuwiglijk.

Dat is het wat heel de Openbaring op Pathmos ons zoo diep inprent. De wereld gelijk ze nu bestaat is verzondigd, en gelijk wij persoonlijk in den dood gaan, gaat ook die wereld eens in den dood met al haar natuurweelde, met al haar schitterende ontwikkeling, met al wat ze in der eeuwen loop gebaard heeft of uit haar schoot nog baren zal. „Deze wereld gaat voorbij met al haar begeerlijkheid". Maar... gelijk er voor ons, die van Christus zijn, ook in en door het sterven heen een blijven van ons wezen is, en dat verborgen wezen eens uit den dood weeropstaat, zoo is er wedergeboorte, zoo is er wederopstanding ook voor die wereld. Ze gaat in den dood, alle dingen gaan in den dood, maar eens zal Christus alle dingen nieinv maken.

Deze wereld gaat voorbij, maar een nieuwe wereld komt. En dat hangt aan den Christus. Als hij haar losliet, zou ze voor eeuwig in den dood verzinken, en in den dood blijven. En dat ze eens nieuw weer uit zal komen in het leliënblank der reinheid, met den blos eener eeuwige jeugd op het gelaat, en dan schitteren zal in on verderfelijkheid en glorie, dat is omdat het Woord vleesch, omdat Gods eeniggeboren Zone mensch werd en omdat hij aan ons menschelijk geslacht van den Vader tot een Hoofd is gesteld, en in zijn heiligen dat geslacht persoonlijk aan zich heeft verbonden.

Zoo gaat deze wereld voorbij, ze gaat in den dood, maar Jezus houdt haar vast, . door zijn Vleesch wording en in zijn heiligen, en dat nu zal eens de triomf zijn als Christus, met zijn heiligen, in die herboren wereld in glorie zal heerschen.

Doch natuurlijk geldt dit alleen van wie bij Jezus hoort, aan Jezus is ingelijfd, met hem lotgemeen werd.

U van Jezus af te trekken, dat is de vreeselijke toeleg van den overste der wereld. U aan Jezus vast te doen klemmen, dat is de goddelijke trekking en de dienst van Gods engelen.

Van Jezus af, of voor eeuwig aan Jezus verbonden, dat is de strijd, de levenskamp, de worsteling.

Wie nu in zijn sterven zoo aan Jezus vast ligt, dat hij niet meer los kan, dat is de overwinnaar, dat is de ziel die overwonnen heeft, en hem fluistert Jezus nog in zijn sterven in: Die overwon, zal alles beërven.

Bevreemde het u niet, dat Jezus door zijn openbaringen op Pathmos zoo beslist, en met zoo doordringenden ernst dat karakter van strijd en van worsteling, op heel de existentie zijner heiligen op aarde drukt.

Het gevaar om den vrede boven den strijd te verkiezen, is voor Gods kinderen zoo dreigend, en tasten ze hierin eenmaal mis, dan misbruikt de geest uit den afgrond juist deze hun dorst naar vrede, om den band van hun hart aan Jezus ongemerkt los te rafelen, en hun den prijs van den overwinnaar, hun de kroon des levens te doen ontgaan.

De strijd is een harde noodzakelijkheid, , net heimwee onzer ziele blijft naar den yfede uitgaan. David is een overgang, eerst »n Salomo komt de ruste.

Eens zal dan ook alle worsteling uitheboen, en zal het vrede, ruste. Sabbath in God zijn eeuwiglijk.

Maar wee hem, die naar dien vrede grijpt, eer de strijd volstreden Is. En toch neigt het vroom gemoed er zoo licht toe, om zich uit het strijdgewoel terug te trekken; van de wereld teruggetrokken zich in een heilig Pella op te sluiten, voor de eere van den overwinnaar koel te blijven, en langs een stil zijpad, buiten de worsteling der geesten om, den hemel te willen binnengaan.

En toch, dat ware hetzelfde alsof Jezus stil in Nazareth ware gebleven, en de worsteling tot den dood toe ontloopen ware. Dat ware een Bethlehem zonder Golgotha. Dat ware spelen met een heilig ideaal, en wat dat ideaal verwezenlijken moet, ontwijken.

Daarom bezwoer Jezus zijn discipelen reeds vóór zijn sterven met zooveel nadruk : „Ik ben niet gekomen om den vrede op aarde te brengen, maar het zwaard." En daarom was het dat diezelfde Jezus op Pathmos nogmaals al zijn heiligen voor den te vroeg gegrepen vrede waarschuwde, ze opriep tot een strijd, die niet kon rusten eer het einde er zijn zou, en het hun tot zevenmalen toe inprentte, dat de vrede eens uit den hemel zou nederdalen, maar dat die vrede alleen het deel zou zijn van hem die overwon, d.i. van wie den strijd tot aan zijn sterven toe had volgehouden en tot aan zijn jongsten snik in de worsteling had volhard.

De strijdende kerk op aarde zoekt het geestelijke slachtveld op uit plicht, uit drang van overtuiging, omdat de strijd haar wordt opgelegd, omdat niet te strijden laf verraad en verloochening van Jezus zou zijn. Maar toch Jezus weet dat plicht en overtuiging, zullen ze doorwerken, om bezieling roepen, en alleen door geestdrift wonderen doen.

Wie in den wedloop loopt voelt zijn uitgeputte kracht tot opnieuw voorwaarts stuwen prikkelen, als hij denkt aan de kroon der eere die den verwinnaar wacht.

Vandaar dat Jezus, zelfs in de Bergrede, gedurig wijst op het loon dat komt, als God ons elke aalmoes en elk gebed in het openbaar zal vergelden.

Jezus zelf is naar zijn menschheid in zijn doodsworsteling gedragen door het zien op de Kroon, die hem als Verwinnaar wachtte. Of was het niet reeds in Jesaia aan Messias voorzegd: „Als hij zijn ziele tot een schuldoffer zal gesteld hebben, dan zal hij zaad zien, hij zal de dagen verlengen, en het welbehagen des Heeren zal door zijn hand gelukkiglijk voortgaan". Versta Jezus' worsteling toch menschelijk!

Of weerklonk het niet nog op Pathmos:

„Die overwint, gelijk ik overwonnen heb, en ben gezeten met mijnen Vader in zijnen troon." Denk ook aan dat diepe woord: „Het tarwegraan dat in de aarde valt en sterft, brengt vrucht voort.”

Om zijn heiligen te bezielen, om hun moed ter volharding in te spreken, om hun geestdrift te prikkelen, heeft daarom Jezus ook hen in het beeld van den Overwinnaar geteekend, en zevenvoudigen prijs en eere hun toegezegd.

Beeldspraak, zoo ge wilt. In vormen aan aardsche zegepraal en kroning ontleend. Maar dan toch beeldspraak vol verrukkende realiteit. Zooals geen zegepralend veldheer ooit op aarde gekroond is, zoo zal de minste zijner broederen, dat Gods engelen het aanzien, eens geëerd, gevierd, gesierd en gekroond worden voor het aangezichte zijns Gods. Geen eere, waarmee Christus zelf gekroond is, die op hem niet zal afstralen. Niets zal hem onthouden worden. Die overwint zal alles beërven.

En vraagt ge, of dat alles dan ook zonder strijd, en zonder overwinning, niet het deel van al Gods uitverkoren zal zijn; immers : niemand kan ze rukken uit de hand des Vaders; ziehier dan het antwoord. Voor Gods uitverkorenen is het alles voorbeschikt, maar dus voorbeschikt óók dat ze ten einde toe doorstrijden; ook dat ze ten einde toe overwinnen zullen. En dus ook dat het loon en de kroon die Jezus zijn heiligen voorspiegelt, het van God geboden middel is, om hen tot den strijd te prikkelen, in dien strijd volstandig te maken, en in dien strijd hen te kronen met overwinning en zegepraal.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 augustus 1900

De Heraut | 2 Pagina's

„Die overwint, zal alles beërven.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 augustus 1900

De Heraut | 2 Pagina's