Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Een verzoek om an dere Theologische professoren. In Duitschland viert de moderne theologie hare triumfen. Gelijk wij eenigen tijd geleden mededeelden, heeft een hoogleeraar in de Godgeleerdheid het uitgesproken dat hij het voor zijn roeping hield „om zielen in gevaar te brengen", terwijl een schrijver in het hoofdorgaan der modernen, de Christliche Welt, eenige maanden geleden te kennen gaf, dat de tijd gekomen was, dat de wetenschap aan de kerk een scheldbrief gaf. Verreweg het grootste deel van de hoogleeraren in de Godgeleerdheid is, al is de een meer, de ander minder geavanceerd, op denzelfden weg. Dat de belijders des Heeren in Duitschland dit alles met bezorgdheid, gadeslaan is te begrijpen; ° zij beseffen, dat indien de aanstaande leiders en leeraars door mannen opgeleid worden, die met de belijdenis der gemeente gebroken hebben, van zulken geen goede verwachting kan gekoesterd worden.

En nu zouden we zoo gaarne zien, dat deze broeders zelf de handen aan het werk sloegen, om te zorgen, dat er gelegenheid bestond om, in overeenstemming met de belijdenis der kerk, eene universitaiie opleiding te hebben tot den dienst des. Woords! Wanneer alle Gereformeerden die aan hunne belijdenis vasthouden, en vooral alle Lutherschen die op den bodem hunner confessie bleven staan, de handen ineensloegen, zouden wellicht de eersten, maar ongetwijfeld de laatsten in staat zijn eene universitaire opleiding tot een Evangeliedienst te verkrijgen. Wij zouden er ons niet over verwonderen, indien de vrije Luthersche kerken in Duitschland tol zulk eene stichting met de Lutherschen der landskerken zouden willen medewerken. Doch zulk een plan moge eens in Gereformeerde kringen besproken zijn, het moge ook bij Luthersche broeders opgekomen wezen, — het kwam niet tot een beginsel van uitvoering. Men bepaalt er zich nu, althans van Luther sche zijde, toe, om der overheid te verzoeken andere professoren, die op den bodem der belijdenis staan, te beroepen.

Op de jaarvergadering van de Luthersche vereeniging in de provincie Saksen, die op 20 en 21 April j.l. gehouden werd, besloot men tot het opzenden van het volgende adres:

De Luthersche vereeniging in de provincie Saksen, is evenals Freiherr von Durent en vele vrome leden onzer Evangelisch-Luthersche landskerk, diep bedroefd dat onze jonge studenten in de Theologie door professoren in de Godgeleerdheid van het geloof aan het zuivere en reine Woord Gods afgebracht worden. Zij wendt zich daarom met vertrouwen tot Uwe Excellentie en verzoekt om den wille van de Pruissische landskerk en van het Evangelische volk, den nood in zake de Evangelische theologische faculteiten, die aan de universiteiten zijn welke onder uwe Excellentie staan, te willen weg nemen.

Het is ten volle onze meening, dat de wetenschap, en ook het ernstig theologisch onderzoek, ; vrij moet zijn, ook in het bekendmaken van het resultaat zijner navorschingcn. Wij zijn niet bevreesd dat daardoor aan de eeuwige waarheid kan schade gedaan worden. Maar de kerk, die gegrond is op de Heilige Schrift, en aan welke zulk eene hooge roeping, naar luid der Augsburgsche confessie, is toevertrouwd, moet voor de opleiding harer aanstaande dienaars zulke leeraars eischen, wien de Heilige Schrift heilig is, en die zelf, als overtuigde belijders der Augsburgsche confessie, hunne leerlingen van de beleden waarheid met blijdschap overtuigen en hun den rijkdom dezer waarheid ontvouwen zullen.

Gelijk te hunner tijd de doctoren Bender en Wellhausen uit de theologische tot de philosophische faculteit overgegaan zijn, zoo verzoeken wij uwe Excellentie, die professoren welke zich meer en meer van de Heilige Schrift «11 van de belijdenis losmaken, voor te stellen de theologische faculteit te verlaten en dat hun mogelijk te maken.

Wij weten wel, dat de theologische jongelingschap daardoor niet vrij worden zal van de gevaren, die de strijd van dezen tijd tegen de Goddelijke openbaring nu eenmaal met zich brengt! Neen, zij staat midden in den stroom van den tijd en moet er doorheen, om den vasten bodem der eeuwigheid werkelijk onder de voeten te krijgens t z S D g

Maar het is toch wat anders, of zij daarbij k door getrouwe leeraars, die op dezen bodem d vast staan, geraden, en op den rechten weg tot het rechte doel geleid worden, onder aanwijzing van verkeerde wegen en richtingen, of dat zij door mannen, voor welke de Schrift geen Goddelijk, maar een bloot menschelijk boek is, van het begin af op bijpaden geleid en daarom ten opzichte van het heiligste op doolpaden gebracht worden."

Wellicht dat na de resultaten, die de sociaaldemocraten bij de jongste stembus verkregen hebben, de Pruissische minister van Eeredienst van den Keizer, oppersten bisschop der Pruis sische landskerk, den wenk krijgt, om eeniger w s k mate aan den wensch der genoemde Luthersche vereeniging tegemoet te komen. Eenmaal is Bismarck genoodzaakt geweest zijn houding en gedragslijn ten opzichte van het lager onderwijs te wijzigen, toen er van sociaal democratische zijde tweemaal een aanslag op het leven van Keizer Wilhelm I gedaan werd. Van toen af werd toch de „Cosfsssiopsschule" even krachtig bevorderd, als te voren de „Simultanschule". Wie weet of nu Wilhelm II, die tenslotte zijn eigen kanselier is, niet tot de overtuiging komt, dal het niet minder noodzakelijk is om de kerk als draagster der religie niet door de hoogge leerden aan de universiteiten te laten verwoesten.

Zwitserland. Een verzoeningsgedenksteen.

De bekende Fransche hoogleeraar in de kerkgeschiedenis te Monta'uban E. IJoumergue, ook in ons vaderland bekend geworden door zijne studiën over Calvijn, de schrijver van het leven van Calvijn, waarvan het tweede deel verscheen, heeft voor het Geschiedkundig Genootschap te Geneve keurige onderzoekingen gedaan om de plaats aan te duiden, waar vóot drie honderdvijftig jaar de brandstapel opgericht werd, waarop de Spaansche geneesheer Michael Servet verbrand werd, omdat hij niet afgelaten had lasterlijk te apreken van den Heiligen Drieëenigen God, en openlijk er voor uitkwam dat hij zuiver Pantheïst was. Da daad van Calvijn wordt door geen Gereformeerde verdedigd. Doumergue wil dit laten uitkomen en heeft daarom gelden verzameld, om op den 2 7 sten Oc^ober, den dag waarop Servet ter dood gebracht werd, een gedenksteen te doen onthullen, waarin de volgende belijdenis gebeiteld is: „Wij, de eerbiedige en dankbare zonen van (ialvijn, onzen grooten reformator, een misgreep veroordeelend, die de dwaling van de eeuw was, de getrouwe aanhangers van gewetensvrij heid volgens de echte beginselen der reformatie en van' het Evangelie, hebben dit verzoeningsgedenkteeken den 27sten October 1903 gesticht. Den 27sten October 1553 stierf op den brandstapel te Champel Michael Servet uit Villanuova, in Aragonië, geboren den 29sten September 1511."

Het is eigenaardig, dat men in deze dagen ook op de gedachte komt om door middel van een gedenkteeken te kennen te geven, dat men in een persoon die men als een gave Gods erkent, een zekere daad afkeurt. Wil de ht.ogleeraar Doumergue op die manier een eind maken aan het telkens herhaalde verwijt, dat aan de vervolgers van Calvijn gedaan wordt, dat hun held toch ook iemand als een ketter op den brandstapel deed sterven ? Tot hiertoe pleegde men anders te handelen.

Terecht zal op het eigenaardige gedenkteeken worden gemeld, dat de dwaling van Calvijn, waardoor Servet op dan brandstapel kwam, de dwaling was van zijne eeuw. De dwaling, dat op de overheid de plicht rustte, de ketterij, die gevaarlijk was voor de zielen, aan den lijve, zoo noodig met een gruwelijken dood te straffen, werd in de 16de eeuw zoowel door, Roomschen als door Gereformeerden gekoesterd. De Gereformeerden hielden over het algemeen staande, dat de overheid niet de juiste personen, die werkelijk ketters waren, op het schavot bracht, doch het kwam niet in hen op, het recht der overheid om de ketters ten vure te doemen, te loochenen. Zoo ingeworteld was die dwaling, dat zelfs Servet er mede besmet bleek te zijn. In een brief aan den Raad van Geneve zegt hij, dat hij „tevreden is met te sterv; : n", zoo hij Calvijn niet vermag te verpletteren; hij vraagt daarom, dat Calvijn even als hij „gevangen worde genomen" en, eenmaal verpletterd, in zijne plaats ter dood worde gebracht. Laat er ons aan toevoegen, dat Calvijn niet bloot het Roomsche stelsel overgenomen had. Volgens dit moest elke ketter sterven, om het even of hij zijne kettersche gevoelen aan de klok gehangen had of niet. Calvijn en Beza hebben alleen het dooden van ketters door de overheid verdedigd, wanneer het gebleken was, dat hij een rustverstoorder der maatschappij was, en hij door de verkondiging van zijne ketterijen de grondvesten, waarop de staat gebouwd was, had doen schudden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 juli 1903

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 juli 1903

De Heraut | 4 Pagina's