Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„En ik zag een I am, staande als geslacht”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„En ik zag een I am, staande als geslacht”.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

[GOEDE VRIJDAG.]

En ik zag, en zie, in het midden van den troon, en van de vier dieren en in het midden van de ouderlingen, een Lam staande als geslacht, hebbende zeven hoorpen, en zeven oogen; dewelke sijn de zeven Geesten Gods, die uitgezonden zijn in alle landen. Openb. 5 : 6.

„Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt", riep de Dooper aan de Jordaan zijn jongeren toe; en zoo dikwijls de dag des gedenkens van Golgotha terugkeert, komt ook tot ons een stem van meer dan den Dooper, om ons te manen, dat we op het Lam Gods zien zullen, en dan op het Lam dat geslacht is.

Dat zien, bij de Jordaan een zien met het zin lijk oog, is nu een zien met het oog der geestelijke verbeelding.

Machtige kunstenaars hebben zich uitgeput, om het beeld van het Lam, dat de apostel in zijn visioen op Pathmos zag, op het doek met hun penseel te tooveren; maar geslaagd is geen hunner. De verbeeldende kunst onder Oosterlingen, die vanzelf baar stof voor het visioen moest geven, is meer zinnig dan plastisch, en nooit zal het gelukken een lam in lijnen en verven te boetseeren, dat „staat als geslacht zijnde" met zeven hoornen tusschen de afhangende ooren en zeven oogen op het voorhoofd. Dit alles is Oostersche beeldspraak, niet voor het weergeven in blijvende vormen vatbaar.

Maar wat blijft is de stem des vermanens om op het Lam te zien; en ook van den apostel lezen we, dat hij op het Lam zag.

Dit zien op het Lam verschilt nog van het gelooven in het Lam. In dat zien is niet de worsteling, maar de ruste des geloofs. Het is alle andere actie van den geest stil leggen, om zich geheel over te geven aan de aanschouwing van het heilig voorwerp dat ons oog boeit, en dat heilig voorwerp is uw Jezus, is niet een lam, maar uw Heiland; edoch die Heiland in een bepaalde gestalte, in een scherp geteekende beduidenis, in het beeld van den Man van Smaite. Het geestelijk Ecce Homo, het „zie, de mensch!" Het antwoord op de Moriah-vraag van het ontrust gemoed: „Waar is het Lam ten slachtoffer V en nu in dat Lam, dat staat als geslacht zijnde, het antwoord van den verlosten zondaar: „Halleluja, God heeft zichzelf een lam ten offerande voorzien.”

Dat zien op het Lam dat geslacht is, eischt aftrekking van uw ziel en zinnen van het leven om u heen, om nu eeniglijk en alleen het oog der ziel te richten op wat uw God u voorstelt, en stil, lijdelijk, niet anders te doen, dan dat beeld van het Lam dat geslacht is, steeds dieper in u op te nemen. Zóó, dat ten slotte dat beeld u geheel inneemt, dat uw geest met niet anders dan met dat heilig beeld doende is, en dat in het eind dat aandoenlijk beeld u geheel vervult.

Die ruste des heiligen starens op den Man van Smarte wordt in den gewonen loop des levens door het drukke bezigzijn in het woelen der wereld verstoord. Vandaar de aloude gewoonte des gedenkens in de Lijdensweken, en des vemachtens bij Golgotha, in wat zoo harmonieus schoon door onze vaderen als de stille week is gedoopt, om dan tenslotte de aangrijpende gewaarwordingen van die stille week in de weelde der smarte van den Goeden Vrijdag haar hoogtepunt te doen bereiken.

Misschien is dit voor enkele sterk-vromen niet zoo noodig. Het kan zijn, dat wie, ver van de wereld, in stille teruggetrokkenheid leeft, doorgaande alzoo bij zijn Heiland en bij zijn Kruis verkeert. Maar zoo is het metdegroote menigte der geloovigen niet. Voor hen is de aantrekking van heilige gedenkdagen onmisbaar, en nu nog brengt de stille week, met haar „Goede Vrijdag, " voor duizenden bij duizenden te weeg, wat hun gemeenlijk ontgaat en vreemd is. Dit namelijk, dat ze dan toch in die ééne week, en op dien éénen dag voor het minst hun Heiland gedenken in zijn worsteling met den Dood, om voor ons den Dood te overwinnen.

Dan doemt in de stilheid des gedenkens dat vaag en vaal geworden beeld van het Lam, dat de zonde der wereld wegdraagt, vireer in scherper belijnde trekken voor hun geheiligde verbeelding op.

Ze zien het Lam, staande als geslacht.

En in dat zien gelooven ze weer, ze lijden in dat zien met Jezus' lijden, en zoo klimt uit het ontroerd gemoed de stille toon des dankens naar Boven, dat dit Lam ook voor hen geslacht is.

Immers dat juist is de taal der Verlossing, die van den Zone Gods in het beeld van het Lam tot u uitgaat. In beeldspreuke is dat beeld van het Lam de teeken? nde uitdrukking voor wat we in de geloofstaal vertolken als de offerande in het schuld-en zoenoffer.

Toen Johannes op Pathmos het Lam zag staande als geslacht, rustte zijn zoekend zielsoog op het volbrachte offer.

Ook varren en velerlei diersoorten werden op het altaar gelegd, maar het lam was onder die allen de uitdrukking van de volkomenste offerande. Stemmeloos voor dien die het scheert. Als het offer geëischt werd, deed bet zijn mond niet open. Het is de volkomen berust'.ng, de gansch willige overgave, het niet gestuwd worden naar, maar het zelf ingaan in den dood, dat bij het weerloos, willoos lam op het schoonst en edelst het beeld der zelfofferande voltooit.

De ruste van het zien op het Lam wordt door de ruste in de zelfopoffering van het Lam verdiept en geheiligd.

Er is geen dringen, geen persen, geen overweldigen; het is geen actie, maar een pauze. Een Goddelijke pauze in de worsteling tusschen hemel en aarde. Een pauze der liefde in het heilig bedrijf van den Man van Smarte. Een pauze in de worsteling van uw eigen gemoed.

Uw Heiland in het beeld van het Lam dat geslacht is, toont u het gebluschte altaar. De offerande is voleind. En die offerande is niet voor het Lam zelf. Die offerande is voor de zijnen. Die offerande is voor u, zoo ge gelooft.

En hier nu is het mysterie: Dat Lam is de Leeuw die overwon. Dat Lam dat geslacht is, ligt niet roerloos in zijn bloed ter neder, maar het staat, en staande leeft het, leeft in de volheid van zijn Goddelijke kracht, afgebeeld door de zeven hoornen, en in die krachts volheid straalt het met de uitstraling des Geestes, afgebeeld in de zeven oogen, uit den hemel naar deze aarde, troost en moed en kracht in het hait der zijnen.

Het Lam dat geslacht is, zonder meer, zou deernis en weemoed wekken, en u in de teer heid des medegevoels het oog vochtig maken maar, hoor, daar komt een stem tot Joannes: „Ween niet, zie, de Leeuw, die uit den stam van Juda is, de wortel Davids, heeft overwonnen!”

Die Leeuw, die zelf het Lam worden wilde, ziedaar de voltooide offerande. Maar in dat ge slachte Lam de Leeuw glorierijk oplevend, zie daar den triomf, de zegepraal, de heerlijkheid der overwinning.

Geslacht, maar zijn kracht niet gebroken, maar verhoogd. Golgotha geen oogenblik zonder het geopend graf. Sterven en leven één. Niet hij voor den Dood, maar de Dood in hem bezweken.

Het Lam, dat geslacht, niet ligt, maar staat, en staande in een volheid van kracht, die verre de kracht van den Leeuw te boven gaat. En in die kracht uw behoudenis vastliggend, maar gekocht tot dien duursten prijs, die gebracht kon worden: Zijn vergoten bloed, zijn slachting, zijn wegzinken in de diepste diepten van den Dood.

En nu, geestelijke kracht zal er onder Gods volk, geestelijke kracht zal er ook in u ditmaal van de stille week en van die saamvatting van Goeden Vrijdag met den Paaschmorgen uitgaan, zoo het u gelukken mag, in dat stille zien op het Lam dat geslacht is, ook uw ziel en zinnen, al ware het slechts enkele oogenblikken, terug te trekken.

De oogenblikken waarin dat door u gezocht, gewild, afgebeden, en van uw God geschonken mag worden, zijn goud waard voor uw zieleleven. De vrucht ervan zal u zoet zijn. Geheel uw innerlijk geloofswezen zal er in genieten, Het beeld van het Lam waarop ge staart, zal in uw ziel worden ingedrukt, en nog dagen daarna zult ge in uw gebeden en in uw heilige overdenkingen de zalige nawerking van dat zien op „het Lam dat geslacht werd”, bespeuren.

Dat stille, starend zien op het Lam dat geslacht werd, doet den vrede Gods die alle verstand te boven gaat, bij u inkeeren. Het verplaatst uw gezichtskring naar hooger sferen. Het doet u vanzelf nabij uw God zijn. En bovenal, het staalt en sterkt u ongemerkt tegen de zonden die loeren aan de deur van uw hart.

„Zie, het Lam Gods dat de zonde der wereld wegdraagt!" schenkt u de zalige bevinding van het verlost zijn. De schuld uwer zonden torst gij niet meer. Ze is door Jezus van u weggedragen.

Maar ook, het geeft breuke tusschen u en de zonden die nog op u aan willen dringen. Ge voelt het, de afstand tusschen u en uw zonden is grooter geworden. Het La.m draagt ze van u weg.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 april 1906

De Heraut | 4 Pagina's

„En ik zag een I am, staande als geslacht”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 april 1906

De Heraut | 4 Pagina's