Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Christelijke werklieden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Christelijke werklieden.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Niet genoeg lof kan worden toegezwaaid aan de kloeke en beginselvaste houding, door onze Christelijke werklieden in deze dagen van spanning aangenomen.

Vooral voor hen was het gevaar groot, om in den stroom te worden meegesleept, die een oogenbiik de dijken met doorbraak en het land met namelooze ellende dreigde.

Er is voor het hart van den werkman geen betooverender woord, dan dat van solidariteit. Door een krachtige uiting van gemeenschap in de bres te springen voor den verdrukten makker, schijnt een schier heilig ideaal. En de socialistische pers had geen gevaarlijker wapen dan juist dit eene, dat zij dit solidariteitsbesef prikkelde en eiken arbeider ten strijde riep voor hen, die, naar het heette, door het kapitaal werden verdrukt.

Daarbij kwam, en ook dit feit behoeft niet bemanteld te worden, dat de positie onzer arbeiders nog lang niet is wat ze zijn moet. De evolutie op oeconomisch gebied is in ons land nog pas begonnen. Enkele sociale wetten door het vorige Kabinet ingediend, hebben ongetwijfeld den schrijnendsten nood gelenigd, maar een wettelijke regeling voor heel den arbeid ontbreekt nog altoos. In dien oeconomischen strijd heeft de arbeider geen krachtiger wapen dan dat van onderlinge vereeniging. Alleen eendracht maakt ook hier macht. En voelt men dan niet de bange verleiding, die er ook voor onze Christelijke werklieden in de gedachte schuilt, om door een machtigen bond alle arbeiders saam te verbinden, en als georga niseerde arbeiderspartij over heel het land op verbetering van levenspositie, verkor ting van arbeidstijd en verhooging van loon aan te dringen, en desnoods aan dien eisch door het dreigement eener algemeene werkstaking klem bij te zetten ?

Voeg daarbij, dat het sociaHsme in ons land met opzet het religie-vraagstuk rusten liet, opdat ook de christelijke arbeiders zonder conscientiebezwaar in het leger van het proletariaat konden worden ingelijfd. In Frankrijk en Duitschland maakt men geen bezwaar, de diepere beginselen, waarvan het socialisme uitgaat, open en bloot te leggen. Daar heet Kerk en Religie het machtigste bolwerk van het kapitaal en keert daarom tegen beide zich de bitterste strijd. Het jongste werk van Zo'a spreekt het openlijk uit, dat de ideaalstaat eerst dan kan worden gerealiseerd, wanneer de laatste priester is verdreven en de laatste kerk is gesloten. Men moet een werk als La Vérité lezen om den diepen haat te gevoelen, die de partij van het ongeloof tegen de Christelijke kerk bezielt. Maar in ons land wordt die haat bemanteld. Het arbeidersvraagstuk heeft immers niets met de religie uitstaande.' Wanneer Troelstra over de religie spreekt, wordt hij bijna vroom. En in alle toonaarden wordt onzen arbeiders het lokkend lied voorgezongen, dat de strijd niet tegen de Christelijke kerk, maar tegen de kapitalisten, de „bloeduitzui gers" en „onderdrukkers" gaat.

Zoo weet de geest uit den afgrond zich steeds voor te doen in de gestalte van een engel des lichts. En het getuigt van het scherpe doorzicht en het helder verstand onzer Christelijke werklieden, dat zij door dezen sirenenzang geen oogenbiik zich hebben laten meêsleepen, maar met een beslistheid, die eerbied afdwingt, zich schrap hebben gesteld tegen het revolutionaire drijven, en geweigerd hebben aan het booze opzet eener algem.eene werkstaking mee te doen.

De mannen onder ons, die de Christelijke werklieden-organisaties wantrouwden; die „Patrimonium" met leede oogen aanzagen; die vreesden, dat ook bij onze arbeiders onder Christelijk etiket het socialistische gift voortwoelde, zijn dan ook bitter beschaamd uitgekomen. De crisis, die wij doormaakten, heeft juist omgekeerd getoond, dat in deze Christelijke werklieden-vereenigingen het machtigste bolwerk tegen het socialisme schuilt.

Hoeveel dank men ook wete aan de Christelijke Regeering, die het gezag hoog hield; hoezeer men ook vertrouwen stelle in het leger, dat in de ure des gevaars zijn plicht niet zou hebben verzuimd; toch vergete men niet, dat noch de krachtige houding der Regeering, noch het wapengeweld een algemeene werkstaking zouden voorkomen hebben, indien heel de Christelijke arbeiderspartij, Roomsch en Protestantsch. Gereformeerd en Hervormd, niet als één man had verklaard, dat zij met deze sociale revolutie niet wilde meegaan.

Geen middel is door het sociaHsme onbeproefd gelaten, om onze Christelijke werklieden aan het wankelen te brengen. In plaat en schotschrift is onze Christelijke Regeering gehoond, alsof zij den werkman aan banden wilde leggen en worgen. Men sprak van tuchthuis-en dwangwetten. Maar de Christelijke arbeiderspartij liet zich niet afvallig maken en antwoordde meteen motie van vertrouwen in het Kabinet. Waar het wapen van verdachtmaking en laster niet hielp, daar werd gevleid en gelokt. Niet om de politieke macht, maar om lotsverbetering van den arbeider ging de strijd. Maar onze Christelijke arbeiderspartij zag onder de schapevacht de wolfsklauw en weigerde mee te doen aan het bedriegelijke spel. En juist deze stand vastige "houding onzer werklieden, deze onverzettelijke trouw aan het beginsel, dit hoog houden van de heiligste goederen boven het tijdelijke voordeel, dat is in Gods hand het middel geweest om den vijand met machteloosheid te slaan.

Onze Christelijke werkliedenvereenigingen, met name „Patrimonium", hebben daarmede glansrijk de vuurproef doorstaan.

Toen de ure der verzoeking kwam, hebben zij het belang van het vaderland boven eigen belang, de handhaving van het door God gestelde gezag boven eigen machtsuitbreiding, het heilig beginsel boven het tijdelijk voordeel gesteld.

Aan onze Christelijke werklieden daarvoor openlijk dank te brengen, is eereplicht.

Een dankbaarheid, die niet alleen in woorden moge bestaan, maar ook daarin uitkome, dat „Patrimonium" voortaan in onze kringen verhoogde waardeering, warmer sympathie en vooral krachtiger geldelij ken steun moge ontvangen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 maart 1903

De Heraut | 4 Pagina's

Onze Christelijke werklieden.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 maart 1903

De Heraut | 4 Pagina's