Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Indische ambtenaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Indische ambtenaren.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De belangstelling van ons Christenvolk in de zending klimt gestadig, en de heugelijke tijding, dat van de ƒ 20, 000 die de zendingsdeputaten extra vroegen, reeds ƒ 17, 000 zijn bijeengebracht, terwijl nog ƒ 2000 zijn toegezegd, legt wel getuigenis af hoe offervaardig ons volk is, wanneer hét liefde voor de zaak gevoelt. Maar daarom klemt te meer de vraag, of in het belang der zending, ook niet voor onze Indische ambtenaren moet gezorgd worden.

Tot dusver heeft het Christelijk deel van ons volk voor den Indischen dienst niet veel gevoeld. Al wat uit de Indische ambtenaarswereld uitlekte, stootte den Christen eer af dan dat het aantrok. Heel de Indische maatschappij was zoo door en door materialistisch, zoo doortrokken van den geest van ongeloof, stond ook zedelijk op zoo laag peil, dat een Christenouder er niet aan dacht zijn kind naar Indië te zenden. Wat naar Indië ging scheen voor het Christendom verloren.

Natuurlijk is die gedachte niet juist. Al zijn de gevaren in Indië grooter, al ontbreekt daar de machtige steun van sympathie en liefde van het Gereformeerde volk, niet al wat naar Indie ging was daarom aan het ongeloof prijs gegeven. Mannen als onze ontslapen broeders Esser en Keuchenius hebben in Indië hooge ambten bekleed, zonder dat hun trouw aan het Christendom daaronder schade leed. Onze tegenwoordige Minister van Koloniën was een steunpilaar van de Gereformeerde kerk te Batavia. En wat deze mannen elk in hun kring gedaan hebben, toont welk een zegen het voor Indië zou zijn, indien het Christelijk element ook bij leger en staatsdienst werd versterkt. Met name geldt dit ten opzichte van de zending.

Onze zendingsarbeid brengt ons telkens met deze ambtenaren in aanraking; vooral in Indie hebben deze ambtenaren nog veel meer macht en invloed dan bij ons; en voor den inlander, die tegen al wat het gezag in handen heeft, zoo hoog opziet, beslist voor zijn verhouding tegenover den zendingsarbeid zooveel, of de vertegenwoordiger van het gezag vijandig of goedgunstig tegenover dien zendingsarbeid staat.

Versterking van het Christelijk element onder onze Indische ambtenaren is dus dringend noodig. Gevallen als te Karangajan, waar de bestuursambtenaren een Christen-politieoppasser ontslagen hebben op een ongegronde aanklacht, en daarna weigerden hem weer aan te stellen, hoewel zijn onschuld bleek, omdat er nu eenmaal een ander in zijn plaats gesteld was, zouden dan niet voorkomen. De heimelijke tegenwerking, het achterafzetten van den Christen-inlander, het bemoeilijken van den zendingsarbeid, zou dan plaats maken voor een welwillende verhouding tusschen de vertegenwoordigers van de Christelijke Nederlaudsche Regeering en de inlandsche bevolking die het heidendom verzaakt.

Aan de Regeering kan er geen verwijt van gemaakt worden, dat zij niet meer Christelijke ^ambtenaren aanstelde. Zij is gebonden aan degenen, die voor dezen dienst zich bekwaamd hebben en dan zich zelf aanbieden om in Indie geplaatst te worden. En wanneer onder deze aspirant-ambtenaren geen jonge mannen van beslist Christelijke beginselen zich bevinden, kan de Minister hen ook niet benoemen.

Het is daarom, dat wij de aandacht der Christenouders op dit gewichtig punt vestigen. Voorzichtigheid zal hierbij steeds eisch zijn. Jongelieden, die zwak in hun schoenen staan, zouden gevaar loopen èn bij hun voorbereidende studie èn bij hun loopbaan in Indie af te glijden. Maar wanneer reeds vroeg een besliste keuze zich openbaart om Christus te belijden, dan ligt in den Indischen staatsdienst thans een schoon arbeidsveld open voor de toekomst.

Het mag ons niet genoeg zijn, dat we in Nederland een Christelijke regeering hebben en dat in het moederland thans de staatsbetrekkingen veel meer dan vroeger door mannen van beslist Christelijke beginselen worden gezocht en verkregen. Ook Indië moet deelen in de weeropleving vah het Christelijk bewustzijn van ons volk. En dat kan alleen, wanneer de Regeering voor Indië mannen aanstelt, die den naam van Christus belijden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 januari 1904

De Heraut | 4 Pagina's

Indische ambtenaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 januari 1904

De Heraut | 4 Pagina's