FRIESLAND’S ZUID-OOSTHOEK.

Wie heeft er niet van geboord — waar hij ook wone — van Frieslands Z. O. H. ? Wie, in ons rijk gezegend vaderland, zou nu nög onbekend zijn met de ellende, met de armoede en verwildering — zoo lichamelijk als geestelijk — van dat deel van Friesland? Die droef vermaarde Z. O. H.j dat land van donkerheid en van schaduwe des doods; die bevolking in wier midden de diepste armoede met haar vlijmend zwaard heerscbende is; dat volk in welks hart — hoe kon het anders? — het verderfelijk socialisme en 't ruwe anarchisme zoo vruchtbaren bodem vond — zoudt gij dat stulfske van uw vaderland, dat deel üws volks kunnen vergeten?

Zegt niet: „Zóó erg zal 't niet zijn!" want de toestand is er ontzettend droef! Vervreemd van God en zijn Woord, aan de diepste onkunde ten prooi, in de macht van 't ongeloof heeft dat volk — ook uw volk! — in zijn stoffelijke uooden geen bron van waarachtige vertroosting; mist het in zijn duisternis het licht der Eeuwige 2k)nne, derft het bij den wassenden stroom van nJAerlei tegenspoeden de Rots der eeuwen; en —• zoo God het niet verhoedt — het gaat maatschappelijk en zedelijk, naar lichaam en ziel ten ferderve.

Neen, ik zeg niet te veel, indien ik spreek van een nationale schuld, die er op Neerlands Christenheid rust, ten opzichte van dat volk, dat in duisternis is gezeten.

Ach, waarom werden, bij zooveel goeds, dat — wij erkennen het dankbaar en blijde — in 't belang van Gods Koninkrijk gedaan werd — déze streken zoolang voorbij gezien totdat het ... bijna te-laat was?

Maar nög is het niet te laat — nög is het tijd der genade — óok voor die diep gezonken, arme, arme bevolking.

Christenen in Nederland! hoort en merkt op ! Gij dankt God voor de zegeningen des Evangelies u, uw gezin, uw kerk, uw volk geschonken — het is wèl: och, bidden wij u, vergeet toch UWEN, ONZEN „Zuid-Oosthoek" niet.

Gij hebt hart voor de Zending: gij verblijdt u er over, dat velen onzer kerken een mission nairen dienaar uitzenden naar Java of elders, en wij verblijden ons met u; maar och, bidden wij u, vergeet die „Heidenen van nabij" toch niet!

De classis Heerenveen mocht niet stil zitten. Zij arbeidt er sinds vele jaren door colportage, Evangelisatie enz. Zij wil er de kruisvaan doen wapperen over die „gemeente der dooden". Zij wil er, in de mogendheid des Heeren, weer brengen licht na donkerheid, troost in ellende, eeuwigen rijkdom bij stoffelijke armoede: vrede, blijdschap, waarachtig geluk; opdat niet de roode vaan der revolutie, maar het kruis er de levensboom zij...

Nog maar kort geleden zetten we er een gebouwtje neer, met een eenvoudige woning er naast: we moesten wel. Maar dat we het deden, zegt het u niet: Wij hebben goeden moed?

Welaan dan brs. en zs.! Werkt met ons mede het werk des Heeren. Uw gebed zij met ons, voor ons te allen tijd I Uw gave — groot of klein, voor éénmaal öf als jaarl. bijdrage — toone, dat uw bidden u diepe ernst is voor God!

En gij KERKERABEN 1 helpt ons om Jezus wil 1 Helpt ons en geeft ons, wanneer onze collectant — onze volijvrige br, Wouda — tot u komt, Uwe welwillende medewerking. Laat, ter vermijding van onkosten, dit woord genoeg zijn. 't Worde als tot u persoonlijk gericnt besciiouwd. Wijst dus onzen colitctant niet af 1 Onze uood is zéér groot — maar de ellende óikkt is ontroerend... de arbeid der Evangelisatie echter is heerlijk!...

Ziet itw oog niet op den weg naar Jericho, dien man, geslagen door roovers — bijna dood!... Frieslands Z. O. h.! arm volk I gij zijt die man !

Opgeschreven ten doode; bloedend uit vele wonden; lang vergeten; wreed voorbij gegaan, o, hoe was het mogelijk! — Maar zie I er daagt hulpe, redding en met die redding weer LEVEN en LICHT!

Barmhartige Samaritaan I Zult ook gij beeld van Neerlands Christenvolk zijn?

Geliefde Brs. en Zs. I Aan u, om 't antwoord te geven op die vraag. Gedenkt het woord uws Heeren: Ga heen — doe desgelijks!

O, beschaamt toch onze hope niet!

Met vrijmoedigheid vragen wij aan al onze lezers en alle kerkeraden: Ontfermt U over die elleudigen in Frs. Z. O.h.! Hier is een nationale schuld, hier een roeping voor héél het volk van Nederland.

Wijst onzen collectant — om 's Heeren wil — niet af! Of wilt ge, zendt uwe gace aan onzen penningm., br. B. Pereboom te Heerenveen, die zeer gaarne ook oud en nieuw ondergoed, gebruikte kleederen, dekens enz. in ontvangst neemt; opdat bij de Evangelisatie — ookChr. barmhartigheid kunne beoefend worden. (Natuurlijk zijn ook de andere leden des commissie volgaarne bereid tot 't in ontvangst nemen van geld of goederen).

Vmde onze roepstem ook bij u lezer, lezeres gehoor! Welgelukzalig is hij, die zich verstan diglijk gedraagt jegens den ellendige I Fs. 41: z.

Namens deputaten der Cl. Pl'veen voor de Evangelisatie in Frs. Z. O. h.:

Ds. R. J. AALBERTS,

Wolvega, Nov. ’05. Scriba.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen