Le Refuge

Amsterdam, 20 Dec. 1907.

Le Refuge, het blad der Waalsche Kerken in Nederland, bevat de volgende meedeeling van Ds. S, J. Richard te Amsterdam:

Dans notre numero du 2 Aoüt, nous avons annoncé a nos lecteurs que la Faculté de théologie de l'Université de l'Etat a Leyde nous avait informé, par l'organe de son secrétaire, Mr.| W. A. Kristen, qu'elle était prête a faire partie^ d'un Comité hoUandais du monument de la Reformation, aussilót que la decision de former ce comité serait prise.

Par une lettre en date du 2 octobre. Mr. le Professeur Lucien Gautier, président de la Section de propagande de l'Asscciation du monument de la Reformation a Genèsre, nous prie, au nom de la dite Section, de vouloir bien centraliser les adhesions hollandaises, et de nous „charger de constituer en Hollande un Comité national compose de personalités choisies au sein des diverses Eglises, des Universités et du monde politique." Et il ajoute qu'il est absolument indispensable que l'on fasse dans les Pays Bas ce qui vient de se faire aux états Unis oü un grand Comité s'est constitué sous la présidence d'honneur du Président Rooseveil, et ce qui|va se faire tres procbainement en France, en Angleterre et en Ecosse oü les comités nationaux sont en formation.

Quoiqu’il ne nous soit pas possible d'accepter ThoDorable mission que l'Association genevoise a désiré nous confier, et, dans l'espoir de trouver bientót quelques personalités hollandaises mieux placées que nous pour mener a bien la constitution du comité en question, nons sommes disposé a centraliser les adhesions individuelles OU collectives qui pourraient se prqduire. Et nous prions les journaux hollandais favorables 'a ce proiet de bien vouloir reproduire notre avis.

De korte inhoud van dit schrijven — dit voor onze lezers, die geen Fransch verstaan, — komt hierop neer, dat Prof. L. Gautier, voorzitter van de propagandaafdeeling van de Vereeniging, die een monument wil oprichten voor de Reformatie te Geneve, Ds. Richard heeft uitgenoodigd in Holland een Nationaal Comité voor dit doel in het leven te willen roepen, saamgesteld uit personen, die gekozen zouden worden uit verschillende Kerken, Universiteiten en de politieke wereld. In Amerika is reeds zulk een Comité opgericht onder eerevoorzitterschap van president Roosevelt; in Frankrijk, Engeland en Schotland zijn zulke comjté's reeds in wording, en Prof Gautier meent, dat Holland ni^t mag achter blijven. Ofschoon Ds. Richard deze eervolle taak niet op zich wil nemen en haar liever overlaat aan anderen, die daartoe beter in staat Kijn, wil hij toch gaarne betuigingen van instemming met dit doel, hetzij van personen, hetzij van vereenigingen, ontvangen en verzoekt hij daarom de bladen, die dit plan gunstig gezind, dit schjüven over te nemen.

Ofschoon we aan dit laatste verzoek vol doen, wil dit daarom nog niet zeggen, dat we met dit plan sympathiseeren. Dat men in de landen, waar het Calvinisme tot zoo grooten zegen is geweest, het derde eeuw feest van Calvijn's geboorte wil aangrijpen om aan Calvijn's nagedachtenis hulde te brengen, waardeeren we. Al mag dit plan dan ook niet uitgaan van degenen, die in waarheid geesteszoaen van Calvijn zijn en zijn beginselen ten volle deelen, toch ligt er ia die hulde aan den grooten Refor mator van Geneve een erkenning van zijn machtige geestesgaven en groote verdiensten, die, vooral omdat Calvijn zoo vaak, ook in onze dagen nog, miskend wordt, weldadig aandoet. Het feit, dat in Amerika een zoo hoog staand staatsman als president Roose velt eerevoorzitter van dit comité werd, toont, hoe ook Amerika met dankbaarheid zich herinnert, wat het aan Calvijn verschuldigd is.

Zulk een hulde aan Calvijn dient echter, en dat is ons bezwaar, nret met den geest van Calvijn zelf te vloeken, maar daarmede in overeenstemming te zijn. Nu heeft Calvijn zelf in zijn leven nooit eenige eere voor zijn eigen persoon gezocht. Hij wilde zelfs niet eens, dat een zerk de plaats zou aanwijzen, waar hij begraven werd. En er is niets, dat met den geest van Calvijn meer in strijd is, dan een monumentaal gedenkteeken voor zijn persoon op te richten in een stad, waar van Calvijn's geestelijken arbeid en denkbeelden zoo goed als niets meer is overgebleven.

Was het plan om op dit derde eeuwfeest een vertaling van Calvijn's voornaamste werken in de verschillende talen uit te [ geven, in een goedkoope volksuitgavc, ten inde zijn denkbeelden beter bekend te doen orden, of om een stichting in het leven e roepen, die met de studie van Calvijn's ersoon, leven en geschriften zich bezig ield, dan zouden we gaarne onze insteming betuigen. Maar nu het comité dat de eiding in handen heeft, besloot een monument op te richten voor de Reformatie te eneve, kunnen we aan dit plan onze dhaesie niet schenken. En we meenden, dat we hiervan openlijk rekenschap moesten geven, opdat ook onze lezers zouden weten, wat hun te doen staat.

De echte zonen van Calvijn willen hem anders en beter eeren dan door een standbeeld van dood metaal. Ze willen trouw zijn aan de beginselen, die Calvijn gepredikt heeft, en die weder tot eere brengen in Kerk en Staat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen