Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bedanken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bedanken.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu de tijd weder nadert, dat de verkiezingen voor het ambt plaats vinden in onze Kerken, mag wel eens met ernst gewaarschuwd worden tegen het steeds voortsluipende kwaad van het bedanken.

Bedanken is een beleefde uitdrukking om te zeggen, dat men onder dankzegging voor de genoten eer een betrekking, die ons aangeboden wordt, niet aanneemt.

Men kan iemand in het burgerlijke leven geen post tegen zijn wil opdringen. Hij is en blijft vrij man. En wanneer een vereeniging of genootschap ons tot voorzitter of secretaris benoemt, dan mag hierin een eervolle onderscheiding liggen, die ons streelt, maar de vraag, of ik die benoeming aanvaarden zal, hangt geheel af van mijneigen goedvinden. Zelfs ben ik van mijn besluit aan niemand rekenschap schuldig. Het sic volo, zoo wil ik, maakt hier aan alle tegenspraak een eind.

Maar toch voelt ieder, dat zoodra men op hooger gebied komt, deze absolute wilsvrijheid niet doorgaat. Wie door een staatkund'ge partij tot candidaat is gesteld voor den gemeenteraad, de Provinciale Staten of de Generale Staten, kan, als hij gekozen wordt, maar niet botweg verklaren: ik neem die betrekking niet aan. Als lid der partij, die hem koos, hoort hij met haar belangen, en bovenal met de belangen van het vaderland, rekening te houden. Al kost de aanvaarding van zulk een ambt hem tijd en moeite; al komt het hem zelfs op geldverlies te staan; hij mag zijn eigen belangen niet boven de belangen van het gemeenebest stellen. En wanneer hij meent, dat om voor hem geldige redenen de aanvaarding van dat ambt niet mogelijk is, dan eischt toch de wellevendheid, dat hij van zijn bedanken rekenschap geeft aan degenen, die hem gekozen hebben, opdat ook zij de billijkheid van zijn besluit kunnen beoórdeelen.

En nog veel sterker klemt dit, wanneer zulk een betrekking ons wordt aangeboden door de Regeering van het land. Juist omdat men als onderdaan onderworpen is aan het gezag van de Koningin, kan hier van „bedanken" geen sprake zijn. Wel kan men, zooals onlangs in het geval van Mr. van Swinderen, verzoeken om„ontslagen" te worden, met meedeeling van de redenen, waarom men de aangeboden betrekking liever niet aanvaardt, maar aan de Koningin te antwoorden: gij hebt mij benoemd, maar ik wil niet, zou een vergrijp zijn tegen den eerbied, dien men schuldig is aan de Koninklijke Majesteit. Een socialist zou misschien zoo antwoorden, maar een goed burger nooit.

Past men dit nu toe op de verkiezing voor het ambt in Christus' Kerk, dan is de vraag, of men voor zulk een ambt bedanken mag, niet moeilijk te beantwoorden.

Wie de Kerk als een menschelijke vereeniging beschouwt, en het ambt als een eerepostje, gelijk slaande met het bestuur eener vereeniging, acht dat het geheel van zijn wil afhangt, of hij het aangeboden ambt aanvaarden za). of niet. Hij is zelfs geen rekenschap verschuldigd van de redenen, waarom hij bedankt. Ik wil niet \s hier de eenig afdoende grond.

Wie de Kerk beschouwt als een gemeenschap der geloovigen, waarvan hij zelf een lidmaat is, en waaraan hij ook zijn gaven en talenten ten koste moet leggen, beschouwt de verkiezing ongeveer als een mandaat, door de kiezers iemand opgedragen voor Gemeenteraad of Tweede Kamer. Er is dan een zedelijke plicht om niet lichtvaardig zich te onttrekken. Als men bedanken moet, deelt men aan de kiezers de redenen mede, die ons daartoe bewogen hebben. De beoordeeling dier redenen staat dan wel bij ons, maar de eisch der gemeenschap brengt toch mede, dat men rekenschap geeft van zijn besluit aan zijn committenten, om den indruk van willekeur te vermijden.

En eindelijk, wie de Kerk bij deze verkiezing beschouwt als het instrument, waardoor de Koning der Kerk ons roept, weet, dat zijn het plicht als onderdaan is, deze roeping op te volgen. Hij is dan niet vrij om te kiezen, maar als onderdaan gehouden om te gehoorzamen. Indien hij meent om wettige redenen niet te kunnen, dan staat de beoordeeling dier redenen niet bij hem zelf, maar bij degenen, die de Koning tot regeerders Zijner Kerk heeft aangesteld. Hij zal aan den kerkeraad die redenen meêdeelen en verzoeken ontslagen te worden. En het besluit van den kerkeraad zal dan, behoudens beroep op een meerdere vergadering, voor hem beslissend zijn.

Er is dus drieërlei weg:

Bedanken naar eigen vrije willekeur.

Bedanken met opgave van de voor ons geldige redenen.

Of aanvrage om ontslagen te worden, met onderwerping aan de beslissing van de over ons gestelde macht.

Is het moeilijk voor wie gelooft met ons BevestigingsformuHer, dat de roeping der gemeente een roeping van Gods wcge is, tusschen deze drie te kiezen.-'

Wil men het antwoord, dan luistere men naar hetgeen onze vaderen op het Convent te Wezel reeds desaangaande hebben uitgesproken.

„Voorts zoo iemand met eenigen last ten beste van de gemeente bezwaard wordt, dat zal hij gaarne en zonder bezwaren aannemen en met de grootste volvaardigheid des gemoeds uitvoeren, daarbij bedenkende dat hij, in den dienst onzes Heeren Jezus Christus zijnde, niet zijn eigen heer en meester is. Maar indien hij weigeren zal, zich te onderwerpen aan het oordeel van den ker keraad of de classis, dan zal men over hem handelen naar de kerkelijke discipline."

Hier wordt het beginsel zoo juist en zuiver mogelijk uitgedrukt.

Wie in den dienst van Koning Jezus staat, is zijn eigen recht kwijt. Hij hoort niet meer zich zelf toe. Met lichaam en ziel moet hij zijn Meester dienen.

Een uitspraak, die te hooger staat, omdat dit besluit genomen werd, toen de brandstapels rookten en het optreden als ambtsdragers in de Kerk stellig het levensgevaar verdubbelde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 december 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Bedanken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 december 1901

De Heraut | 4 Pagina's