Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ons Kort Begrip.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ons Kort Begrip.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Het overzicht, dat wij gaven van de historie van ons „Kort Begrip", heeft niet alleen gediend om de vraag van Ds. Kok te beantwoorden, maar tevens om onzen lezers duidelijk te maken welke beteekenis het Kort Begrip voor onze Kerken heeft

Niet alsof wij ons daarom angstvallig zouden willen binden aan de besluiten eener Synode, die straks drie honderd jaar achter ons ligt. Wie in kerkrechtelij ken zin wil vaststellen, welke plaats het Kort Begrip heeft in onze liturgie, moet wel uitgaan van de laatste Generale Synode, die zich met de liturgie heeft bezig gehouden en haar tot afsluiting heeft gebracht. Maar de vraag, 'of het Kort Begrip ook nu nog niet alleen voor pas beginnende catechisan ten mag gebruikt worden als „voorbereidend leerboek", maar ook bij de toelating tot het Avondmaal als „korte onderzoeking" voor de volwassenen, is hiermede niet afgedaan en raakt veel diepere beginselen, die door de Gereformeerde catechetiek moeten worden vastgesteld

Nu zijn van de dagen van Voetius af tot onzen tijd toe door ieder, die over dit onderwerp schreef, in theorie de lijnen zuiver getrokken. Welke geschilpunten er onder de Gereformeerde theologen ook aan de orde mogen zijn, over dit eene punt bestaat de meest volkomen overeenstemming, dat op de catechisatie geen ander leerboek behoort gebruikt te worden dan de Heidelbergsche catechismus. Voor de „vragenboekjes", die geen kerkelijk karakter dragen, evenmin als voor het „Kort Begrip" dat een soort van ofificieele aanbevelingen heeft, wordt door niet één man van ernstige studie een lans gebroken. Allen zijn het daarover eens, dat op de catechisatie, waar de Kerk het zaad des verbonds de kennisse der waarheid Gods meedeelt en hen aldus brengt tot belijdenis van het geloof, alleen gebruikt mag worden dat leerboek, waarin de Kerk zelve de belijdenis des geloofs heeft neergelegd en dat ze met kerkelijk gezag heeft bekleed.

Maar al is men het in de theorie volkomen eens, de practijk leert, helaas, dat men nog verre van het ideaal verwijderd is. Wanneer men eens een statistiek ging opmaken van de catechisatiën, waarop werkelijk de Catechismus, en die alleen, geleerd en onderwezen wordt, dan zou het resultaat verre van bevredigend zijn. De tallooze nieuwe drukken van oudere en jongere vragenboekjes, die nog telkens aangekondigd worden, spreken in dit opzicht luide genoeg. Er is daardoor een niet genoeg te betreuren onvastheid in den gang van het catechetisch onderwijs. De eene predikant heeft nauwelijks met groote moeite alle vragenboekjes afgeschaft en den Catechismus weer op zijn rechtmatige plaats hersteld, of zijn opvolger werpt heel dien arbeid weer omver, en de leerlingen weten niet, aan welke methode zich te houden.

De diepere oorzaak hiervan ligt in het gebrekkige dat onzen Catechismus aankleeft. De Heraut heeft in de „Taak der Toekomst" duidelijk genoeg uitgesproken, dat de Catechismus niet meer beantwoordt aan den eisch van onzen tijd en daarom moet gewijzigd en aangevuld worden. De strijd, dien onze vaderen te strijden hadden, was een andere dan van onzen tijd. Allerlei nieuwe vragen zijn aan de orde gekomen, en de kinderen der gemeente hebben in dien strijd der geesten nog andere wapenen noodig, dan onze Catechismus hun biedt. Wanneer het gebruik dezer vragenboekjes dan ook uitsluitend ten doel had, om dit gebrek te verhelpen en zij als aanvulling naast den Catechismus moesten dienen, dan zou althans de nood der tijden een verontschuldiging kunnen zijn voor wat kerkrechtelijk niet in den haak was.

Maar zoo staat de zaak niet. Het gebrek schuilt niet in den Catechismus, maar in het catechetisch onderwijs. De Catechismus geeft naar het oordeel van velen niet te weinig, maar te veel. Het ontbreekt bij de predikanten aan de gaven en geschiktheid, om het catechetisch onderwijs zoo belangrijk en boeiend te maken, dat zij hun leerlingen kunnen brengen op het peil, dat onze Catechismus onderstelt. Zoo zakt dan de standaard. De Catechismus wordt alleen geleerd door enkele, meer ijverige catechisanten. Voor de gewone leerlingen moet dan een vragenboekje of het Kort Begrip volstaan. Wat men op de catechisatie als , vaste spijze der „melk der kinregel biedt, is niet de volmaakten", maar de derkens."

Het spreekt wel vanzelf, dat men na zulk een catechetisch onderwijs bij de onderzoeking naar de kennis, die aan de openbare belijdenis des geloofs voorafgaat, in moeite komt. Ongetwijfeld, toestanden zooals in de Hervormde Kerk, waar soms bij de zoogenaamde „aanneming der nieuwe lidmaten", de eenvoudigste vragen nog onbeantwoord blijven, treft men in onze vcrken niet. Maar wie daarom meenen mocht, dat er alleen te roemen en niet te klagen viel, vergist zich maar al te deerlijk. Als men zijn oor te luisteren legt naar hetgeen de beter onderlegde ouderlingen weten mede te deelen omtrent hun bevindingen bij de „belijdenis des geloofs", dan zal men al spoedig genezen worden van ijdele roemzucht.

Het is hieruit vooral, dat het misbruik maken van het Kort Begrip voortgekomen k is. Waar de catechismus er niet in zit en toch belijdenis des geloofs voor de Kerk moet gedaan worden, daar wordt in de laatste weken het Kort Begrip er in „gepompt", om nu deze min schoone uitdrukking eens te gebruiken. En wie dan op een paar hoofdvragen van het Kort Begrip maar het juiste antwoord heeft gegeven, wordt gerekend voldaan te hebben wat de kennis betreft, en nu wel geschikt te zijn om tot het Avondmaal te worden toegelaten.

Wij zeggen dit niet, om een valsch intellectualisme in onze Ksirken aan te kweeken. De belijdenis des geloofs is in onze oogen allerminst een soort examen in de theologie, waarbij het veel geleerd hebben de hoogste cijfers geeft. Een oprecht geloof in Christus is meer waard dan alle schoolsche kennis. En wie alle ketterijen haarfijn weet uit te pluizen van Arius en Sabellïus af tot de ethischen en modernen onzer dagen, maar geen kennis heeft voor zijn eigen hart aan den weg der zaligheid, mist de eenige voorwaarde die noodig is om aan des Heeren Avondmaal te gaan.

Maar hoe sterk wij dit op den voorgrond stellen, aan de andere zijde mag toch nooit vergeten worden, dat het geloof niet alleen een hartelijk vertrouwen, maar ook een kennen is van wat God in Zijn Woord ons geopenbaard heeft. Het geloof moet een inhoud hebben. En naarmate de kennis te rijker is van de waarheid, die God door Zijn Woord en leiding in de Kerk ons schonk, naar die mate zal ook het geloof zelf zich te rijker kunnen ontplooien.

Met de belijdenis des geloofs loopt het catechetisch onderwijs gemeenlijk ten einde. Slechts weinigen maken gebruik van de zoogenaamde „lidmaten-catechisatie". Wie belijdenis heeft gedaan, wordt gerekend volleerd te zijn. Is het dan wonder, dat, waar bij de belijdenis het peil der kennis zoo laag gesteld wordt, straks in de gemeente de onkunde toeneemt, de prediking niet laag genoeg afdalen kan en allerlei verkeerde richtingen en ketterijen de harten der onwetenden verstrikken.'

Het is om dit hoog ernstig belang der gemeente, dat wij ons gemengd hebben in het debat tusschen Ds. Kok en de Friesche Kerkbode en daaruit aanleiding hebben genomen, er met aandrang op te wijzen, dat op de catechisatie en bij de belijdenis des geloofs als regel niet het Kort Begrip, maar de catechismus m et genomen worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 januari 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Ons Kort Begrip.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 januari 1902

De Heraut | 4 Pagina's