Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE KLEINKINDEREN.

XI.

NIEUWE PLANNEN.

Vrij laat in den avond van den volgenden dag verscheen Rigol. Zijn gezicht stond ernstig, als van iemand die bezorgd is.

„En wat denkt ge nu dat het beste is? " vroeg Benoit, nadat zijn gast had plaats genomen.

„Ik geloof, " antwoordde Rigol, „dat mijn vrouw gelijk heeft, en de kinderen hier onmogelijk blijven kunnen.

„Maar, " was 't antwoord, „ze loopen hier nog zeker het minste gevaar."

„Toch niet; ik begrijp dat ge ze graag houdt, en dacht er ook eerst net over als gij. Maar het zal niet gaan. Ik heb gehoord, dat er soldaten zijn uitgezonden, om de kinderen weg te halen, net als wij reeds dachten, en dat ze ook te Grenville zouden komen. Natuurlijk, als de meisjes niet te vinden zijn, zullen de soldaten wel aftrekken. Maar ziet ge, we kunnen de lieve kinderen onmogelijk op den duur hier verbergen. Ik heb dat nu al bespeurd, van morgen, toen ik in den vi^iakel kwam om bindtouw te koopen. Terwijl ik wachtte hoorde k een vrouw, die buiten stond, tot een andere raten, en uw naam noemen. Ik luisterde toen even, zoo scherp mogelijk, en hoorde, hoe de een u gisteravond met den wagen was tegenekomen, en uit het praten daarbinnen had pgemerkt, dat ge bezoek hadt gekregen. Ge eet, de menschen zijn hier nog al nieuwsierig, en "

„Nu ja, maar ieder krijgt wel eens bezoek, "

„Zeker, maar ze vonden het vreemd, dat ge et die bezoekers van het oude huisje kwaamt, n dat ze ook zoo weggestopt - zaten. Daar oest wat achter schuilen, zeiden ze allebei. n ziet ge, Benoit, als dat nu al verteld ordt, wat dan straks? Allicht hooren het er eer, en de pastoor hier is niet zoo goedgezind ls die van Grenville."

’t Gelaat van Benoit betrok. Hij keek eenige ogenblikken nadenkend voor zich. Toen prak hij:

„’t Komt mij voor, dat ge wel gelijk hebt. t Zal mij hard vallen en u ook, de kinderen eer te zien gaan, maar toch, ik voel ze zijn ok hier niet veilig. Doch wat nu te doen? "

„Daar heb ik lang over gedacht, " was 't ntwoord, en ik geloof dat ik een weg gevonden eb. Als we ze eens naar Artot brachten."

Artot, moet de lezer weten, was een plaatsje, at twee dagreizen van Luneray lag. Het was iet meer dan een klein gehucht, en was zoo fgelegen, dat velen zelfs te Luneroy er nooit an gehoord hadden; te meer daar de weg er een slecht was.

In dat plaatsje nu woonde een echtpaar, van twelk dit schoon getuigenis wordt gegeven: , Het waren twee vrome'harten, wier leven — aar de woorden van den apostel — met hristus, verborgen was in God." Deze lieden, ie ook reeds niet meer jong waren, behoorden ede tot de Hervormde kerk van Frankrijk, n wisten ook van het lijden der Gereformeerden n vroeger dagen. Zij leefden stil voor zich heen, n trokken weinig de aandacht, te meer wijl in rtot geen Roomsche kerk of priester was. och hadden zij veel vrienden onder de ver-

strooide Hervormden in den lande. Meer dan eens hadden zij zulk een geherbergd. Ook Benoit en Rigol hadden er vaak vertoefd. Vooral predikanten, die bij nacht in afgelegen plaKtsen en bosschen en tusschen bergen het Woord kwamen spreken, hadden menigmaal bij de vrienden te Artot een veilige schuilplaatsen goed nachtverblijf gevonden.

Benoit dacht weer even na.

„Zoudt ge denken dat onze vrienden die zorg op zich willen nemen? " vroeg hijj „ze zijn niet jong meer."

„A.ls ze kunnen, doen ze het zeker gaarne, " zei Rigol. „Daarbij, ze hebben geen kinderen, en op hen zal niet licht het vermoeden vallen, dat er zulke in huis zijn. 't Is in elk geval het eenige wat ons nog overblijft."

Al viel het niet gemakkelijk, toch zorgde grootvader Benoit wel, dien dag en den volgen den de meisjes zooveel mogelijk binnenshuis te houden. E/enwel ontliepen de vroolijke kinderea tusschenbeiden naar een of ander hoekje in derf tuin. Zijn grootste vrees was, dat de soldaten, van wie hij had hooren spreken, ook te Lunery zouden komen, en dan natuurlijk allereerst bij dd ketters onderzoek zouden doen. Gelukkig kwam het zoover niet, doch 't werd den beiden grootvaders toch steeds duidelijker, dat de kinderen bij hen niet veilig waren. En zij namen een kort en kloek besluit.

Moeder Rigol zou, al was het een heele reis, met den ezelwagen naar Artot gaan om daar de zaak te bespreken en alles in orde te brengen, als zij dan terug kwam zou men verder zien. Doch zoo weinig twijfelden zij aan de bereidwilligheid hunner vrienden, dat ze alvast hun plan verder doorzett'en.

’t Liep tegen tien uur in den avond, toen Marie en Elisabeth, die al ettelijke uren slapens achter den rug hadden, door grootvader gewekt werden, die zei dat ze zich gauw maar heel stil moesten aankleeden. Verbaasd en met slaperige oogen zagen ze hem aan; dat was een paar nachten geleden ook zoo gebeurd, toen ze van moeder gingen. Die was nog altijd niet gekomen, en heel natuurlijk gingen hun gedachten naar huis terug, en vroegen ze:

„Gaan we weer naar moe? "

„Juist, " zei grootvader, „daar gaan we weer heen. Maar dan moet jelui weer net zoo stil zijn als laatst, dat de mcnschen die al slapen niet wakker worden. Maar we gaan nu rijden; dan mag jelui onderweg slapen; 't is toch donket."

Een oogenblik later trad grootvader Rigol binnen. Ia alle stilte werd de wagen buiten gebracht, het paard voorgespannen, en toen ging het den weg op naar Grenville. De kleinen waren goed ingestopt, en hadden een makkelijke plaais op zakken en kleedjes, zoodat zij ondanks, of wel door het horten en stooten van den wagen, in slaap raakten. Het voertuig reed inmildels den weg op in de richting van genoemd dorp. 't Was een lange, lastige reis in de duisternis, wijl men nu en dan een omweg maakte, om meer bewoonde plekken te mijden. En zoo was het ongeveer een uur in den nacht, vóór men in de nabijheid van Grenville was aangekomen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 oktober 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 oktober 1907

De Heraut | 4 Pagina's