Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

STOKOUD EN ZESTIEN JAAR.

AAN LAND.

V.

Zoo zat dan onze vriend ten slotte met zijn brief recht verlegen, wat hem te meer speet, daar zijn hart brandde van verlangen om eens iets van zich te laten hooren.

Wel had de kapitein gezegd: We zeilen van daag of morgen weer uit. Maar vooreerst was daar nog weinig kans op. Dat bespeurde Lukas wel uit al wat hij hoorde. Zijn eenige hoop was dat, daar het eiland nergens een goede haven bezat, men er toch niet zoo lang meer zou blijven. Dat viel echter niet mee, en zoo wist onze vriend er dan niets beters op, dan zijn brief mee te geven met een schip dat juist naar Engeland vertrok. Een matroos van dat vaartuig, met wien hij even had kennis gemaakt, nam voor een kleine belooning op zich, den brief te bezorgen.

Zoo als ik vroeger zeide, had het volk verlof gekregen om aan land te gaan, en ook Lukas maakte daar gebruik van. Hij vond Barbados veel mooier dan Dartmouth. Nu daar was reden voor, want de natuur was er liefelijk en er groeide van allerlei, suikerriet, katoen, palraboomen, oranjeapp& len, citroenen. De liefhebbers konden, bijna voor niet, aan velerlei vruchten hun hart ophalen. Lukas vond er groot genoegen in de bergen te beklimmen, al waren die hooger dan de heuvels van Dartmouth. Ook waren er holen in de bergen, en een paar malen ging hij met een troep scheepsvolk zulk een grot binnen. Men dorst echter niet ver gaan uit vrees van te verdwalen.

Had Lukas verwacht in de West niet dan wilde menschen te ontmoeten, dat viel tegen of mee, al naar men 't nemen wil. Hij verbaasde zich niet weinig hier een menigte land genooten te vinden, die er voor goed hun woonplaats hadden gevestigd. Daarvoor nu was echter een reden. Een veertig jaar vroeger had in Engeland koning Karel I geregeerd, dezelfde die in 1649 is onthoofd. Deze vorst was dwaas genoeg geweest, zijn onderdanen soms te willen dwingen, over de zaken van geloof en kerk te denken, zoo als hij zelf. 't Gevolg hiervan was geweest, dat velen, die terecht in geestelijke dingen vrijheid eischten, het land verlieten.

Doch waarheen?

Nu moet gij weten, dat het eiland Barbados toen onbewoond was, waarom dan ook de Portugeezen, die het ontdekt hadden, er geen prijs op stelden. De Engelschen waren wijzer. Zij namen Barbados, dat aan niemand toebehoorde, in bezit en al spoedig gingen velen erheen, 't Beviel hun daar bijzonder goed. Want het land was vruchtbaar, er waren geen wilden en het stormt er niet zoo vaak als op de andere eilanden in de West. Ge begrijpt nu hoe het kwam, dat Lukas er zooveel Engelschen vond en geen wilden. Dat de lieden daar bleven, begreep onze vriend dan ook best. Ze hadden er een goed leven, zonder dat hard werken noodig was, en verdienden aardig geld, door wat het veld opleverde grootendeels af te leveren aan de schepen, die er elk jaar weer kwamen. Dit is trouwens zoo gebleven en gaat voort tot nu toe. En als ik u zeg, dat er soms wel voor een millioen gulden aan citroenen wordt uitgevoerd, kunt ge begrijpen hoeveel er van die vruchten moeten zijn, om te zwijgen van andere, 't Schip „De Valk" was ech ter wat laat gekomen en kon dus niet zoo spoedig de lading krijgen, die de kapitein wenschte.

Op zekeren heeten middag keerde Lukas van het eiland terug naar het schip. Hij had een kijkje genomen op een suikerplantage, waar J negers als slaven werkten. Want de slavernij t bestond toen, en lang daarna nog in heel West-Indië, tot een schande voor de Christelijke vol m ken die daar bezittingen hadden, 't Is nog pas een halve eeuw geleden, dat in onze bezitting m t Suriname de slavernij is afgeschaft.

De hitte was dien dag groot, en onze Lukas zag uit naar een huis, waar hij een weinig drinken kon vragen, 't Land was echter voor zijn grootte nog schaarsch bevolkt. De lieden woonden wijd uiteen, en onze wandelaar had al besloten, maar den naasten weg naar boord te nemen, toen hij, dicht bij zich een man ontdekte, die uit een boschje kwam. Deze man droeg een lagen, platten hoed, en een lange jas, waaronder een hoog vest, dat geheel dicht was geknoopt. Heel zijn kleeding was zeer eenvoudig. Lukas herinnerde zich, ^ dat hij zulke menschen ook wel in Engeland had gezien, waar men hen Kwakers noemde, en ze vaak werden bespot.

Hij liep op den man toe en vroeg of deze ook wat voor hem te drinken had.

„Kom dan mee, vriend, " was 't korte antwoord.

Ze gingen het boschje weer in, en stonden weldra voor een klein, net huis, dat te midden van een grooten tuin lag. De kwaker haalde een kan melk, en liet zijn gast naar hartelust drinken, die zich dan ook recht te goed deed.

„Ik heb het warm gehad, " zei hij tot zijn gastheer, die zwijgend er bij zat, „ik ben op een plantage geweest. Hoe houden die negers het uit tusschen dat suikerriet! 't Was om te bezwijken." t z E k w e

„Gij moest liever vragen, jonkman, hoe het geweten der eigenaars het uithoudt, die hun medemenschen tot slaven maken en als vee behandelen."

Lukas keek den ander verbaasd aan. Daar had hij niet over gedacht. Trouwens de meeste Christenen van dien fijd zagen in de slavernij geen kwaad. De Kwakers daarentegen kwamen er terecht tegen op. Zij waren een Christelijke secte uit Engeland, veelal vrome lieden, doch die door een verkeerde geestelijke opvatting van de Schrift, op meer dan een punt dwaalden, b.v. dat ze van geen leeraars wilden weten, maar alles verwachtten van den Geest die door hen zou spreken. Ze onderscheidden zich tevens door een eigenaardige kleeding, door grooten eenvoud en soms een bijzondere wijs van doen. Veel goeds is door hen gewerkt, en te midden van een bedorven maatschappij, konden zij vaak velen zoogenaamden Christenen tot voorbeeld strekken.

In Engeland werden de Kwakers, wier secte was gesticht door een vroom man, Fox geheeten, veel bespot en ook wel vervolgd en geplaagd, 't Was dus geen wonder, dat ook zij, gelijk velen, die het met de staatskerk niet konden vinden, naar vreemde landen togen.

De Amerikaansche staat Pennsylvanië b.v. is door den Kwaker William Penn gesticht. De naam beteekent: het woud van van Penn. De hoofdstad noemde hij Philadelphia, d. i. Broe derliefde. De Kwakers verschilden zoozeer van de andere Engelschen, in hun omgang met de Indianen of Roodhuiden, dat iemand in Kwakerskleeding veilig in de bosschen kon gaan, wat anders een blanke niet geraden was. Mij dunkt, dat is voor de Kwakers een schoon getuigenis. Onze hoofdstad Amsterdam heeft haar eerste bewaarschool, welke dien naam verdient, aan ' een •• Kwaker te danken. Die school, een Christelijke, bestaat nog.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juni 1903

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juni 1903

De Heraut | 4 Pagina's