In de Vrije Gemeente

Amsterdam, 6 Maart 1908.

In de Vrije Gemeente te Amsterdam trad onlangs op een Zondagnamiddag Mevrouw Holtrop—Van Gelder op, om een voordracht van ge wij ze poëzie te houden.

Ze koos daartoe in overleg met Ds. P. H. Hugenholtz een drietal profetiën uit het Oude Testament en drie stukken uit het Nieuwe Testament, de prediking van Johannes den Dooper (Matt. 3:1—12); de prediking van Christus (Matt. 5 : i—16) en de lijdensaankondiging (Matt. 16 : 21—26), terwijl het geheel besloten werd met het sonnet van Verwey: De man van Smarte".

Zelfs in moderne kringen komt men tegen deze nieuwigheid, die blijkbaar navolging is van wat ia Amerika reeds lang geschiedde, op. Da voordracht was te schreierjg, riekte te veel naar de planken. Da eenvoud ontbrak.

Erger nog is, dat na de voordracht een deel van het publiek zich niet weerhouden kon, door handgeklap zijn bewondering voor de zeggingskunst van Mevrouw Holtrop kenbaar te maken, zooals dezelfde correspondent ia De Hervorming meedeelt.

Dat applaus na de aangrijpende v/oorden, waarin de Heiland zijn lijden aankondigt, teekent voor den geest van hen, die hier saamkwamen.

Met dankbaadieid moet erkend worden, dat de Protestanien in Frankrijk ten langen leste toch den moed hebben gevonden om eenig protest te doen hooren tegen het onrecht, dat de Regeering aan de Roomsche Kerk aandoet.

Toen het nieuwe wetsontwerp op den overgang der kerkelijke goederen bij den Ssnaat was ingekomen, nadat in de Kamer de Protestanten vóór gestemd hadden, hebben ze een petitie aan den Ssnaat gericht, met het verzoek dit ontwerp niet aan te nemen.

Ze daden dit niet uit zucht tot zelfbehoud. Waar ds Protestantsche gemeenten dch geschikt hebbsn naar de wet op de cultueele vereenigingen, hadden ze voor haar goed geen gevaar te duchten. Maar ze protesteerden alleen, omdat dit wetsontwerp afbreuk deed aan de fuadamenteele rechtsbeginselerj. Het slot van hun petitie luidde:

„Als afstammelingen van hen, die beroofd, i'ervolgd en ter zake van den godsdienst vogelvrij '.•erklaard zija, hebben wij een onoverwinnelijken Kfkeer behouden van alles wat de vrijheid van godsdienstoefening en den persoonlijken eigen dom verkort. Daarom komen wij, zonder een enkele partij te dienen, zonder een daad van oppositie te begaac, in naam van de gerechtigheid en van het recht, den Senaat eerbiedig verzoeken alle burgers, tot welken godsdienst zij ook behooren mogen, onder de bescherming en den waarborg van het „algemeen recht" te plaatsen."

Al komt dit protest laat en al kon de toon beslister zijn, toch zijn we dankbaar, dat tegen de krenking van het recht, ook waar het de Roomsche Kerk geldt, de afstammelingen der Hugenoten hun stem verheven hebben.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen