Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

CORRESPONDENTIE.

NAAR HET OOSTEN.

XIII.

Het eerst richtte zich Schliemann thans — 't was in 1868 — naar het eiland Ithaka. Dit eiland thans ook Theaki geheeten, is een van de Jonische eilanden op de westkust van Griekenland.

Dat hij daar heen ging had zijn goede reden. Ithaka namelijk is het rijk, waarover in .de oudheid, 1000 jaar of meer vóór Christus, koning Ulysses of Odysseus regeerde. Dit was een der meest beroemde helden uit den oorlog tusschen Grieken en Trojanen, die eindde met Troje's ondergang. Ulysses was buitengewoon slim en dat kwam in dien oorlog te pas.

Op de terugreis naar Ithaka had hij allerlei zonderlinge lotgevallen, die beschreven zijn in een boek, de Odyssee genaamd, dat nog door geleerde lieden gelezen wordt. Het is vol verdichtselen en fabelen, maar van groot nut voor de kennis van het Grieksch, van de oude tijden en zeden, en de geschiedenis.

Of nu Schliemann in het 2 vierkante mijlen groote koninkrijk toen veel wijsheid opdeed is mij niet gebleken. Zeker is dat hij, na een poos, het weer verliet en zich begaf naar de kust van Klein-Azië. Als gij de kaart voor u neemt, vindt ge op de uiterste noord-westpunt van Klein-Azië, even bezuiden de straat der Dardenellen of de Hellespont, den heuvel Hissarlik. Nu had Schliemann met groeten ijver de Ilias bestudeerd, het boek waarin de oude dichten, Homerus den Trojaanschen oorlog beschrijft, althans voor een deel. Zoo was hij tot de overtuiging gekomen, dat als er van het oude Troje nog iets te vinden was, men dit dan zoeken moest in den heuvel van Hissarlik.

Het eerste wat nu te doen, was, aan den sultan van Turkije, die, zooals ge weet, ook beheerscher is van Klein-Azië, verlof te vragen, om op de plek waar men kon verwachten, iets v te vinden, de noodige opgravingen te doen. r Dat verlof nu werd verkregen. In Turkije bekommerde men zich om het oude Troje al heel weinig en om de oude Grieken evenmin. Had iemand lust om naar hen onderzoek te doen, welnu hij kon zijn gang gaan, maar — op eigen kosten. De, Turken zouden er geen penning ó voor uitgeven. Wel kon 't gebeuren, als de onderneming bleek goed te gaan, dat men in Turkije er ook zijn deel van hebben wou. In alle geval moest Schliemann, wilde hij zijn taak volbrengen, alles zelf betalen, 't Was nu gelukkig dat hij zoo groote rijkdommen bezat. Anders toch zou het hem onmogelijk geweest zijn iets te doen. ImmerSj zooals gij begrijpt, moest onze onderzoeker een aantal werklieden in dienst nemen en daarbij verschillende personen om toezicht op hen te houden. Hij moest zorgen dat zijn volk zooveel noodig behoorlijk onder dak kwam en ook zelf in de nabijheid zijn woning hebben. Dat al bracht groote kosten met zich. Want in die streken is van veel wat in meer beschaafde streken is te vinden, weinig of niets te krijgen.

Toen het plan van Schliemann in Europa bekend werd, ontbrak het, gelijk begrijpelijk is, niet aan menschen, die er 't hoofd over schud­ t den. Geleerde lieden gaven wel toe, dat His­ J sarlik de plek kon zijn, waar het oude Troje had gelegen, maar dat daar nog iets van zou k te vinden zijn, die gedachte vond men al te dwaas. Anderen die er van hoorden, en van heel de zaak niets begrepen, dreven den spot met zoo'n dwaas als Schliemann, die zijn eerlijk en O zuur verdiend geld ging wegsmijten, om wat t puin op te delven, ergens in Azië. Kortom, c evenals onze vriend vroeger was uitgelachen, door zijn makkertjes, als hij over Troje en zijn O plannen sprak, zoo werd hij het thans door c zijn tijdgenooten, nu hij zijn voornemen ging V uitvoeren. H

Doch ook evenmin als vroeger, stoorde Schliemann zich ook nu aan wat de menschen zeiden. Hij liet hen praten en ging stil zijn gang. t U

NOG EENS „HUTJE MET MUTJE, " A

Van een geacht lezer uit Zeeland, ontvingen we deze zeer gewaardeerde opmerking, naar het werk van Dr. Stoett. D

Uit zijn verklaring teeken ik 't volgende aan: (zakelijk, niet woordelijk).

Beteekenis: met het heele huishouden, met pak en zakj

Zaansch: met klus en kluis.

Gewestelijk; Groningen: Hutjemitmutje. Drente: Met huttien en met muttien. Deventer: Hütjen en mütjen. Utrecht: Hutsie en mutsie. Oostfriesland: Hütt(je) mit mütt(je). Noordholland: Hudje met mudje. Holstein: mit de hütt un mit de mütt.

Oorsprong: Onzeker, wellicht 't Vlaamsche hot en mot, beide = klomp hout, of wel: Hutje = hoedje en dus hudje en mudje = groote en kleine maat enz.

Dan volgt een opmerking in het Duitsch, die zegt, dat de spreekwijs ook is te verklaren uit Hütte hut, en Mütte, Müdde; d. i. zeug, moe dervarken, 't W il zeggen heel het vermogen van een arme, heel zijn armoedje, zoodat men kan zeggen: De een wint huis en hof; de ander verliest hutje met mutje.

De laatste verklaring komt dus geheel met die van Ds. G. te Z. overeen. Hier in Zeeland heb ik de uitdrukking nooit gehoord.

CORRESPONDENTIE.

J. J. K. te D. H. In volgend nummer het gevraagde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 september 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 september 1902

De Heraut | 4 Pagina's