Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van kleine zielen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van kleine zielen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De weigering van Utrecht's kerkvoogden om den Dom af te staan voor de avondbijeenkomst der Unie toont opnieuw, tot wat kleinheid van ziel onze kerkelijke machthebbers in staat zijn.

De Unie draagt kerkelijk een neutrale kleur. In haar bestuur zitten zoowel Her­ t vormden als Gereformeerden; zoowel streng consessioneelen als mannen van vrijer richting. Wat allen saambindt is alleen de liefde voor de School met den Bijbel. En ge zoudt daarom verwachten, dat elke kerk, die meê voor de christelijke opvoeding der jeugd ijvert, met gulle hartelijkheid haar kerkgebouwen voor het feest der Unie zou openstellen.

Alleen, zoo denken Utrecht's kerkvoogden er niet over.

Met het afstaan van hun kerk zijn ze anders o zoo gul. Voor allerlei concerten en zanguitvoeringen tot voor roomsche vereenigingen incluis, wordt de Dom beschikbaar gesteld. Maar wanneer men in de Dom spreken en bidden wil voor de School met den Bijbel, dan mag dat alleen niet.

Naar men zegt, is Dr. Bronsveld de booze geest geweest, die dit besluit inspireerde, en zou het eigenlijk motief der weigering hierin liggen, dat aan Dr. Kuyper, den Minister van Binnenlandsche Zaken, die bij deze gelegenheid spreken zou, een hak moest worden gezet.

Van Dr. Bronsveld zou zoo iets te be grijpen zijn.

Maar wat we niet verstaan is dat Utrecht's Kerkvoogden, onder wie toch mannen worden gevonden van nobeler zin en ridderlijke opvatting, zich als willige handlangers geleend hebben tot deze dorperlij ke uiting van persoonlijken wrok.

Beheer en bestuur zijn in de Hervormde Kerk wel streng gescheiden, maar het mag toch verwacht worden, dat de voorstanders van het Christelijk onderwijs in Utrecht's Kerkeraad openlijk hunne afkeuring over deze kleinzielige daad zullen te kennen geven.

Niet om de Unie of ter wille van den Minister der Koningin.

Beide staan te hoog om door deze weigering te worden gedeerd.

Maar ter wille van Utrecht's kerk zelve.

Op haar blazoen is een vlek geworpen, die hoe eer hoe beter dient te worden uitgewischt.

Naar aanleiding van deze kerkweigering voor het feest der Christelijke School zij ons tevens een opmerking vergund, die meer ons eigen kerkelijk leven raakt.

Bij het afstaan van kerkgebouwen schijnt men soms wat heel ruim, soms wat enghartig te werk te gaan.

Aan het kerkgebouw kleeft zeker geen bijzondere heiligheid. Wie dat stelt is Roomsch. Er is daarom geen de minste reden denkbaar, waarom Kerkeraad of Kerkvoogdij, wanneer een ander geschikt lokaal ontbreekt, het kerkgebouw niet zouden gebruiken laten voor andere doeleinden, zanguitvoeringen, feestvieringen van Christelijke vereenigingen, politieke of andere lezingen van bekende Christelijke sprekers.

Maar wel eischt het decorum, dat het kerkgebouw niet voor alles gebruikt wordt. De plaats waar Gods Woord bediend en de sacramenten worden uitgereikt, draagt daardoor een eigenaardig karakter. En al wat met dat karakter in strijd is, behoort uit het kerkgebouw te worden.geweerd. Evenmin als men er aan denken zal Doopvont of Avondmaalsbeker, ook al kleeft aan deze voorwerpen geen de minste heiligheid, voor profane doeleinden uit te leenen, zoo behoort de Kerkeraad ook het kerkgebouw niet af te staan voor hetgeen aanstoot geven en ergernis wekken kan.

Zoo schijnt ons met name het onlangs zoo druk besproken geval van een kerkgebouw, dat afgestaan werd voor een politieke meeting met vrij debat, waarbij zelfs een socialist den kansel beklom om zijn verderfelijke theorieën te verkondigen, tegen dezen regel te zondigen. En hoe volkomen juist de opmerking was, dat de critiek, van Hervormde zijde op deze zaak uitgeoefend, veel had van het uitzijgen van de mug, terwijl de kemel doorgezwolgen werd, toch ligt er metterdaad in dat optreden van een socialist op den kansel iets, wat stuitend is voor het Christelijk gevoel.

Is de Kerkeraad hier niet voorzichtig genoeg geweest, op andere plaatsen heeft men de voorzichtigheid te ver gedreven, waar men het kerkgebouw weigerde voor sprekers, die propaganda kwamen maken voor de Theologische School.

Wel is het volkomen te begrijpen, dat sommige kerkeraden, met het oog op de bestaande spanning in de gemeente, het kerkgebouw liefst niet afstonden voor wat deze spanning zou kunnen vermeerderen; en ook kan kwalijk worden ontkend, dat deze sprekers voor de School soms in hun E ijver te ver zijn gegaan en de pleitrede voor de School feitelijk in een aanval op . de Vrije Universiteit ontaardde, en den Kerkeraad daardoor aanleiding werd gegeven tot zijn weigering; maar niettegenstaande den ernst dezer bezwaren, die volkomen door ons gevoeld wordt, schijnt ons toch het gekozen middel niet juist.

Vooreerst uit practisch oogpunt niet.

Wanneer de kerk geweigerd wordt, vermindert men de spanning niet, maar vermeerdert men haar. Een deel der gemeente gevoelt zich dan martelaar. Het eenig gevolg is, dat men een ander gebouw huurt. En wie daar saamkomen met zekere bitterheid in het hart tegen den kerkeraad, zijn zeker niet geneigd om den band der eenigheid met heel de gemeente vast te houden. Alleen het separatisme wordt op deze wijze gevoed, gelijk de uitkomst maar al te droef leert.

En in de tweede plaats niet uit principieel oogpunt.

Beide de Theologische School en de Vrije Universiteit staan met onze Kerken in zeer nauw verband.

De Theologische school, in zooverre zij nog altijd is de „eigen inrichting" onzer kerken voor de opleiding der dienaren des Woords. En de Vrije Universiteit, doordat de kerken met haar een officieel contract hebben, waardoor de Theologische faculteit dezer Hoogeschool onder toezicht der Gereformeerde kerken is gesteld.

Nu mag de een meer voor de kerkelijke, de ander meer voor de universitaire opleiding gevoelen, zoolang onze kerken in deze quaestie geen uitspraak hebben gedaan, hebben ook de kerkeraden officieel zich op het standpunt te plaatsen, dat aan de propaganda noch voor de eene noch voor de andere richting het zwijgen mag worden opgelegd.

Natuurlijk kan de kerkeraad daarbij de bepaling maken, dat de sprekers van alle vijandige polemiek zich te onthouden hebben. Het afstaan van het kerkgebouw is altijd een gunst, een vriendelijkheid. En wie deze gunst bewijst, heeft het recht voorwaarden te stellen.

Maar al wordt dit recht van den Kerkeraad ten volle door ons gehandhaafd, toch komt het ons voor, dat die Kerkeraden, die zoowel voor de sprekers van de Theologische School als voor de pleitbezorgers der Vrije Universiteit hun kerkgebouw openstellen, het meest juiste standpunt hebben ingenomen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 april 1904

De Heraut | 4 Pagina's

Van kleine zielen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 april 1904

De Heraut | 4 Pagina's