Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Theologische faculteiten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Theologische faculteiten.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu de memorie van beantwoording der Regeering het licht zag, en waarschijnlijk in Februari het wetsontwerp in zake het Hooger Onderwijs in openbare beraadslaging zal komen, duikt van meer dan eene zijde de vraag op, of incidenteel niet tegelijk een beslissing ware te nemen aangaande de Theologische faculteit aan de Rijksuniversiteiten.

Dat de Regeering daartoe het voorstel niet deed, is op haar standpunt begrijpelijk. Haar wetsontwerp doelde niet op reorganisatie van onze Staats-hoogescholen, maar op de vrijmaking van het bijzonder Hooger Onderwijs.

Intusschen is het bij de langzame werkmethode onzer volksvertegenwoordiging niet te verwachten, dat in deze periode de reorganisatie van het Hooger Onderwijs zal tot stand komen. En hoe de politieke toestand na 1905 er zal uitzien, kan niemand met zekerheid zeggen.

Waar we thans een Christelijk Kabinet bezitten, dat steeds meer het vertrouwen van de betergezinde elementen in ons volk verwerft, zou er dus veel voor te zeggen zijn, dat althans omtrent de Theologische faculteiten een beslissing genomen werd.

Te gemakkelijker zou dit vallen, omdat èn wetenschappelijk èn staatsrechtelijk èn religieus de inrichting dezer faculteiten reeds lang door ieder veroordeeld is.

Wetenschappelijk. Want de bestaande Theologische faculteiten zijn noch een zuivere faculteit van godsdienstwetenschap naar den zin der modernen, noch een faculteit der godgeleerdheid gelijk de orthodoxen die willen. Ze zijn een hybridisch monster En de verdeeling der vakken, aan de verouderde encyclopaedic van Prof. Doedes ontleend is zoo geantiqueerd, dat niemand eigenlijk, weet, wat onder de „Inleiding op de leer van God" te verstaan is, en de hoogleeraren, met dat vak belast, er eenvoudig van maken wat zij zelf willen.

Staatsrechtelijk. Want het is in strijd met de Grondwet, die aan alle gezindheden gelijke bescherming toezegt en elke bevoorrechting van één kerkgenootschap veroordeelt, dat deze theologische faculteiten zóó zijn ingericht, dat zij alleen dienst kunnen doen voor de Nederlandsche Hervormde kerk.

En religieus. Want het is een ergernis voor het Christ-geloovig deel van ons volk, dat de meeste dezer theologische professoren geen ander levensdoel schijnen te kennen, dan de Schrift aan te vallen, de heiligste mysteriën vaa ons geloof te bestrijden en het modernisme onder onze predikanten te propagandeeren.

De klacht over deze theologische faculteiten is dan ook algemeen.

Prof. Pijper wees onlangs in een artikel in het Theologisch Tijdschrift op de Engelsche Universiteiten, die zooveel grooter mate van autonomie bezitten, en bepleitte reorganisatie naar dat model ook van onze landshoogescholen. Nu een Christelijk Kabinet de benoeming der hoogleeraren in handen heeft, ducht men gevaar voor de vrije ontwikkeling der wetenschap en wenscht daarom de benoeming der hoogleeraren aan de universiteiten zelf over te laten.

Ook van ethische zijde is men niet gerust. Dat te Utrecht, het bolwerk der ethische theologie, een Gereformeerde tot hoogleeraar benoemd werd, gaf tot een storm aanleiding.

En de Gereformeerde broederen in de Hervormde kerk mogen dankbaar zijn, dat een hoogleeraar hun beginselen zal bepleiten, maar voldaan zijn zij niet. De faculteiten, opgericht in den bloeitijd der Gereforineerde theologie om voor de belangen der Gereformeerde kerk te zorgen, behooren volgens hen rechtens alleen door Gereformeerde theologen te worden bezet.

Terwijl eindelijk de studenten, die aan deze inrichtingen hun opleiding ontvangen, steen en been klagen, dat hun hoofd opgevuld wordt met bijbelcritiek, inleidingsquaestiën enz., maar hetgeen ze noodig hebben voor de prediking in de gemeente hun niet of niet voldoende word geboden.

De macht van het conservatisme is sterk. Aan die macht alleen is het toe te schrijven, dat een inrichting, die niemand voldoet, nog zoolang stand kon houden. Maar het is ook duidelijk, dat een reorganisatie van deze theologische faculteiten door ieder met vreugde zou worden begroet.

Nu zal iedere poging onzerzijds om dit vraagstuk aan de orde te stellen, allicht met eenig wantrouwen worden begroet. Zou het daarom niet mogelijk zijn, dat die groep in de Tweede Kamer, die zich min of meer beschouwt als de officieele tolk der Hervormde kerk, dit hangijzer aanpakte en het ijzer smeedde, terwijl het heet is.'

Het geldt hier niet alleen het belang van een bepaalde kerk. Het gaat hier om de handhaving der Christelijke beginselen voor heel ons volksleven. En een vruchtbare saam werking der Christelijke partijen tot oplossing van dit vraagstuk schijnt ons niet onmogelijk toe.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 januari 1904

De Heraut | 4 Pagina's

Theologische faculteiten.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 januari 1904

De Heraut | 4 Pagina's