Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dr. Kohlbrügge.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dr. Kohlbrügge.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De heer J. van Lonkhuizen, predikant te Aarlanderveen, heeft dezer dagen aan de Vrije Universiteit den doctorsgraad in de heilige godgeleerdheid verworven, met eene lijvige dissertatie over Dr. Herman Friedrich Kohlhrügge en zijn prediking in de lijst van zijn tijd.

Ofschoon de kweekelingen der Vrije Universiteit niet gewoon zijn den doctorstitel te halen met een boekje van enkele bladzijden druks, toch slaat deze dissertatie, wat den omvang aangaat, wel het record. Een boekwerk van meer dan 500 bladzijden zal op het gebied der proefschriften wel altijd tot de uitzonderingen blijven behooren. En al wordt de waarde van een proefschrift niet door het materieel gewicht bepaald, toch zal geen kenner der historie deze dissertatie doorlezen, zonder hulde te brengen aan de noeste vlijt en arbeid, aan dit proefschrift besteed.

Een inleidend hoofdstuk geeft een uitnemend overzicht van de verschillende richtingen op theologisch en kerkelijk gebied, die in Kohlbrügge's tijd den toon aangaven. Bij een persoonlijkheid als Kohlbrügge washet vooral noodig, de lijst van den tijd, waarin hij leefde, scherp te teekenen, omdat daardoor alleen de beteekenis van Kohlbrügge's optreden kan verstaan en menige eenzijdigheid van dezen prediker der gerechtigheid kan verklaard worden.

Een tweede hoofdstuk schetst ons het leven van Dr. Kohlbrügge, waarvan gerust mag getuigd worden, dat het alle dusver bestaande biographieën van Kohlbrügge in uitvoerigheid en grondigheid van onderzoek verre overtreft. Dr. Van Lonkhuizen heeft een schat van onuitgegeven brieven van Kohlbrügge tot zijn beschikking gehad, waardoor hij beter dan een zijner voorgangers, in staat was, de ontwikkeling van Kohlbrügge's zieleleven ons te teekenen. De vrienden van Dr. Kohlbrügge, die met zoo milde hand deze brieven aan Dr. Van Lonkhuizen ter inzage afstonden, hebben daar door recht op den dank van heel ons vaderlandsch publiek gekregen. Een man als Kohlbrügge behoort tot de historie van onze kerk, en ook de meer intieme uiting van zijn zieleleven, in zijn particuliere correspondentie, kan zonder schade voor de rechte waardeering van deze machtige persoonlijkheid niet gemist worden. Vooral de verhouding van Kohlbrügge, tot den kring van het Reveil is, dank zij deze dissertatie, tot veel helderder klaarheid gebracht. En al kon de psychologische analyse wellicht fijner geteekend zijn, toch verdient het waardee ring, dat Dr. Van Lonkhuizen in dezen eerstelingsarbeid, trots de piëteit, die hem jegens dezen martelaar van zijn overtuiging en machtigen geloofsheld vervulde, niet blind is gebleven voor de gebrekenen eenzijdigheden van Kohlbrügge's karakter, en getracht heeft een zooveel mogelijk objectief en waar beeld van zijn „held" te teekenen. In de fout van zoo menige dissertatie, die den held van alle smetten en vlekken poogt te ziuveren, is Dr. Van Lonkhuizen zeker niet vervallen.

Verreweg het belangrijkste is zeker het derde hoofdstuk, waarin Kohlbrügge's prediking in verband met zijn dogmatisch standpunt wordt geschetst. Vooral op dit gebied lagen voetangels en klemmen. Dr. Kohlbrügge was geen dogmaticus in den strengen zin des woords; een dogmatisch geschrift, waarin hij met scherpe formuleering zijn denkbeelden uiteengezet heeft, zoekt men onder zijn schriftelijke nalatenschap te vergeefs; kenbron zijn alleen zijn talrijke predicatiën en particuliere briefwisseling, die uiteraard als los daarheen geworpen gedachte-uitingen, het uiterst moeilijk maakten de eigenlijke grondgedachten van Kohlbrügge van haar toevallig kleed té ontdoen. Dr. van Lonkhuizen heeft zich daarom geen moeite ontzien, om met tal van citaten uit Kohlbrügge's preeken en brieven het eigenaardig standpunt van Kohlbrügge in het rechte licht te stellen. Ongetwijfeld is daarbij gebleken, dat de afstand tusschen de afdwalingen der latere volgelingen van Kohlbrügge en Kohlbrügge zelf, minder groot was, dan onzerzijds wel werd vermoed. Wel heeft Kohlbrügge deze eenzijdigheden niet, gelijk zijn volgelingen doen, tot een systeem gemaakt en is hij vooral in het later gedeelte van zijn leven van menige harde uitspraak teruggekomen, maar toch kan na dezen arbeid van Dr. van Lonkhuizen kwalijk meer ontkend worden, dat Kohlbrügge veel meer geesteskind van Luther dan van Calvijn is geweest. De absolute tegenstelling tusschen God en mensch, die heel Kohlbrügge's denken beheerschte, alsof in het menschzijn op zichzelf reeds een val lag, is met heel de Gereformeerde opvatting in strijd. Volkomen terecht heeft Dr. van Lonkhuizen dan ook aangetoond, hoe de opvatting van Kohlbrügge van het beeld Gods en den val, de vleeschwording des woords en Christus' borgtochtelijk werk, de heiligmaking en de werking van het Woord, in strijd zijn met wat onze gereformeerde belijdenisschriften leeren, en hoe weinig recht de volgelingen van Kohlbrügge, die deze eenzijdigheden tot een dogma verheffen, hebben op den naam van zuiver Gereformeerd.

Maar hoezeer deze dissertatie ook heeft aangetoond, dat Kohlbrügge in zijn persoonlijk optreden vaak te heerschzuchtig was, tegenover vriend en vijand zich een critiek heeft veroorloofd, die soms de perken te buiten ging, en wat zijn leer betreft lang niet altijd de zuivere gereformeerde paden bewandelde, — toch heeft deze studie de groote beteekenis van Kohlbrügge's optreden als kampioen voor de eere Gods opnieuw in het helderste licht gesteld. Tegenover het humanisme der Groninger theologie, het ziekelijk Lampianisme in menigen vromen kring, de niet onbedenkelijke verzwakking van de theologie bij de vrienden van het Reveil, heeft Kohlbrügge kloek en fier de banier opgeheven van de rechtvaardigmaking door het geloof alleen. Al deed hij dit eenzijdig, al miste hij den breeden blik van Calvijn, hij deed het met een kracht en overtuiging, met een heilige bezieling en wegslepende welsprekendheid, waarvoor ons Gereformeerde volk hem niet dankbaar genoeg kan zijn.

Al was het zeker hoog gemikt, een zoo machtige persoonlijkheid uit de histoire contemporaine tot onderwerp van een dissertatie te kiezen, toch mag niet ontkend, dat Dr. van Lonkhuizen zich van deze moeilijke taak met eere gekweten heeft.

Voor de kerkelijke geschiedenis van de 19e eeuw in ons vaderland biedt deze dissertatie een niet onbelangrijke bijdrage, waarvoor we dankbaar zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 december 1905

De Heraut | 4 Pagina's

Dr. Kohlbrügge.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 december 1905

De Heraut | 4 Pagina's