De Hervorming.

De Hervorming, die ons nadere inlichtingen verzoekt omtrent het wonder van den zonnestilstand te Gibeon en het achteruitgaan van de schaduw op Achaz' zonnewijzer, is niet tevreden met onze verwijzing naar hetgeen onze redactie in de artikelen over de ordinantiën des Heeren desaangaande schreef.

Haar opmerking, dat in deze artikelen over het achteruitgaan van de schaduw op Achaz' zonnewijzer niet gesproken wordt, is juist. Maar wel heeft onze redactie uitvoerig uiteengezet, hoe het naief-realistische standpunt, dat de Schrift inneemt ten opzichte van de beweging van de zon, volstrekt niet in strijd is met de wetenschap, die ons leert, dat de zon stilstaat en de aarde zich beweegt, omdat de Schrift spreekt in de gewone taal van het dagelij ksche leven, zooals ook wij nog zeggen, dat de zon op-en ondergaat, ook al weten we, dat de beweging van de zon slechts een schijnbare is. In dien zin, merkten we op, moest ook het wonder te Gibeon verklaard worden.

Ons dunkt dat dit antwoord duidelijk genoeg is, en wij begrijpen niet, dat De Hervorming met dat antwoord niet tevreden is. Indien God de Heere op Josua's bede de zon heeft doen stilstaan of gelijk misschien juister is uitgedrukt, den dag op wonderbare v/ijze verlengd heeft, opdat Israël zijn vijanden zou kunnen verslaan, dan wordt dit wonder ons meegedeeld in gewoon menschelijke taal. Voor het oog van Josua en de Israëlieten stond de zon stil, en evenals wij, wanneer plotseling, door welke reden dan ook, de dag met twaalf uur verlengd werd, zouden zeggen: de zon gaat van daag niet onder, zoo heeft ook de geschiedschrijver in het boek Jozua het ons meegedeeld.

De vraag waarin het wonder werkelijk bestaan heeft, ligt hier geheel buiten. Die vraag kan op verschillende wijzen beantwoord worden, Eenstilstand van de zon zelf is onmogelijk, omdat de zon ten opzichte van de aarde niet van plaats verandert, en al werd de loop der zon in het heelal eenige uren gestuit, dit voor de aarde geen verandering in den duur van den dag zou tengevolge hebben. Eén van tweeën moet dus worden aangenomen, óf dat de aarde zelfin haar omwenteling om haar eigen as is vertraagd geworden, óf dat het licht van de zon op andere wijze de aarde bereikt heeft. Waar de Schrift zelf over den aard van het wonder geen nadere uitspraak doet, kan deze vraag niet worden beslist.

En wat het wonder betreft van Achaz' zonnewijzer, meenen wij De Hervorming te mogen verwijzen naar hetgeen Prof. Dilloo daarover geschreven heeft in: Das Wundtr an den Stuf en des Achaz. Amst. 1885.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen