Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

Dat er achter een schijnbaar eenvoudige vraag heel wat schuilen kan, ervaart onze lezer, die naar den oorsprong van „Louwmaand" vroeg.

We gaven reeds, dat deze meeningen, alle min of meer betwijfelbaar zijn, en ontvingen op de vraag ten slotte een aantal brieven, die bewijzen dat er meer belangstellenden zijn.

Twee gevoelens, nog niet vermeld, blijken daaruit.

Vooreerst, dat „louw" een naam is voor den visch die ook zeelt heet, een dier dat in de stille wateren van ons land voorkomt, en voor geringen prijs is te krijgen, een platvisch. lu de maand Januari is dat dier het lekkerst om te eten, en daarom heet de maand Louw-of Zeeltmaand.

Ik heb tot nog toe te weinig zeelten gegeten, om te weten of dat voorlaatste zoo is. Doch Januari nadert, zoodat we vast beginnen kunnen het te onderzoeken. Vast gegrond dunkt mij de verklaring echter niet.

Een andere verklaring is die, dat in het oude loutnaent, „lou" een andere vorm is van „looi, " Louwmaand is dus lootmaand en komt dan ook kort na de slachtmaand of November.

Van alle gissingen is deze zeker de beste. Want niet alleen naar de beteekenis komt het

vrij goed uit, maar ook wisselden ffu en ffoi vroeger en nog wel, somt met elkaar af. (Op de vraag die de geachte inzender ten slotte doet, hebben we reeds afzonderlijk een antwoord gegeven; alleen zij nog herinnerd dat in den tijd der Fransche revolutie de maanden nieuwe namen droegen, als Brumaire, enz.)

Onder de nieuwe vragen komt eerst aan de beurt die van A. Z. te E. Zij betreft Matth. 8 : 26 waaromtrent de vrager zegt:

Door wien is die storm opgewekt ? Men leest aldaar: Toen stond hij op, en bestrafte de win den en de zee, en er werd groote stilte. Hoe moet ik het bestrafifen verstaan?

Wij lezen in Mattheus 8 : 24, 25 en 26:

En zie, er ontstond eene groote onstuimig heid in de zee, alzoo dat het schip van de golven bedekt werd; doch hij sliep. En zijne discipelen bij hem komende, hebben hem op gewekt, zeggende: Heere, behoed ons, wij ver gaan! En hij zeide tot hen: Wat zijt gij vrees achtig, gij kleingeloovigen ? Toen stond hij op, en bestrafte de winden en de zee; en er werd groote stilte.

(Zie ook Markus 4 en Lui as 8).

Stormen, hevige stormen kwamen meer op de zee van Galilea voor, op welke ook deze woedde. Er is geen reden om te denken, dat deze storm een bijzondere oorzaak had. Hij ontstond op de gewone wijs, doch zou dienen tot openbaring der almacht onzes Heeren.

Door het bestraffen hebben we te verstaan, juist wat er geschreven staat. Christus die macht had over de ngtuur, zei tot de winden die huilden en bruischten, dat zij hadden te zwijgen en zij gehoorzaamden. Op Zijn machtwoord werden de wateren stil.

In denzelfden zin wordt van bestraffen gesproken, als wij b.v. lezen, dat de Heere Jezus de koorts bestrafte, waardoor Petrus' vrouws moeder werd gekweld. Ook de koorts doet het bloed jagen door het lichaam, verwekt beweging, onrust. Doch de Heere bestrafte de onrust, zoodat er kalmte en bedaring kwam, wijl de ongesteld heid nu week.

Een andere vraag (van J. A. W, te W.) luidt:

I. Uit welke stoffen bestond de wapenrusting der Romeinen, ten tijde van het leven van den apostel Paul us!

? , Uit welke onderdeden bestond zulk een wapenrusting, en, waartoe diende ieder deel lifzonderlijk?

Een Romeinsch soldaat was geheel anders gekleed en toegerust dan een krijgsman van onzen tijd. Want vooreerst veischilde ook de dracht der geworsc burgers zeer van de onze; ten tweede was de krijg veel meer dan nu een vechten van man tegen man; ten derde had men geheel andere wapenen.

De stoffv'n waaruit de wapenrusting bestond, waren hoofdzakelijk leder en metaal, 'tzij ijzer, staal of koper.

Wat nu de onderdeden betreft, zoo bad men aanvalswapenen b.v. de spies, en verdedigings wapenen, als het schild. De wapenen die Paulus noemt in Efeze 6 : T4—17 zijn nagenoeg alle van de laatste soort.

Tot de wapenrusting (die niet voor alle krijgslieden dezelfde was) behoorden de helm, het borstpantser, het schild, het scheenharnas, het schoeisel, het zwaard, de spies, de boog enz.

De helm, die van metaal was dekte het hoofd en beschermde het aangezicht, evenals het metalen borstwapen of borstharnas het bovenlijf dekte. Oversten hadden echter het hoofd ongedekt.

Nu droegen de Romeinen in den regel lange kleeren. Zulke echter zouden in den strijd zeer lastig zijn geweest. Van daar, dat de apostel spreekt van het omgord hebben der lendenen, gelijk ook de Heere Jezus deze uitdrukking gebruikt. Gordels waren veel in gebruik en dienden o. a. om de lange kleederen op te schorten d. i. wat omhoog te houden, zoodat men zich vrijer bij het loopen kon bewegen. De soldaten droegen dien gordel breed en stevig aangehaald. Zij werden er door beschermd en tevens gesteund. Ook hing er het zwaard aan, en werd er allerlei in geborgen, als daartoe gelegenheid was.

Voorts had de krijgsman een schild, dat veelal lang en breed was; de vorm er van was verschillend. In alle geval diende het om den strijder te dekken tegen pijlen die op hem aanvlogen, of tegen slagen met het zwaard en stooten met de lans toegebracht. Paulus bedoelt in Efeze het groote schild dat iemand geheel dekte. Het had van achteren twee ringen, door welke men den linkerarm stak, waaraan het schild werd gedragen.

De rechterhand voerde het zwaard, dat bij de Romeiren kort was, maar toch groote din gen deed.

Misschien hebben we niet zoo uitvoerig ge antwoord als de vrager bedoelt, dcch de ruimte laat niet meer toe, alleen dient nog opgemerkt, dat b.v. boogschutters weer anders gewapend waren, en ruiters al weer verschillend. Doch Paulus deelt hier meest cp de voetknechten, zooals zij 't meest voorkwamen, al noemt hij niet alle wapenen en al sluit hij geen strij ders uit.

Verdere vragen hopen we te behandelen in een later nummer.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 december 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 december 1906

De Heraut | 4 Pagina's