Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Gedenkboek.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Gedenkboek.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 12 Oct. 1906

Er ligt, ook voor het geloovig hart, een verblijdenis in het feit, dat Nederland, zij het dan ook laat, in Bilderdijk een zijner groote zonen eeren komt.

Veel meer dan aan den Apostel des ongeloofs komt aan dezen Held des Geloofs het praedikaat van multa tuli, de man die veel geleden heeft, toe. En al mag voor de verachting en miskenning, waarmee jarenlang heel het ofïicieele en intellectueele Nederland dit rijkste genie.der voorgaande eeuw verguisd heeft, ten deele een verontschuldiging worden gevonden in het eenzelvige van zijn karakter, in de onbarmhartige wijze waarop hij zijn tegenstanders striemde, in het vaak prikkelende van zijn woord, indien Bilderdijk slechts mee had gezongen in het koor der Volksverlichters zijner dagen zon de snijdende scherpte van zijn woord — denk slechts aan de wijze waarop ook Vondel de roskam hanteerde — hem wel vergeven zijn en menige hoekige kant van zijn karakter uit 's levens zwaren gang, ter verontschuldiging, zijn verklaard. Ons christenvolk heeft het daarom wel terecht gevoeld, dat de haat die opvlamde tegen dezen machtigen kampvechter, niet in de eerste plaats gold zijn persoon, zijn karakter, zijn wijze van polemiek, maar de waarheid die hij beleed. Heeft het gevoeld, dat in dat lijden van Bilderdijk evenals van Da Costa en Groen van Prinsterer iets van „de smaadheid van Christus" gedragen werd. En heeft daarom met te inniger liefde de nagedachtenis in eere gehouden van hem, die de vader van Nederland's geestelijke wedergeboorte is geweest.

Dat thans, nog geen drie kwart eeuw na zijn dood, de smaad bleek afgewenteld en mannen van de meest onderscheiden richting hun eeresaluut aan „Vondel's evenknie" kwamen breiigen, stemt tot dank aan God, die daarmee zijn gelofte vervult: „Wie Mij eert, dien zal Ik eeren". De grootheid van de Godsgave in Bilderdijk ons volk geschonken zal, naarmate zijn titatlengestalte hooger oprijst boven den kruitdamp van het slagveld, te beter worden verstaan. Reeds thans bracht Bilderdijk's herdenking ons geen kleine winst. Kloos, het hoofd der dichterbent onzer dagen, kwam reeds revisie vragen van het vonnis der 8o; rs, dat Bilderdijk niet eens op den eerenaam van dichter bogen kon. En al raag Hel Volk nog eens op ouderwetsche wijze tegen Bilderdijk van leer trekken, de Kroniek, het weekblad der intellectueele socialen, dient zijn confrater een waarlijk niet onverdiende afstraffing toe, wanneer het zesjt dat „ieder der zake eenigszins kundige weet, dat men een figuur, als Bilderdijk ongetwijfeld was, niet opeen dergelijke wijze mag bestrijden, tenzij men zichzelven een brevet van... nu ja van totale onbeschaafdheid wil uitkeeren". — „Wie, zoo vraagt de Kroniek verder, die het oeuvre van dezen wonderlijken oude ook maar heeft doorgebladerd, heeft daar ooit aan getwijfeld, dat Bilderdijk een „groot" man was, een genie laat ons zeggen, om geen vergissing mogelijk te maken, als Shelly of Goethe, zijn tijdgenooten? ”

Een genie als Goethe — vraag eens op hoevele onzer hooge burgerscholen en gymnasia dat vóór een twintigtal jaren aan het opkomend geslacht geleerd werd. En toch is het niet een geestverwant, niet een Christen, niet een vurig bewonderaar van Bilderdijk's dichtgave, maar de antipode van het Calvinisme, de fine fleur der socialistische pers, die deze hulde haars ondanks aan Bilderdijk brengt. Wel een bewijs, dat het waarlijk niet Dr. Kuyper alleen is, gelijk Braakensiek's spotprent het voorstelde, die Bilderdijk opschroefde tot een schier duizelingwekkende hoogte. Wie thans nog zou willen ontkennen, dat Bilderdijk een „groot" man was, in den ^neest eminenten zin des woords een „genie", — de Kroniek merkte het terecht op, reikt zich zelf daarmee een „brevet van onbeschaafdheid" uit.

Toch zijn we dankbaar dat deze rehabilitatie, die nog pas begon, niet geleid heeft tot een oppervlakkig nationaal huldebetoon, dat lijnrecht met Bilderdijk's geest in strijd zou zijn. We hebben gelukkig geen Bilderdijk's volksspelcn, geen Bilderdijk's gecostumeerde optochten, geen neerleggen van lauwerkransen op zijn graf, geen commissie voor een Bilderdijk-standbeeld gehad. Het ijdel gedoe, waarmee Bilderdijk zelf zoo onbarmhartig den spot dreef, bleef van zijn Herdenkingsfeest geweerd. Men heeft het gevoeld — en dat fijn gevoel dient gewaardeerd, — dat al mocht zijn borstbeeld in ons Pantheon niet ontbreken en al kon een kunstavond aesthetisch genot schenken, het Beste wat men aan Bilderdijk's nagedachtenis wijden kon, een poging was om beter dan dusverre zijn beteekenis aan ons volk te doen verstaan.

Onze letterkundigen en dichters hebben Bilderdijk als taalgeleerde en dichter geëerd. Prof. Te Winkel wond ift een • keurige rede, die bij de inwijding van Bilde rdijk's borstbeeld werd uitgesproken en sin^s bij Höveker en Wormser het licht zag, Bilderdijk als Dichter „den onverwelkbaren lauwerkrans om het hoofd, waarop htj meer recht had dan de Oostersche hoofddoek, die hij zich zelf om de slapen wond". Kloos bezorgde een keur van Bilderdijk's gedichten, die beter dan Da Costa's jammerlijk mislukte uitgave van Bilderdijk's gedichten of van Vloten's bloemlezing uit diens werken, er toe bij zal dragen om Bilderdijk ook bij het litterair geslacht onzer dagen te doen waardeeren. Prof. Bavinck schetste met meesterhand Bilderdijk als Denker en deed voor het eerst in samenhang Bilderdijk's levenen wereldbeschouwing ons verstaan. En Dr A. Kuyper, al de stralen van het licht, dat van dit machtige genie uitstraalde, in éen brandpunt saamvattend, deed ons Bilderdijk in zijn nationale beteekenis verstaan.

Waardig sluit zich aan deze rij studiën het Gedenkboek aan, dat de Bilderdijk Commissie in het licht gaf. Reeds het uit wendige van dit Gedenkboek doet alle eer aan de uitgevers firma Höveker en Wormser De ivoor kleurige met goud gesierde band, het royaal formaat, de smaakvolle druk, de keurige illustratiën zijn een verlustiging voor het oog. En d^ inhoud zelf, door auteurs van de meest* verschillende richting saam gebracht, biedt een rijke verscheidenheid van stof om Bilderdijk beter te doen kennen Persoonlijke herinneringen uit Bilderdijk's familieleven en van zijn vrienden; nauw keurige genealogische gegevens omtrent zijn afkomst; Bilderdijk als Dichter door H. C Muller te Utrecht; als Calvinistisch Nederlander door J. Postmus; als philosoof door M. C. Nieuwbarn; als taalgeleerde door Prof. J. te Winkel; als geschiedkundige door Dr. J, C. Breen; als advokaat door Mr. M. P. Th. a Th. van der Hoop van Slochteren; als profeet door Ds. A. Brummelkamp; in zijn verhouding tot de Roomsche door H. W. C. MoUer; in zijn beoefening der beeldende kunsten door A. W. Welsman; als juris romani studiosus door Prof. Naber, als humorist door C. W. Wormser; in verband met de Geneeskunde door Dr. W. B. van Staveren; met het tooneel door J. H Rössing; Bilderdijk's kunstuitingen door R W. P. de Vries Jr.; Bilderdijk's brieven door A. S. Kok; de vertalingen van Bilderdijk's werken door Dr. K. H. L. de Jong; Hoe was Bilderdijk? (zijn portretten) door J. F. M. Sterck, en Bilderdijk als Vertaler door Gustaaf van Elzing — wij geven met opzet een inhoudsopgave, die in dit Gedenk boek helaas ontbreekt — dat alles biedt in bont-afwisselende rij deze reeks studiën aan Bilderdijk gewijd. Én hoe meer ge in deze studiën doordringt, waarin een schat van historische bijzonderheden, van weinig bekende feiten, van keurige opmerkingen verscholen ligt, hoe meer ge tot de overtuiging komt, dat Bilderdijk een diamant was met zoovele facetten geslepen, dat alleen door de veelheid dezer kenners zijn verdienste naar waarde in 't licht kon worden gesteld. Voor dit Gcd/nkboek zijn we het Bilderdijk-Comité dankbaar. Al mag Holland zijn groote mannen soms wat laat eeren, wanneer die waardeering komt, houdt ze stand en is ze des te dieper en inniger gemeend.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 oktober 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Het Gedenkboek.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 oktober 1906

De Heraut | 4 Pagina's