Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eigen demarcatielijn.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eigen demarcatielijn.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 8 Maart 1901.

Niet weinigen leven onder den indruk, dat in de quaestie van de opleiding der dienaren de scheidslijn tusschen de aanhangers van het ééne en van het andere stelsel samenvalt met de vroegere grenslijn tusschen wat we nu nog maar noemen zullen A en B.

Omdat nu eenmaal historisch de Christelijke Gereformeerde Kerken aan de Theolo gische School te Kampen, en evenzoo de doleerende kerken aan de Gereformeerde Universiteit te Amsterdam verbonden waren, stelt men het zich dan voor, alsof deswege al wie zijn herkomst uit A heeft, nu ook ten einde toe voor de seminaristische op leiding kiest en kiezen moet, en alsof, omgekeerd, al wie uit B herkomstig is, kiest en kiezen moet voor de universitaire opleiding.

Ware dit zoo, men zou er zich bij moeten nederleggen. Aan feiten valt niet te schudden. Maar nu het, gelukkigerwijze, niet zoo is, heeft het dan ook zeker belang, om helder te doen uitkomen, dat het zoo niet stond, noch staat.

Wat we voor onze kerken van onderscheiden herkomst zoo broodnoodig hebben is ineensmelting. Niet het opgaan van de ééne in de andere, maar zulk een ineen groeien, dat men over en weder elkander verrijkt en door elkander verrijkt wordt En dat nu wordt door niets zoo tegengehouden, als door de onjuiste voorstelling, alsof elk geschilpunt dat aan het woord komt, altoos zóó zou liggen, dat alle A's rechts en alle B's links, of omgekeerd, gingen.

Dat banden van herkomst nawerken, spreekt van zelf. Het zou on teeder zijn, zoo het niet zoo ware. Maar alle vrije ontwik keling zou gestremd zijn, indien men steeds bij elk opkomend geschil, ingevolge die historische herkomst zijn oordeel moest bepalen.

Wie acht dat, het zóó staat, die botst, die kan niet verder, dien helpt het niet of hij al betoogt, bewijst, maant en poogt mee te slepen. De historische herkomst kan hij niet veranderen. En zoo wordt elk geschil een soort ra'sverschil, waarvan de beslissing niet door Gods Woord, niet door betoog, maar door het bloed en het bloed alleen wordt gegeven.

Bij elk geschil in Amerika tusschen blanken en negers, betoogt en redeneert men niet, maar alle blanken groepen zich bijeen en alle negers kruipen bijeen, en men komt geen stap verder.

Tusschen Slaven en Germanen ziet men in Oostenrijk hetzelfde verschijnsel.

In het Anti-Semitisme leeft eenzelfde, buiten alle redeneering vallende, tegenstelling op. Men is eenmaal Jood of geen Jood, en die herkomst beslist.

En zoo zou het dan van lieverlede ook onder ons worden. Er zouden twee rassen van Gereformeerden zijn, gemerkt A enB, en over uw aanhoorigheid tot het ééne of het andere, zou alleen uw herkomst of de herkomst van uw ouders beslissen.

Juist om dat kwaad te keer te gaan, hebben we' jarenlang zoo rusteloos op de ineensmelting der plaatselijke kerken aangedrongen, en het is ongemeen verblijdend, dat nog onlangs Schiedam den wijzen weg koos en zoen en bond sloot.

Met gelijke bedoeling nu herinnerden we in ons voorgaand nummer aan het gebeurde in 1888/1889.

We toonden aan, hoe er toen én te Utrecht én te Kampen, op twee Synodes, beiderzijds 40 afgevaardigden van kerken zitting namen, ea hoe op deze beide Synoden saamgenomen 40 + ^7 ^^ S7 afgevaardigden zich verklaarden voor de Universitaire opleiding en 23 voor de Seminaristische.

We gaven met de officieele stukken het bewijs, dat ook door de 17 afgevaardigden te Kampen de quaestie principieel als een quaestie van methode en opleiding werd opgevat, en dat omgekeerd de afgevaardigden, die voor de Seminaristische opleiding kozen, dat deden minder uit beginsel, en meer om drie redenen van opportuniteit.

En we leverden door het letterlijk mededeelen van de gronden, die over en weer geconstateerd waren, het afdoend bewijs, at het verschil tusschen A en B de grenslijn niet aa.nga{, want dat de 17 afgevaarigden die te Kampen tegen het voorstel-Littooy stemden, de gronden, door ons voor niversitaire opleiding aangevoerd, haast og scherper uitdrukten, dan wij dit ooit deden.

Omgekeerd is het evenzoo genoegzaam ekend, dat, al is het in veel kleinere proortie, er bok onder hen die van B heromstig zijn, enkelen gevonden worden, die ltoos meer neigden naar de Seminaristische opleiding.

Men doet daarom grobtelijks verkeerd, h oo men in onze onderscheiden kringen het j m ich voorstelt, alsof in het onderhavig ge­ d schil de herkomst de zaak besliste, en het bloed voor het nadenken gold.

Dat historische traditiën altoos zekeren invloed oefenen, spreekt vanzelf. Maar toch mag dankbaar geconstateerd, dat dit hier de deur niet dicht doet.

Het woord is vrij.

En ieder onzer heeft ook in dit geding slechts twee dingen f e doen: Ten eerste, zoolang het status quo duurt, eerlijkweg het compromis te eerbiedigen. En ten anderen, voorzooveel hij overtuigen wil, te overtuigen door zijn redenen, en die redenen te fundeeren in de Openbaring Gods.

Vooral op het eerste leggen we hier den nadruk, omdat het laatste wel vanzelf spreekt.

Wat kwaad bloed heeft gezet is, dat wel niet publiek verdedigd, maar, naar het schijnt, toch hier en daar gefluisterd is, dat de Kamper school maar moest doodbloeden.

Zoo nu mag men noch spreken, noch fluisteren. Ook al vormen de voorstanders der Seminaristische opleiding slechts een betrekkelijk niet groote minderheid onder ons, ze hebben er krachtens het accoord van 1892 recht op, dat de Seminaristische opleiding, althans wat de Theologie betreft, blijve bestaan tot ze zelven anders kiezen.

Daaraan te tornen, ware met eerlijken zin in strijd.

Maar, omgekeerd, heeft het dan ook evenzoo kwaad bloed gezet, toen onlangs openlijk het voorstel werd gedaan, om den band met de Vrije Universiteit af te breken.

Dit had niet mogen gezegd zijn. accoord verbood dat Het accoord verbood dat

En eerst als we over en weder helder en duidelijk inzien, dat noch aan de voorstanders der ééne noch aan die der andere methode geweld mag worden aangedaan, keert de worsteling der mecningen terug in haar natuurlijke bedding.

Te Groningen stond men in dat opzicht zuiver.

Voor- en tegenstanders der seminaristische opleiding verklaarden eenparig, dat de Theologische School bestendigd en gehandhaafd moest blijven.

En we zijn er zeker van, dat evenzoo een latere Synode, bij omgekeerd geval, evenzoo met eenparige stemmen van vooren tegenstanders der universitaire opleiding, oordeelen zou, dat de band met de Vrije Universiteit moet worden gehandhaafd en bestendigd.

Eerst als men zich op dat standpunt plaatst, wijkt alle gespannenheid, en kan in broederlijken zin nagegaan en overlegd, of, onderwijl de tweeheid blijft, niet zekere toenadering te verkrijgen is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 maart 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Eigen demarcatielijn.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 maart 1901

De Heraut | 4 Pagina's