Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

De moeilijke posiiis, waarin de voorstanders onzer Christelijke arbeidersbeweging verkeeren, wordt niet ten onrechte door Ds. Sikkel in Holland's Kerkblad aldus geteekend :

Intusschen echter is onze belangstelling ten zeerste geboeid door onze mannen broeders, die in de werkliedenbeweging almeer in het gedrang komen.

We bedoelen niet hen, die altoos uit de hoogte alle beweging hebben veroordeeld, zich nooit ergens mee bemoeid hebben en nooit iets als Christenen voor de werkliedenbeweging hebben gedaan.

O, die beste brave mannen hadden al in vele aanzienlijker kringen een schreefje voor; zij waren bovenal de ordelievenden, die geprezen werden en die dan ook op voorspraak rekenen konden, als het eens om een postje of een ex raatje, een huisje of een hofje gaan zou. Deze goede menschen | profiteeren wel mee van hun tijd, als het loon om hoog gaat of als meer beperkende en beschermende maatregelen voor den arbeid worden genomen, in één woord als de zelfstandigheid, het recht en de eere van den man in zijn werk meer verzekerd worden en de burgerlijke levensverhoudingen voor hem zich daardoor verbeteren, mee tengevolge van het initiatief en de vereeniging der werklieden; — maar toch zijn deze goede menschen, die van de werkliedenbeweging niets willen weten en er dan ook zoo goed als niets van weten, geen menschen van hun tijd; zij zijn uit den tijd; ze vertegenwoordigen den tijd van hun grootvader, toen de tegenwoordige oeconomische worsteling nog niet begonnen was, dè nieuwe oeconomische beweging door de opkomende hooge vlucht van de industrie en het kapitaal, van machinerie en techniek, van coöperatie en vereenigingsleven; in verband ook met de worsteling der geesten van onzen tijd om de grondslagen van het leven; om vrijheid en recht; om de ordinantiën Gods voor heel het huiselijk, maatschappelijk en staatkundig leven, waarin elk mensch als mensch een recht en een roeping van God heeft.

En deze mannen vallen daarom zoo in den smaak in die aanzienlijker kringen, waarin mee ten gevolge van een gebrekkige ontwikkeling der menschelijke gev elens en van een gebrekkige trage kennis van de levensbeweging der eeuw in verband ook met de werking van eigenbelang en met de neiging tot I ehoud van het gewordene waarbij men zich wèl bevond, een gelijke achterlijkheid, maar nu aan de andere zijde van het levensterrein, te constateeren valt.

In die minder ontwikkelde aanzienlijker kringen mag een gift of contributie voor een christelijke vereeniging, ook wel kiesvereeniging of Patrimonium, niet ontbreken, maar eigenlijk heeft men daar aan het vrije vereenigingsleven van het volk het zuur ; men maakt er zoo goed mogelijk gebruik van omdat het niet anders kan, en zoekt liefst aan de contributie, die dan wel wat hooger kan zijn, een haakje vast te maken, zoodat tegelijk de goede stemming wordt bevorderd en een zekere invloed, die nu niet precies den vrijen krachtigen voorigang van het vereenigingsleven bedoelt, verzekerd wordt.

In de laatste maanden mogen zelfs de christelijke werkliedenvereenigingen zich mogelijk in warmer waardeering van deze kringen en in nog goUer toezegging, waar steun noodig mocht zijn, verheu gen, maar dit is een buitengewoon geval en hangt sam.en met de beteekenis, die de christelgke werkliedenvereenigingen door hun houding thans n de politiek-sociale spanning van den dag hebben; het iS dan ook wel van tijdelijken voorbijgaanden aard, evenals het oproepen der militielichtingen en de vriendelijke recepties voor de miliciens, waarmee het samenvalt.

Maar de mannen-werklieden, die te voren niet lazen of wisten van wat de tijd beweegt en het ook nog niet weten, die zich dan ook met de worsteling en leiding der geesten in hun niet in ieten of inlaten, maar slechts advies van hooger hand volgen, die mannen zijn bij de heeren en vrouwen, die hun tijd niet kunnen aanpassen aan hun verouderde denkbeelden, toch eigenlijk de oude getrouwen, voor wie zij een goed oogje en een goede hand hebben. En deze goede broeders werklieden komen dan ook thans waarlijk niet in het gedrang, wanneer zij zich voorloopig bij een christelijke werkliedenvereeniging aansluiten; men kan later immers altijd zien, wat het beste is.

Wanneer men het dan ook wil voorstellen, alsof deze mannen-broeders het tegenwoordig zoo moei lijk hebben, omdat zij zoo heel anders gezind zijn, dan gevoelen wij daar heel weinig voor. Eer lijkt het ons toe, dat deze mannen, al zal er al heel weinig kracht van hen uitgaan, tegenwoordig bijzonder in de gunst staan daar, »vvat zij altijd gezegd hebben» tegenwoordig door velen, zelfs door voorgangers in vergaderingen en door sopmerkers» in geschriften wordt verkondigd, tot op den kan sel en in, — anders door hen niet gelezen, — bladen van onverdachte ontwikkeling; — welke redactie houdt, nu elk een sociaal advies heeft, zelfs deze achterlijke praat geheel uit hare kolommen? Neen de mannen-broeders, die het moeilijk heb ben en voor wie ons hartvan gemeenschap spreekt, zijn zij, die Christenen, werklieden en zelfstandige vrije mannen zijn heldere koppen en pittige karakters, en die dan ook niet slechts de vreeze Gods in hun hart. maar ook den trek van de worsteling des tijds op hun aangezicht hebben; mannen die voor God de knieën buigen en dan ook aan elk de f ere geven, die zij schuldig zijn; maar die ook juist door de vreeze Gods hebben leeren gevoelen en verslaan, dat er een roeping van Godswege op den werkman rust met betrekking tot de ontwikkeling der maatschappelijke en industrieele levensverhoudingen; een roeping in de werkliedenbeweging; een roeping tot vereeniging; tot onderlinge bepaling van gedragslijn; tot behartiging »an d belangen en rechten der werklieden als vrije zelfstandige mannen, die met e re hun stuk werk in het gecompliceerde bedrijfleveren, maar die daarbij met k nnis der gegevens zichzelf rekenschap mogen geven en hun beding mogen stellen van het loon, dat hun toekomt en van de voorwaarden, waarop de arbeid in de onderlinge verhoudingen der onderscheiden werkkrachten, die leiden of volgen, patroon, opzichter of werkman zijn, hunnerzijds moet worden verricht, of — desnoods, — gestaakt; opdat de vrije eerbare stand van werkman in het bedrijfsleven niet onderga, maar voor de toekomst gehandhaafd en verzekerd worde.

Die mannen broeders zijn in het gedrang. Ze hebben eerst zoolang tegen den wind in moeten werken, om in de christen wereld plaats te vinden en een spoor te leggen voor een christelijke werk­ t liedenvereeniging. De één zei hun, dat ze ook hier weer'met hun separatisme aankwamen, terwijl toch | het T? ak met het christendom niets te maken had, en dus alle werklieden in één vereeniging behoorden, als er dan werkliedenvereenigingen moesten zijn. En de ander zei hun, dat christenen zich met zulke dingen niet moesten bemoeien, daar zij de machten over hen gest ld moesten < rkennen en dus aan de patroons en de hoogere standen, aan de ondernemers en kapitalisten moesten overlaten, wat er over den werkman zou worden bepaald en besloten; die waren zooveel als de koningen in het koninkrijk van den arbeid en van het maat schappelijk leven, en zij, de werklieden, waren de onderdanen. God had dat zoo verordend en bij de 1 geboorte ii eenige stand of klasse daardoor voor elk bepaald, wat zijn plaats zou jijn; en het was revolutie om daar verandering in te willen brengen; zoon werkliedenvergadering, om over het loon en de arbeidsvoorwaarden te willen spreken, was al revolutie; en een besluit, om ooit het werk neer te leggen en andere arbeidsvoorwaarden te eischen was niets anders dan opstand tegen de machten door God gesteld; God had nu eenmaal de stan-1 den gemaakt, de ééne stand om te bevelen en de andere om te gehoorzamen; de ééne stand om over den anderen naar eigen goedvinden te beschikken en den anderen stand om eerbiedig over zich te laten beschikken j een werkliedenvereeniging met rechts persoonlijkheid, een werkliedenvergadering die een beslissing zou nemen over de houding, die de werklieden gezamenlijk zouden aannemen; wel dat was het omkeeren van den troon; dat was de re volutie ; dat was, — en in ernstige verontwaard - ging steeg hier het bloed naar het aangezicht van hen, die tegen deze christenwerkliedenvereeniging waarschuwden, — dat was de opstand tegen de van God gestelde machten, de afval in de Schrift voorspeld!

Tegen dien gedachtenkring, die stemming en die houding van vele «gezeten* Christenen, moesten de mannen der ChristenwerkUedenvereenijing in en op. Zij moesten tegen die ingeworte de beschou - wing hun overtuiging voorstellen, handhaven en aanbevelen; hun overtuiging voor de vrijheid aller menschen, en voor de eigen verantwoordelijkheid en roeping, die van Gods wege en naar zijn Woord bestaat voor ieder man en voor iedere vrouw; hun recht en roeping met betrekking tot den eigen levensaibeid, maar ook met betrekking tot heel het menschelijk gemeenschapsleven, tot heel het maat schappelijk leven des volks, tot den stand, dien alle menschen door hun leven en hun werk bepalen, en die voor alle menschen recht vordert.

Zoo moesten zij een plaats veroveren in de over tuiging der Christenen, om eerst geduld en daarna ook eindelijk met sympathie begroet te worden, althans door een jonger, helderder en zich meer bewust geslacht van warmer bloed en ruimer hart, van meer aaneensluiting aan het leven der toe komst, van gezonder bijbelsch inzicht en meer cavinistische waardeering van het menschelijke en natuurlijke, van het veelvoudige recht naar Gods ordinantie, en daarom ook van het vrije ontwik kelde vereenigingsleven als noodzakelijke voo - waarde voor het vrije volksleven.

En behalve dat die pioniers der christenwerkliedenvereenigingen, die thans bij jonger leven dank en bewondering wekken, en wier taak door hun kweekelingen vol geestdrift overgenomen werd, zoo moesten worstelen tegen den geest, die onder Christenen hun optreden weerstond, ook waar de Standaard zich hunner nooit schaamde, maar voor hun recht en eere pal stond, — daar hadden zij te totben met de christenwerklieden zelf, van w e velen den braven man speelden, die aan al die beweging niet meedeed, — en vele anderen het dubbeltje contributie niet konden missen, dat als een zaad moet worden afgezonderd voor wie eenmaal den oogst van het vrije volksleven, waarin ontwik keling en welvaart door de goedertierenheid Gods de glans der gemeenschap zijn, willen binnenhalen.

En toen de christenwerkliedenvereenigingen op gang kwamen, hebben onze mannenbroeders, die dikwijls, in moeizamen handenarbeid een langen dag bezig, hun avond en nachturen gaven voor de overweging, met eenige studie, van de leiding die gegeven moest worden, het nog harder te verantwoorden gehad.

In de staking, het stakingsrecht en het stakingsbesluit, lag de noodzakelijke voorwaarde, om als vrije mannen in de worsteling van den tijd, in de roeping voor het heden en de toekomst positie te houden; zoolang de christenwerkliedenvereeniging in de stakingsvraag niet theoretisch en practisch positie kon nemen zonder dat het gemompel der achterhoede, dat dit revolutie was, opstand tegen de van God gestelde heerschende standen en machten, meer toestemming vond in de christelijke overtuiging, die bij het licht van Gods Woord leefde, — zoolang kon de christenwerkliedenvereeniging niet vooruit; en het blijft dan ook de eere van het Christelijk Sociaal Congres, dat het onbewimpeld het recht tot werkstaking van de zijde der werklieden in de vervulling hunner goddelijke roeping, mits natuurlijk onder de voorwaarden, die de Schrift naar alle zijden stelt, uitgesproken en als Christelijke overtuiging geproclameerd heeft.

Maar hiermee waren de christenwerkliedenvereenigingen er nog niet. Hing aan de werkstaking, theoretisch en practisch, eenerzijds het recht, de vrijheid, de toekomst voor het volksleven en voor de Christelijke eere, aan de andere zijde was die werkstaking de kunstoperatie, die ja het leven moest kunnen redden, doch die het ook ernstig bedreigde.

Leven en dood hingen hier vooral aan de beantwoording der vraag, hoe het stakingsrecht en het stakingsbesluit in betrekking moesten staan tot de •vitxVXxeAQTajereeniging.

Die vraag sloot vele vragen in. Mocht het verplicht lidmaatschap van een werkliedenvereeniging voor den arbeid in gemeenschap gesteld worden en ook tot een geschilpunt worden gemaakt, dat zelfs door staking kon worden beslecht ?

Mochten werklieden over hun arbeid slechts in de werkliedenvereeniging hun gevoelen zeggen, maar moesten zij alle onderhandelingen aan de vereeniging overlaten ?

Moest en mocht een staking slechts door een vereeniging geproclameerd worden en waren de werklieden aan het vereenigingsbesluit tot staking gebonden ?

Had een vereeniging macht, om den werkman en zijn arbeid af te snijden, die haar niet gehoorzaamde ?

Gold de staking alleen de verhoudingen in elk bedrijf en bij elk patroon afzonderlijk, of ook de verhoudingen in het geheele bedrijf en in alle bedrijven?

Moesten de vereenigingen zich aaneensluiten, in vakfederaties, plaatselijk en voor heel het land, en moesten die vakfederaties zich weer in een algemeene federatie voegen, nationaal ?

Kwam het recht, om tot staking te besluiten, wel aan een locale vereeniging toe, of moest het besluit niet uitgaan van een vakfederatie ? van een nationale federatie ? van een internationale federatie ?

Moesten de stakingen van locale schermutselingen geen veldslagen worden door een solidair internationaal leger geleverd tegen de maatschappelijke] machthebbers, en moest daarom niet door een centralen krijgsraad of algemeen veldheer bepaald worden, waar was aan te vallen en waar afgewacht of teruggetrokken moest worden ?

Moesten ook de penningen niet in algemeen beheer komen, en de bijdrage voor elk werkman verplichtend worden, opdat zoo de nieuwe wereldregeering haar belastingen kon heffen en van haar schatkist zeker was?

En gold de beweging, de strijd niet ook en juist de wetten en instellingen, de overheden en het gezag voor zooveel de beweging die hinderlijk vond op haar weg?

Was de staking niet het groote middel, om de wereld te beheerschen, en moest dus niet met éen slag alle persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid van den werkman en zijne vereeniging, door de algemeene federatie worden vernietigd, om door haar wilsdaad en machtsdaad, waarin allen zich onbepaald moesten schikken, de wereld om te zetten ?

En werd zoo niet de vereeniging, werklieden vereeniging, de vijand, waartegen al wie gezag en vrijheid eert zich teweer zet, en waartegen strafwet en legers, kruit en lood te worstelen zullen hebben, om het leven, de vrijheid, het Christendom, het volk, de menschheid, te redden ?

De oplossing der vraagstukken, de zuiging der beweging, was ongetwijfeld in de richting eener Socialistische Anarchistische arbeiderspartij, die om het leven, om het vak, om de menschheid, en om den werkman zich niet bekommert, en tyranniek haar wil doorzet, — met de staking als midde . En de gebeurtenissen der laatste maanden hebben hierop in Nederland, voor wie nog niet zien wou, het licht geworpen.

Maar die zuiging was soms ook onzen Christenbroeders te machtig, waar zij de Christenwerklie denvereenigingen zochten te leiden.

Thans moesten onze mannen besUssen.

En ze beslisten, dat ze niet aan de doorzetting der beweging deelnamen, maar tegen die beweging front maakten.

Zoo staan zij nu tegen die beweging zelf over. En daarbij zitten ze in eigen kring in het gedrang.?

Er is thans liefhebberij voor de Christenwerkliedenvereenigingen, maar om ze tot wallen en schansen te 1 ten dienen voor het oogenblik; oui er de vlag der reactie tegen de werkliedenbeweging op den toren te planten.

Moeilijker dan ooit is daarmee de positie geworden der mannen, die als werklieden voor het gezag en voor de vrijheid welbewust willen pal staan. Zij willen dat de werkliedenbeweging, ook wat het ­stakingsrecht aangaat, binnen haar eigen grenzen blijve. Maar binnen die grenzen willen zij het recht ook van de overlegging en beslissing der werklieden voor hun arbeid en hun vak handhaven.

En waar door averechtsche opvatting der werkliedenvereeniging Socialisme en Anarchisme de beweging tot revolutie en ondergang leiden, is het de roeping der Christenwerklieden, om thans de banier te heffen, en de beweging in het rechte spoor der goddelijke ordinantie te voeren, bepaald ook door aan de i> iex)/X\< iAfa.vereeniging haar grens en haar taak te wijzen, zonder het recht van den werkman, om over zichzelven te beslissen, en om zijn vak naar zijn overtuiging te dienen, aan te randen.

Wij zien onze broeders hier in het midden van een menigte, die van hun roeping en positie, afgezien van het oogenblik, niet teveel gevoelt, en die veeleer de grondslag, vroeger met zooveel moeite en zorg verkregen, bedreigt.

Aan het consigne ook onzerzijds gegeven, dat thans elk Christenman zich van elke stakingsbeweging onthouden moet, blijven onze broeders trouw. En ze zullen daaraan trouw blijven.

Maar hun positie worde niet miskend. Voor hun recht en hunne roeping sluite het hart zich niet. Voor die roeping worde hun steun geboden, ook door het publieke woord.

En de overheid moge overwegen, op welke wijze ook door wettelijke regeling de bedding gegeven moet worden, waarin de rechtmatige werkliedenbeweging naar goddelijke ordinantie voortwerken kan.

Het stuk is lang, maar tegelijk te belangrijk om het niet in zijn geheel aan onze lezers mee te deelen.

Er worden hier vragen gesteld, die beantwoord moeten worden.

In dagen van spanning dienen onze Christelijke werklieden als één man voor het gezag op te komen.

Maar zoodra de strijd om het gezag voorbij is, dient de arbeiderspartij ook van Christelijke zijde te worden voorgelicht, wat haar taak voor de toekomst is en welke middelen zij daarbij gebruiken mag.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 april 1903

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 april 1903

De Heraut | 4 Pagina's