Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Eene plante met hem in de gelijkmaking zijns doods”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Eene plante met hem in de gelijkmaking zijns doods”.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want indien wij met hem ééne plante geworden zijn in de gelijkitaking zijns doods, zoo zullen wij het ook zijn in de gelijkmakiog zijner opstanding. Romeinen 6 : 5.

Golgotha bloeit in de mystieke unie met den Middelaar. Uvc ziel mystiek met Christus éen. Hij in u en gij in hem. Dan staat het Kruis in den morgenglans van den dag der heerlijkheid, die geen nacht ooit kennen zal. Dan ontspringt op Golgotha de Fontein van onverdeifelijk heil. Dan dankt ge, dan aanbidt ge, dan verliest ge uzelven in de eeuwige liefde van het Lam Gods dat voor u stierf.

o, Gewisselijk, ook de Borg, ook hst zond offer, ook de strafdrager. Geen vorm is uit te denken die hier niet van toepassing zou zijn. Wie dit alles met een beroep op Gods oneindige liefde wegdoezelt, meet de liefde Gods af naar zijn eigen laffe liefde, een liefde zonder heiligen ernst, op den tijd en niet op de eeuwigheid gericht, gevoelsliefde zonder hooger bedoelen.

Maar even onheilig is het, als ge bij die uitwendige vormen staan blijft. Zoo licht brengt ge dan mecschelijke wraak, tyrannieke hoogheid, gekwetste-hardheid op uw Vader in de hemelen over, en komt, met uw dorre rekensom, tenslotte uit bij iets wat op „bloedtheologie" maar al te zeer gelijkt.

Wie zoo dacht en sprak, zou onder ziju denken en spreken van Golgotha verre zijn. Hij zou zijn ziel nooit voor den vollen indruk van het Kruis ontsloten hebben. Nooit in onuitsprekelijk zelfberouw zijn ziel in dank en in aanbidding voor den stervenden Heiland hebben uitgegoten. Hij zou nooit in heilig ver beelden hebben gestaan, waar Maria werkelijk stond, toen hel zwaard haar door de ziel ging.

Noch rechtsconstructie, noch sentiment, noch godgeleerde spitsvondigheid kan de volheid van Golgotha uitputten.

Er is hier meer. Er is hier het oneindige dat u omvloeit en omstroomt. En hoe hoog ook uw persoonlijke zaligheid zij aan te slaan, wie bij het Kruis enkel uit het besef van gered te zijn jubelt, sluit, Gods majesteit miskennend, Golgotha in het kader van zijn zelfzucht op.

Vrucht van valsch geestelijk individualisme!

Ieder apart, elke ziel op zichzelf. Een Heiland die voor ons zijn bloed vergoot, en nu hier éen, ea ginds éen, en daar verre éen, en zoo zelfs vele, maar toch altoos op zichzelf staande personen, die met dat bloed besprengd worden.

Neen, dan leert Gods heilig Woord het u anders; alles in van God gelegd verband; geheel de bundel der diepste levensbeginselen en levensordinantiën in Golgotha saamgebonden; aan satan den kop vermorzeld, aan uw Heiland slechts de verzenen; en niet dat gij verlossing ontvangt, maar dat God triomfeert over schuld en zonde, en dat in dien triomf ook voor u en voor al Gods heiligen het heil ontspringt, dat en dat alleen is bij Golgotha de stoffe van eeuwigen jubel.

De Wijnstok en de ranken zijn het diepzin nige beeld, dat ook hier het licht spreidt. Het is hetzelfde wat Jezus vóór zijn sterven bad: „Ik bid niet voor hen alleen, maar ook voor wie door hun woord in mij gelooven zullen, opdat ze allen éen zijn, gelijk gij Vader, in mij en ik in U, dat ook zij in ons éen zijn. Ik in hen en Gij in mij, opdat zij volmaakt zijn in één". Geef op dat heerlijk gebed een echo, en nader dan bij Golgotha, zoo ge Golgotha verstaan wilt.

Uw geloof is klatergoud, zoo er voor dat gebed van uw Heiland geen Amen uit uw hart opklimt.

Of hoe, vraagt de apostel, „Kent gij dan uzelven niet, dat Jezus Christus in u is ? " (2 Cor. 13 : 5). Niet dat hij misschien later, in een mysuek oogenblik, in u komen za'. Neen, maar dat hij in u is.

Vandaar het terugkomen van de Schrift op den Wijnstok en de ranken, d. i. op de plant, op het éen zijn, op het organisch verband tusschen u en den Middelaar, en in en door Hem, met al Gods heiligen, met de heiligen daarboven en met Gods heiligen op aarde, altoos in het éene lichaam, waarvan gij een o, zoo nietig lid zijt, met Christus als uw hoofd.

Dat is geen gezochte beeldspraak. Het is de loutere werkelijkheid. Altoos de plant, altoos het lichaam. Nooit anders dan de organische samenhang tusschen u en uw Heiland. Niet hij hier, en gij ginds, maar gij éen met hem, hij in uw natuur ingegaan, gij door het geloof met hem in eenheid saamgevlochten. Gij nooit zonder hem, maar ook hij nooit zonder u. En daarom hij levend om voor u te bidden.

Welnu, die plant, dat lichaam, dat organisch éenzijn en saambooren staat lijnrecht tegen den zandhoop van uw op zichzelf staande zielen over.

En zoo ook is het op Golgotha. Hij die daar sterft is niet alleen. Gij zijl in hem. Gij sterft in zijn sterven. Eén plante met hem geworden in de gelijkmaking zijns doods.

Herlees, om Golgotha te verstaan, altoos maar weer den apostolischen Jubelzang in Romeinen zes.

„Indien wij nu met Christus gestorven zijn, zoo gelooven we, dat we ook met hem zullen leven!”

Maar hier nu is het mysterie!

Gij waart, toen het ontzaglijkste op het Kruis geleden is, nog niet geboren. Van uw gelooven in hem kon nog geen sprake zijn. Het Kruis was er. Het „Volbracht" weerklonk door den somberen dampkring, die Jerusalem omgaf, maar niet gij kondt er den heerlijken toon van opvangen.

Wat is dan hier het mysterie? Wat anders, dan dat voor Christus in zijn sterven reahteit was, wat het voor u nog niet kon zijn? Dit, dat hïj, ook in zijn sterven. Goddelijk bestaande en Goddelijk levende, de eeuwen in zijn hart droeg, Gods vollen raad in zijn zieltogend hart omklemde, en in zijn sterven éen was met, en in zich opnam, en in zich droeg alwie van God den Vader hem voor toen en voor eeuwig gegeven waren,

Wat voor u eerst realiteit kon worden, toen ge geboren waart, en eerst klaar voor uw besef kon worden toen ge geloofdet, was voor hem volle werkelijkheid toen hij zwoegde in stervens nood. Niet alsoi hij, stervend, al de namen voor zich opsomde van wie ooit in hem ge looven zouden. Dat is een werktuigelijke op vatting, v/aar ifoor in zoo ontzettend oogenblik geen plaats is. Er was hier geen menschelijke opsomming, maar Goddelijke alwetendheid. Uw Jezus stierf niet als éen der menscheokinderen, maar als de Zoon des menschen, als aller hoofd en heer, één met heel het heilig lichaam.

Zoo dan, wie levend lid van dat heilig lichaam is, die stierf op Golgotha met hem.

Van een martelaarschap ahoo geen sprake. Er was hier veel banger, veel ontzettender lijden, met geen ander menschelijk lijden ook maar van verre vergelijkbaar.

Want merk wel op, wat de apostel zegt: „Onze oude mensch is met hem gekruisigd, opdat het lichaam der zonde te niet gedaan werd." Nog eer ge in zonde ontvangen en geboren werdt, nam Jezus u in uw zonde aan. Anders ware er geen redding, anders ware er geen Godde lijke triomf geweest. Zoo diep zondig als ge in bestemming reeds waart en eens zijn zoudt, heeft Jezus in zijn sterven u aangenomen. Uw zonde is niet iets aparts naast en bij u. Usv zonde is in uw wezen, en alleen door u met iich één te maken, kon uw Heiland uw zonde dragen op het hout.

En hierin juist is het mysterie der genade dat hij u nam gelijk ge waart, met alles en ook met uw zonde in den eeuwigen dood ging, en zoo, door zijn opstanding heen, u de profetie des eeuwigen levens uit zijn graf bracht.

Een God, die niets deed dan uw zonde ver geven en vergeten, zou geen triomf o^er zonde en dood vieren. Juist omdat de zonde nie.t iets is dat naast of achter u ligt, maar omdat de zonde in u is, moet wie in zonde bestaat, in den dood, niet in den tijdelijken dood, maar in den eeuwigen dood. De zonde moet weg, of niet Gods ordinantie, maar een ordinantie die tegenover Hem staat, zou zegevieren.

Kleine of groote zoude maakt hier het verschil niet. Het is de zonde die als zonde zich tegenover God stelt en tegen God roept, en die daarom weg moet en ten onder moet worden gebracht. Het zou het tegendeel van liefde zijn, zoo God u vergaf zonder een zoenoffer dat in den dood ging. Dan toch zou de zcnde in u stand houden, en de liefde Gods is juist, dat hij tusschen u en tusschen de zonde een eeuwige, onherroepelijke scheiding tot stand brengt. Zoo alleen is zijn triomf tegelijk uw zaligmaking.

En dit alles nu trekt zich in Golgotha saam.

Hier sterft de Zone Gods, die u, naar uw ouden mensch, dat is met uw zondig wezen en met uw zonde, in zich opneemt; die, omdat hij uit den dood verrijzen zal, met u en vcor u in den eeuwigen dood kan verzinken, zonder dat ge in dien dood blijft, maar zóó dat ge uit dien eeuwigen dood met en in hem ten leven op klimt.

Het is niet het sterven zelf, waarin hier het ontzettende ligt. Wat held, die niet als 't moest den dood aandorst. Neen, wat h-'er het onuitsprekelijk bange, het ontzettende uitmaakt, is wat in dit sterven achter het sterven lag. Het dragen van den toorn Gods tegen al wat zon dig bestaat. Het indrinken, het willig indrinken van den vloek, die, uitgaat over alles wat Gods eeuwige, heilige ordinantie weerstaat. Het niet u, om uw zonde, loslaten in zijn sterven, maar u, zoo zondig als ge zijt, vastklemmen in zijn ziel, onderwijl hij steryend zieltoogt.

Tot het Volbracht was.

En toen het: Vader, in uwe handen beveel ik mijnen geest!

Ea in d en geest besloot uw Jezus, toen bij de oogen sloot, al wie den Vader hem gegeven had. Toen en voor eeuwig.

En onder die gegevenen van den Vader zijt immers ook gij!

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 maart 1906

De Heraut | 4 Pagina's

„Eene plante met hem in de gelijkmaking zijns doods”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 maart 1906

De Heraut | 4 Pagina's