Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Een pleidooi vrijheid der Kerk. voorde

Wij deelden het een en ander mede omtrent de vergadering van de algemeene synode der Pruissische landskerk, waardoor de traktementen der predikanten zoo aanmerkelijk werden verhoogd. Van de zijde van „liberale" , theolo logen is tegen de besluiten dier vergadering geprotesteerd, doch nu komt de in onze kringen bekende predikant Kolfhaus zich tegen de nieuwe ordeningen, door de synode gemaakt, verklaren. Deze schrijft toch in de Reformirte Kirchenzeitung, dat de manier waarop de nieuwe bepalingen tot stand kwamen, niet te prijzen valt. Immers, de voorstellen van den Oberkirchenrat bleven tot kort voor het saamkomen der synode geheim, en ze werden in alle haast in de vergadering doorgedreven, voordat iemand zich over de diepingrijpende veranderingen heeft kunnen uitspreken. Met der daad is een besluit door een kleine vergadering •? an notabelen doorgedreven, die men ia geen geval voor een vertegenwoordiging der Evangelische kerk houden kan. Denkelijk zal de Kamer van afgevaardigden de besluiten der algemeene synode wel goedkeuren. De beide westelijke Provinciale Synoden hebben slechts voor een tamelijk onbeduidende verklaring hunne toe stemming te geven. Bedenkingen tegen deze wet komen dus te laat; de Opperkerkeraad heeft het net zoo snel dichtgetrokken, dat eerlijke tegenspraak onnut geworden is.

Er werd besloten dat het predikantstractement van 9400—6000 mark bedragen zal. Dat de tractementen der leeraars moesten verbeterd worden, moet toegegeven. Maar nuzal het geval zich voordoen, dat in zeer vele gemeenten de predikant verreweg de rijkste man der gemeente is, zonder dat hij burgerlijke of kerkelijke lasten mede behoeft te dragen. Is zulk een toestand met het oog op het samenleven met de gemeente wel wenschelijk?

Is het ook wel goed dat een predikant, die weinig arbeid heeft, evenveel tractement ontvangt, als een dien een zware taak is opgelegd ? Des te bedenkelijker is de weg, waarlangs men het verhoogd tractement zal verkrijgen. 2 pCt. van de geheele staatsinkomstenbelasting wordt daardoor gevorderd; daarenboven nog 1V4 pCt. voor persoonlijke voordeelen van de predikanten, terwijl men niet moet vergeten dat de door den Staat toegekende 10 millioen mark eveneens uit den zak der belastingbetalers genomen wordt. In Rijnland vermijden de predikanten het bijna angstvallig, voor zich zalven vorderingen aan de gemeente te doen; ca wordt om hunnentwil de reeds zoo diep ingedreven belastingschroef nog dieper gezet. Geven wij daarmede niet de socialistische drijvers een goed agitatiemiddel in de hard?

Boven alles hebben de groot-industrie-gemeenten daaronder te lijden. En zullen steeds meer nieuwe predikantsplaatsen geschapea, nieuwe kerken gebouwd worden; bij alle hoeken en einden heeft .men fiaantieele behoeften, en daarbij kan de kerkelijke belasting niet tot boven zeker peil gedreven worden, wanceer wij niet die deelen der gemeente die behept zijn met socialisme en materialisme, ertoe drijven willen om de kerk een scheidsbrief te geven. De 30—50% die onze groote gemeenten voor hunne ailernoodigste behoeften moeten heffen, zullen niet meer toereikend zija, terwijl die kerken gedwongen zullen worden, duizenden en nog eens duizenden voor de persoonlijke voordeelen der predikanten op te brengen. Terwijl wij de grootste moeite hebben, bij de veelal zware lasten onzer gemeenteleden, het kerkelijk budget zonder vermeerderde kerkelijke belasting in evenwicht te houden, zullen wij van nu aan zware uitgaven moeten doen, die voor hun vreemde doeleinden dienen.

Wee echter die gemeente, die door armoede gedwongen wordt de helft van het geld dat zij noodig heeft van den staat te nemen. Voor het geld dat haar predikant voortaan meer krijgt, verliest zij de helft van haar vrijheid. Voortaan zullen die gebeenten, waarin het geld voor het tractement en de pensioen-verzekering van den predikant voor de helft of meer uit staatsmiddelen toevloeit, slechts om den anderen keer zelve hare predikanten mogen kiezen. Wij hebben vele arme gemeenten; de tractementswet van 1898 dwong haar, de staatskas te hulp te roepen. Men heeft haar bij het invoeren van die wet beloofd, dat zij om der wille van het tractement van den predikant tiet meer belas ting zouden behoeven te betalen. Nu worden zij voor het alternatief geplaatst:6f gij moet meer belasting betalen óf gij moet uwe vrijheid inboeten. Gij zijt arm ea daarom kunt gij ook niet vrij en mondig zijn, want kinderen kiezen toch hunne leeraars niet. Het hatelijke hiervan is, dat de predikant hooger tractement krijgt, maar dat de gemeente, behalve haar geld, ook de helft van hare vrijheid kwijt is.

Denkt men dan dat wij predikanten er op uit zijn om de rechten der gemeente te verraden, in plaats van die te verdedigen?

Verder zal als een gemeente gesticht wordt, wanneer binnen twee jaar de predikantsplaats ingesteld wordt, de predikant door het kerk bestuur aangewezen worden, wijl bij een eerste keus het „gemeentebewustzijn" nog ontbreekt en het kerkbestuur beter in staat is, de behoefte der gemeente te kennen, dan de gemeente zelve. Bij onze ve/houdingen moet bij het stichten eener gemeente verbazend veel kracht inge spannen worden. Het kerkbestuur vertrouwt, dat een nieuwe gemeente heel wat voorzichtig heid en offervaardigheid bezit; ook neemt het aan dat zij in staat is hare ouderlingen en vertegenwoordigers te verkiezen; maar da benoeming van een predikant is in hare handen nietveiligi O, hoe bang is men in Pruissen voor de vrijheid.

Ook wijst Ds. Kolfhaus er op, dat de rechten er gemeente geschonden worden door de bepaing, dat wanneer een predikant door het kerk bestuur afgezet wordt, het kerkbestuur een ander in zijn plaats benoemt. Onze gemeenten, zoo zegt hij, weten over het algemeen met grooten act den opvolger voor een huurling te vinden, n schenken den predikant harer keuze eerder ertrouwen, dan aan een opgedrongen leeraar:

De groote gemeenten worden gedwongen om redikanten met 15 dienstjaren te kiezen; het evolg zal zijn, dat slechts oudere predikanten n de steden komen. In de groote gemeenten hooren zeker predikanten met veel ervaring, aar naast ben mogen ook de jongere krachten et ontbreken met hun begeerte om te arbeiden n hunne geneigdheid nieuwe wegen te zoeken.

Het kerkbestuur grondt al deze eischen op den licht om voor predikanten voor de militairen n voor het buitenland te zorgen, doch daarom oeten de rechten der gemeente niet aangerand orden.

Het slot van Ds. Kolfhaus' betoog luidt: „De provinciale synode heeft een ver-strekkend esluit te nemen. De wet op de bezoldiging •K van de predikanten is er, en daarmede zullen wij het moeten vinden, hoe bedenkelijk dit mij en menigeen voorkomt. Anders staat het met het beroepingsrecht. Hier gaat het niet om de rechten der predikanten, maar om de rechten der gemeente, om de grondslagen van het gemeenteleven, om een beginselvraag, die niet afgedaan is door te wijzen op de schaduwzijden van dè verkiezing van den predikant door de gemeente. Ook de aanwijzing van een predikant door het consistorium heeft haar schaduwzijde. Zoo ergens, moet in het godsdienstige, in het kerkelijke leven de grondstelling gehandhaafd blijven: de vrijheid boven alles en alles voor de vrijheid."

Wij zien uit dit alles, dat de gewezen hofprediker niet ten onrechte gevraagd heeft om „meer vrijheid en meer zelfstandigheid" voor de Evangelische landskerk.

Korea. Vereeniging van de Presbyteriaansche kerken in Korea.

Drie en twintig jaren geleden begon de Noordelijk Presbyteriaansche kerk der Vereenigde Staten van N. Amerika in Korea te arbeiden. In 1889 ging de Australische Presbyteriaansche kerk te Fusaa, in hetzelfde land gelegen, te werken. In 1892 kwam zich de Zuidelijke Presbyteriaansche Kerk daarbij voegen, en in 1898 zonden de Canadeesche Presbyterianen zendelingen naar het Noord-Oosten van Korea,

Deze vier verschillende missies vormden cok afzonderlijke kerken. Gelukkig, dat sedert September 1907 de gedeeldheid van de kerken van Presbyteriaanschen oorsprong is weggenomen. Daartoe gemachtigd door de General Assembly der vier kerken, werden de vier groepen kerken tot één lichaam saamgesmolten en zoo is „de Presbyteriaansche kerk in Korea" geconstitueerd.

Deze kerk bestaat nu uit 986 kerken of groepen van belijders, die geregeld tot het houden van Godsdienstoefeningen samenkomen. Het aantal georganiseerde kerken is echter slechts acht en dertig; in die kerken zijn ouderlingen in het ambt gesteld. De kerk telt 17, 890 toegelatenen tot des Heeren Avondmaal, daarbij 2, 018 gedoopte kinderen en 21, 482 catechisanten. De leden der gemeenten brachten verleden jaar voor Christelijke doeleinden /117.500 samen.

De Koreaansche Presbyteriaansche kerk nam een eigen geloofsbelijdenis aan, en een eigen Kerkorde, die slechts in weinige punten verschilt van de Indische Presbyteriaansche kerk. Zij nam ook den verkorten Westminsterschen Catechismus aan, als het catecbisatieboekje der kerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 februari 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 februari 1908

De Heraut | 4 Pagina's